Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Proza-bewerkingen van het leven van Alexander den Groote in het Middelnederlandsch (1898)

Informatie terzijde

Titelpagina van Proza-bewerkingen van het leven van Alexander den Groote in het Middelnederlandsch
Afbeelding van Proza-bewerkingen van het leven van Alexander den Groote in het MiddelnederlandschToon afbeelding van titelpagina van Proza-bewerkingen van het leven van Alexander den Groote in het Middelnederlandsch

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.04 MB)

XML (0.98 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde

Subgenre

proefschrift
studie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Proza-bewerkingen van het leven van Alexander den Groote in het Middelnederlandsch

(1898)–S.S. Hoogstra–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
Regelnummers proza verbergen

Hoe der manen boem Alexander die ander antwoerde gaf.
Cap. LII.

1Alexander ginc inwaert totten boemen mitten drien ridders 2voirseit ende aenbede(n) die boemen zeer neernstelic, ende hy 3peynsde ende begeerde te weten die stat, dair hy in sterven 4soude. Ende doe die mane begonste te rysen, so antwoerde 5hem die boem in Griexer talen ende seide: ‘Alexander, stout

[pagina 127]
[p. 127]
Ga naar tekstkritische notentekstkritische noten

6man, dijn sterfdach naeket zeer, want ten naesten jair ende 7ter negender maent selstu sterven binnen Babilonien der stat.Ga naar voetnoot7. 8Dijn vrient, dair du des niet af wanen en kanste, die sal dy 9doden. Doe weende Alexander harde zeer ende sijn drie gesellen, 10die mit hem waren; nochtan was Alexander in twivele oft hem 11enich van dien drien doen soude. Ende hem berouwet, dat hiGa naar voetnoot11. 12niet ghevraecht en had wiet hem doen soude. Ende dus gingen 13sy van dair uut eten, mer Alexander en mochte niet eten van 14rouwen, voiren dats hem sijn lude zeer baden.

[tekstkritische noot]6. G. stervedach; C. die naket; B.E.F. int naeste; H. ende (ontbr.). 7. C. salstu; E. so selstu; H. seltu; C. te Bab. binnen der staet. 8. B.F. ende dat sal doen, dair duus niet af wenen en const; E. Ende dat sal doen dijn vrient, daer du es niet op vermoeden en sels; H. Ende dat sal di doen een dijn vrient, daer du des niet op en waenste; B.E.F.H. die....doden (ontbr.). 9. B.E.F. Alex. weende; G. soenen ende gesellen die by hem. 10. C. nochtant; E. noch was Alex. in; B.F. twivelinghen; E.H. twivelinghe; C. of enich, die by hem waren van. 11. E. desen drien; B.E.F.H. soude. Ende hem berouwet, dat hi (H. hys) niet gevraecht en had wiet hem doen soude. Ende aldus. 13. E.F.H. van dair (ontbr.); B. van dien ute eten; C. Alex. die en. 14. B.E.F. van droefheden voir; F. dat hem; E. sijn volc.
Opschrift: E. Hoe dat; B.E.F. die sonneboem; E.F. derderwerf antwoerde; D.H. die derde vraghe antwoerde; H. Ca. LI.
1. B.F. gheten; G. hadde; E.G.H. neerstich; F. nerenstich. 2. C. voir der sonnenboem. 3. G. van dien dat hi begeerden; B.E. weten noch. 4. C.H. ter mueren; B.E.F. van dien; C. bosch om antwoerde mit; E.F.G. mit dien; H. mit die drie; E. eerst voir; B.F.H. voir (ontbr.) 5. B. Ende doen; E.H. totten pape; H. so (ontbr.); B. vonden siƫn noch ligghen; C. sie oen liggen; E.H. si (H. sine) hem noch liggen slapende. 6. B.E.F. mit huden onder ende boven; C. hueden; H. huden boven ende beneden onder. 7. B. ghene slapelaken; C.H. geen slaeplaken; E. dair ghene slaeplaken; F. dair genen slaeplaken.
voetnoot7.
ter neghen der maent. cf. Alex. X. 753, waar hetzelfde staat en de aant. van Dr. Franck.
voetnoot11.
Dat de varianten de goede lezing bewaard hebben bewijst Alex. X. 763-764.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken