Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Proza-bewerkingen van het leven van Alexander den Groote in het Middelnederlandsch (1898)

Informatie terzijde

Titelpagina van Proza-bewerkingen van het leven van Alexander den Groote in het Middelnederlandsch
Afbeelding van Proza-bewerkingen van het leven van Alexander den Groote in het MiddelnederlandschToon afbeelding van titelpagina van Proza-bewerkingen van het leven van Alexander den Groote in het Middelnederlandsch

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.04 MB)

XML (0.98 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde

Subgenre

proefschrift
studie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Proza-bewerkingen van het leven van Alexander den Groote in het Middelnederlandsch

(1898)–S.S. Hoogstra–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
Regelnummers proza verbergen

Hoe Alexander der megheden lant wan.
Cap. LV.

1Aldus doirvoir Alexander dat wylde Indiën, ende quam nu 2dair hy Porrum vant te Faciaten, int eylant, dair hy Alexanders 3verbeide mit alle den heere. Hier beval Alexander alle dien heeren, 4dien hy tlant van Persen bevolen hadde, dat sy deden maken 5groete, lange columpnen van finen goude, ende dat sy alle 6die yeesten dairin scriven souden, ende dat sise by Porrus rade 7in dat hoechste Indiën, ende (dat sise) verre over Liber Bachus 8ende Hercules palen setten souden; ja ende thien voet hoger 9maken souden dan haer palen waren, want hy was dieper togen

[pagina 132]
[p. 132]
Ga naar tekstkritische notentekstkritische noten

10int lant dan sy waren. Mer nochtant en verloes hy mer dusent 11ende vijftich man, dair hy aldus doir dat lant toech. Seneca 12seit van Alexanders macht ende sijnre stoutheit en van sinen 13rike aldus: ‘Die coninc Alexander was so fier, dat sijn verweentheit 14ginck boven alle menschelicheit, want nu hy die 15werrelt al ghewonnen had, so waende hy den hemel oic wynnen. 16Ende hem quam in sijn hoeft gelopen, dat Demetrius gheseitGa naar voetnoot16. 17had, datter voel werrelde waren. Ende Alexander seide: ‘Ay 18my, caytijf, dat ic binnen mynen live noch één werrelt niet al 19ghewonnen en hebben, dat sal my langhe rouwen.’ Nu liet Alexander 20in Indiën enen ruwaert, ende voer wech te Babiloniënwart, 21mer binnen dien wege dede hy tonder Amazoniën, der 22maghede lant, sodat sy hem tribuut ende cijns gaven. Ende in 23desen weghe quam hem die boetscap, dat hem die boden brachten 24den zege van alle Affriken, ende wouden hem haer lant opgeven 25ende brochten hem grote present ende haer tribuut, dat 26was vander rijcker stat van Karthago, ende van Spaengenlant, 27ende van Ceceliën, ende van Gallen, dat menighe myle verre 28leit, ende van Ardennen, ende van Ytaliën. Ende alle dese sijnsGa naar voetnoot28.

[pagina 133]
[p. 133]
Ga naar tekstkritische notentekstkritische noten

29verbeiden in Babiloniën mit menigen groeten present. Doe haeste 30hy hem snellic derwaert om dat hy alle die heerlicheit vander 31werrelt ontfaen woude, als here dair boven te sijn. Want doeGa naar voetnoot+ 32hy so diep in Indiën ghevaren was, so seide tvolc ghemeenlic 33vanden lande, dat hy nemmermeer sterven en mocht, omdat 34Ga naar margenoot+ hi so verre over Liber Bachus ende Hercules palen ghetoghen 35was. Hierom so en hielt hy niet voel van dat hem die boem 36geseit hadden, want hy gheloefde dien luden bet dan den 37boemen, ende dairom wart hy bedroghen ende voir aldus te 38sijnre dootwart.

[tekstkritische noot]10. B.F. nochtan; C. soe en verloos; E.H. en (ontbr.); B.E.F.H. hy omtrent. 11. B.E. dus; F. dat hi dus; H. dair....toech (ontbr.); B.E.F. tlant (B. dat lant) voer; B.E.F.H. Sen. spreect. 12. C. van sijnre (ontbr.) stoltheit; H. van sine. 14. F.H. sine verwaentheit; E. menschelic hert; B. want als si; E.F. want als hi; H. want doe hi. 15. B.E.F. al (ontbr.); B.F.H. hadde; C. hadde so wolde; H. so woude hi; F. oee te. 16. C. hem quam nu in sinen sijn. 17. B.H. dat vele werelden; E. werelden; C.G. werlde; E Alex. sprac. 18. C.E.H. Catijf; E. binnen al mine leven; H. noch (ontbr.); C. al (ontbr.); F. alom. 19. H. verwonnen; B-F. heb. 20. C. in Indiƫn een rouwige vaert; C.H. en wech tot; B. tot Bab; C. wart (ontbr.). 21. C. mer binn en dien bewegede hie dat lant alsoe, dat sie hem tribuut ende tijns gaven. 22. E. maechden; H. maechde; B.E.F. tsijns; G. tijns. 23. E. in dese; E.F. hem (ontbr.); H. bootscat; C. die hem; B.C.E.F.H. boden brachten. 24. E. die zege; H. ende die; B. opgheven haer lant; E. hem opgheven al haer lant; F. en wouden hem opgheven al haer lant; F. en wouden hem opgheven al haer lant (ontbr.). 25. B. procent; H. presenten; H. dat (ontbr.). 26. F. rijcker scat; E.H. van (ontbr.); B.E.F. Cartaginen; H. Bartaginen; C. Hyspanienlant. 27. C. veer liet. 28. B.F.H. ende dat alle dese; C. alle des verbeiden sijnre binnen; F. Ende dat dese; beide.
voetnoot16.
Demetrius di. Democritus. cf. Vinc. Cap. LXI.
voetnoot28.
Ardennen is een schrijffout voor Sardaigne. cf. Sp. Hist. I4. L. 45 en Vinc. Cap. LXIII.
[tekstkritische noot]29. E.H. ontbeiden; C. menichen (ontbr.); B. profent; hoe; C. haesten; F. Dus haeste. 30. E. hi hem geringhe; H. hi hem seer; snellik (ontbr.); G. derwaert (ontbr.); C. snelliken; B.F. vollec; E. heilicheit. 31. C. alsoe heer; E. als een here; G. heer dairover; H. te wesen; B.E.F.H. Want doe hi. 32. E. seiden; G.H. dat volc; B.E.F.H. tfolc vanden lande gemeenlic 33. B.C.E.F. mochte; C.H. nymmermeer 34. B.E.F.H. Libers of Hercules palen. 35. B.E.F.H. so (ontbr.); H. en hilt hier niet veel of wat hem ten bome gheseit was; E. dat hem vanden bomen geseit; B.F. ten boemen gheseit was. 36. E. Want hys niet en gheloefde; B.F. die (F. dien) lieden bat ende dus wart; C. geloveden den; E. dien....boemen (ontbr.); H. gheloefde bet dien anderen; dan den boemen (ontbr.). 37. H. ende dus wart; E. ende aldus wart; B.E.H. aldus (ontbr.); B.-H. tot. 38. F. doewaert.
Opschrift: C. Hoe dat; Caplium; F. toe; H. Alexader.
1. C. In dier tijt als; E. beval; C.E.H. waersagher. 2. H. inder; C. dair lege. 3. C.H. soe liet; E. Hieromme; C.E.F.H. poert. 4. B.E.F.H. te (ontbr.); C. tot Eufr.; B.E.F. hiet; B. daer toe. 5 C. woenden; B.E.F. Een van Alex.; H. een (ontbr.). 6. H. Amaxarcus; B.C.E.F.H. hiet; C.H. die seide; G. woerde (ontbr.); B.F. neghene; waersagheres; C.E. woerden.
voetnoot+
Reg. 31-38 ontbreken in den Sp. Hist.
margenoot+
fo. 80b.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken