Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Proza-bewerkingen van het leven van Alexander den Groote in het Middelnederlandsch (1898)

Informatie terzijde

Titelpagina van Proza-bewerkingen van het leven van Alexander den Groote in het Middelnederlandsch
Afbeelding van Proza-bewerkingen van het leven van Alexander den Groote in het MiddelnederlandschToon afbeelding van titelpagina van Proza-bewerkingen van het leven van Alexander den Groote in het Middelnederlandsch

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.04 MB)

XML (0.98 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde

Subgenre

proefschrift
studie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Proza-bewerkingen van het leven van Alexander den Groote in het Middelnederlandsch

(1898)–S.S. Hoogstra–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 175]
[p. 175]

Bijlagen.

Bijlage I.

Gesta Romanorum, uitgave 1481.

 

Cap. LXI. - Van die voersorghe of voerdenkinghe ende voersienicheyt altijt te hebben.

 

Socrates, ‘een philosophe’ is getrouwd met een ‘scone dochter’ van keizer Claudius ‘met dese hilicse voerwerde’, dat hij zal moeten sterven, wanneer zijne vrouw den geest geeft. Na een lang en gelukkig huwelijk wordt des wijzen vrouw ziek ‘ter doot toe’, waarom Socrates ‘zeer droevich was ende ginck in een woestine ende screyde bitterlic. Als hi dus in druc ende in liden was, soe quam daer dye coninc Alexander jaghen; ende een van Alexanders ridderen sach Socrates; hi reet daertoe; hi vraechde hem, wat mensch hi waer. Socrates antwoerde: “Ic ben een mensch van sulcken heer, die sijn knecht is heer van u heer.” Die ridder seide: “Daer is gheen meerre heer in deser werrelt dan mijn heer. Mer want ghi dit segt, so sal ic u brengen tot minen here om te horen, wie dat u heer is, daerstu aldus vermetende van spreket.” Als hi voer den coninck ghebracht wert, so seide die coninc tot hem: “Lieve vrient, segt mi wie is u heer daer ghi van segghet, dat sijn knecht mijn here is?” Socrates antwoerde: “Mijn here is die reden, sijn knecht is die wil. Daerom ist waer, dat ic gheseyt heb, want ghi hebt u rijck tot nu toe gheregeert na uwen wille ende niet nae reden, ende daerom die knecht mijns heren, dat is die wille, is u heer.” Als Alexander dit ghehoert hadde, so seyde hi tot hem: “Mijn alreliefste vrient, du hebste wel gheantwoert; gaet in vrede.” Ende van dien dach of, soe begonde Alexander,

[pagina 176]
[p. 176]

die coninc, sijn rijck te regeren nae die reden ende niet na die wille.’ - (volgt eene ellenlange moralisatie).


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken