Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Proza-bewerkingen van het leven van Alexander den Groote in het Middelnederlandsch (1898)

Informatie terzijde

Titelpagina van Proza-bewerkingen van het leven van Alexander den Groote in het Middelnederlandsch
Afbeelding van Proza-bewerkingen van het leven van Alexander den Groote in het MiddelnederlandschToon afbeelding van titelpagina van Proza-bewerkingen van het leven van Alexander den Groote in het Middelnederlandsch

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.04 MB)

XML (0.98 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde

Subgenre

proefschrift
studie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Proza-bewerkingen van het leven van Alexander den Groote in het Middelnederlandsch

(1898)–S.S. Hoogstra–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

Bijlage II.

Gesta Romanorum, uitgave 1481.

 

Cap. XXXIX. Van die wonden ende quetsuren der sielen.

 

‘Alexander die grote coninc heeft gheregneert, die heerscapie had over al die werelt. Het gheboerde eens, dat hi een groet heer van volc vergaderde ende een stat beleyde. Ende in dat velt voer die stede verloes hi voel volcs; ridderen ende knechten, sonder slage ende ongequetst storven si. Ende want hem dit seer verwonderde, so dede hi sijn philosophen, sijn wyse meesters, roepen ende seyde: “O, mijn lieve meesters, hoe mach dit geschyen, dat mijn volc aldus sonder quetsinghe sterven?” Si antwoerden: “Lieve, genadige heer, dat en is gheen wonder, want op die muer van der stat is een basiliscus, dat is een so venijnde dier, so wye dattet aensiet, vant gesicht werden si ontsteken met venijn ende sterven.” Die coninc vraechde: “Wat remedye is tegen dit basiliske, dit dier?” Si antwoerden: “Laet een spigel hoech opriechten tusschen dat volc ende die stat daer dat dier is, ende so sal die reflixi ende aensieninghe weder tot hem selven comen ende dan salt selve sterven.” Ende alsoet is ghesciet.’ - (Volgt eene moralisatie.)


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken