Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Inleyding tot de hooge schoole der schilderkonst: anders de zichtbaere werelt (1969)

Informatie terzijde

Titelpagina van Inleyding tot de hooge schoole der schilderkonst: anders de zichtbaere werelt
Afbeelding van Inleyding tot de hooge schoole der schilderkonst: anders de zichtbaere wereltToon afbeelding van titelpagina van Inleyding tot de hooge schoole der schilderkonst: anders de zichtbaere werelt

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (5.63 MB)

XML (1.13 MB)

tekstbestand






Genre

proza
non-fictie

Subgenre

non-fictie/kunstgeschiedenis


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Inleyding tot de hooge schoole der schilderkonst: anders de zichtbaere werelt

(1969)–Samuel van Hoogstraten–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 33]
[p. 33]

Zevende hooftdeel.
Hoe de zichtbaere Natuer zich bepaelt vertoont.

MAer op dat wy niet te vergeefs aen Sertorius paerdenstaert, als gezeyt is, trekken, zoo moeten wy dit ons overal tegenwoordige meesterwerck de natuer ontleden, en zullen by trappen gaende, zonder ons veel aen de redenkavelige regels te binden, alleen de byzonderheden onderscheydelijck verhandelen. In deze naspeuring van de natuer, hebben wy alleen haer zichtbaer deel aen te merken, want alles wat'er in de natuer zichtbaer is, moet de Schilder-en Teykenkonst ten onderwerp verstrekken.

Zoo komen ons dan strax de gedaentens der dingen, met haere verwen in't oog, waer van wy de eerste zullen noemen vormen, of gestalten, of met ons gewoon konstwoordt, de Teykeninge. Van de verwe zullen wy in Ga naar margenoot+Terpsichore onder ons konstwoort koloreeren spreken, in Melpomene van licht en schaduwe, en in Calliope van de houdinge: doch zoo, dewijl de eene niet van d'andere afgescheyden kan worden, en de vorm, zonder verwe niet te zien is, noch geen verwe zonder vorm in de natuer zich openbaert, dat deze samen een zelve zaek begrijpen, daer van wy de byzondere eygenschappen onderzoeken, om die door de Schilderkonst te leeren nabootsen.

De byzondere eygenschappen aller dingen vertoonen zich dan eerst aen ons in haere vormen en gedaentens: niet zoo alsze van de natuerkundigen beschreven worden, maer zoo alsze alleen, gelijk de schael om het ey, de uitwendige gestaltens bepalen, en de lichaemen, die zy begrijpen, als door een buytenste, van andere dingen afscheyden: gelijk als de wijn, in een flesse besloten, de gedaente des bokaels aenneemt, zoo wort de vorm van de flesse het voorwerp van't geene een Schilder bespiegelt, en zoodanich begrijpt hy alle natuerlijke dingen, en yder in't byzonder. De bepalingen der dingen bestaen in lengte, en breete, hoochte en diepte, holte en bult, recht en kromte, schuinte en scheefte, en op zoo veelerley manieren, als uit linien en punten kunnen getrokken worden; en eenigerhande vorm uitmaken. Door linien dan moetmen de natuerlijke dingen leeren op't papier brengen, zoo alsze ons toeschijnen. Hier komt nu de Zichtkunst Ga naar margenoot+in haer kracht: want het ooge en bevat de dingen niet geheel noch teffens, maer alleen die zijden, die t'onswaert gekeert zijn, en zich eyndigen in bepalingen van omtrekken, gemaeckt door de zichteynden van de straelen,

[pagina 34]
[p. 34]

die uit ons'oogen afgaen. Als by voorbeelt, een ronde kloot of kogel vertoont Ga naar margenoot+een ronde kring, en een eenigen Orizont of zichteind, hot wel wy met hand en verstandt een oneyndich getal begrijpen: welke ronden omtrek noch schaers de helft naer ons oogen toe bevangt; voornamentlijk, als zy wat groot, of zeer naby is. Een yegelijk weet zeer wel, dat wy in zee zijnde, werden Orizont, maer niet de helft des werelts zien, gelijk Ga naar margenoot+wy aen Zon of Maen kunnen, en ook zouden wy denzelven Orizontcirkel zich zien uitspreiden, indien wy ons in de lucht konden om hooch begeven. Daeromme behoortmen een bequame afstant te beraemen, om na eisch Ga naar margenoot+der voorvallen te gebruyken. Eerstelijk hebben wy aen te merken, dat wy met onze oogen rondom ons zien, en desweegen geen rechte linie kan getogen worden, die op alle plaetsen onze oogen eeven na is; maer wel een kromme, als den omtrek van een kring, waer van het middel punt in ons oog is: gelijk gy zien kunt voor een gebouw of Kerk staende, dat niet alleen beyde de einden der mueren, maer ook de Torens van ons afloopen, Ga naar margenoot+verkorten en verschieten. Hoe dwaeslijk waer't, dit aldus af te beelden, ten waer u werk, ook van zeer naby gezien wordende, 't zelve nootzakelijk vereischte. Maer indien gy't zy Kerk of Toren wilt teykenen, zoo zult gy niet eer stil houden van te rug te treeden, voor dat gy het gansche gebouw met een opstach der oogen kunt begrijpen: en gy moogt niet eer beginnen, voor dat gy eerst het geene gy nateykenen wilt, met uw paneel of papier, 't zelve in de hand houdende, kunt bedekken. En dit moet gy altijts voor een regel houden, schoon gy een levende figuer, stokbeelt, of wat het ook zijn mach, voorneemt; anders zult gy licht in wangestalt vervallen, zonder te weeten waer uit die spruit. Gy zult ook uw teykening ten minsten een elleboog lengte wijt van uw oog houden, om de zelve van gelijken geheel in't oog te kunnen bevatten. Maer indien gy maer eenich deel, 't zy een trony of hand nateykent, zoo zal d'afstant zoo naeuw niet luisteren, echter kanze na bescheidenheit genomen, niet lichtelijk te verre zijn. Dezen regel, schoon meer verkiezing als wet, is alleen ten aenzien van byzondere dingen, als tot Teykeningen en Schilderyen, die op alle plaetsen mogen verzet, verhangen en verdragen worden, en om de gebreeken te vermijden: want hier in wort dikwils gemist, dat de beelden het hooft na boven, en de voeten na onder verkorten: de geplaveide vloeren breeder als lang, de pilaren zoo rond als een ey, en de vierkanten scheef hoekich worden; ja dat de Piramiden en andere steenen schijnen te hellen. Maer dit dient alleen tot waerschuwing, want de rechte afstant wort na allerley aert van werk in de Deurzicht kunde geleert; 't zal hier genoeg zijn, datmen den afstant niet lichtelijk minder neem, als de hoogte of breette van 't werk.

margenoot+
't Zichtbaer deel in de natuur heeft Teykening,
margenoot+
Dat is uiterste bepaling.
margenoot+
Van de zichtbare zijde.
margenoot+
Hier toe een
margenoot+
Bequame af stant te beramen.
margenoot+
Hoe ver te nemen.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken