Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Wie kijkt er mee, en luistert meteen? (1913)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.27 MB)

XML (0.05 MB)

tekstbestand






Illustrator

O. Geerling



Genre

jeugdliteratuur

Subgenre

plaatwerk / prentenboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Wie kijkt er mee, en luistert meteen?

(1913)–Aletta Hoog–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 6]
[p. 6]

Twee deurtjes.

Moeder was uit logeeren, en tante Lien paste op Lientje, Jaap en Keesje.

Jaap mocht met zijn trein spelen op de houten vloer in de salon. En Jaap zei, dat Keesje mee

illustratie

mocht spelen. Dat vond Keesje heerlijk. Als Jaap de locomotief had opgewonden, dan liep die heelemaal vanzelf over de rails en dat vond Keesje prachtig!

Jaap was de seinwachter, en Keesje mocht stationchef wezen. De chef stond op het perron als de trein binnenkwam, en als hij zijn hand in de hoogte deed, dan moest de trein vertrekken. Zoo speelden ze samen een heel poosje. Totdat op een oogenblik Keesje het in zijn hoofd kreeg om aan de rails te gaan peuteren. Jaap was bang, dat de rails kapot zouden gaan en ook, dat Keesje soms zijn vingers zou bezeeren, want hij deed 't zelfs als de trein er aankwam. Daarom riep Jaap: ‘Keesje niet doen, niet doen Kees, dat màg je niet.’

[pagina 7]
[p. 7]


illustratie

Daar werd Keesje, die een driftkopje was, toch zóó boos over, dat hij opsprong, op den grond stampte, en een schop tegen de locomotief gaf. Die vloog een eind over den grond en bonsde tegen de tafelpoot aan, waar ze een deuk van kreeg. Jaap vloog op Keesje aan, greep hem bij zijn arm, en hief zijn hand op om hem een klap te geven. Maar meteen bedacht hij zich, dat het leelijk was om Keesje

illustratie

te slaan, omdat die zooveel kleiner was dan hij.

Op het rumoer kwam tante binnen, want Keesje stond al maar te stampen en te schreeuwen. Nu hield hij ineens op, maar hij zag vuurrood, en Jaap zag bleek.

‘Wat is er gebeurd, Jaap?’ vroeg tante.

Eerlijke Jaap vertelde precies hoe

[pagina 8]
[p. 8]

het gegaan was, ook dat hij Keesje bijna een klap had gegeven.

‘Ruim jij den boel maar op, Jaap, en je locomotief zullen we wel weer in orde laten maken. En Kees gaat met mij mee,’ zei tante.

Tante zei 't zoo rustig, dat Keesje dadelijk meeging naar de huiskamer. Daar nam tante hem op schoot en zei: ‘Wel, wel, dat was een heel ander Keesje dan ik gisteren zag.’

‘Toen was ik ook niet boos,’ zei Keesje.

‘En ben je wel eens meer boos?’ vroeg tante.

‘Ja - van ochtend onder 't aankleeden ook, tegen Juf.’ bekende Keesje heel eerlijk.

‘Dan heb je vandaag 't verkeerde deurtje opengezet,’ zei tante.

‘Welk deurtje?’ vroeg Keesje rondkijkend.

‘Dat zal tante je eens vertellen. Kijk eens Keesje, er zijn in je hartje twee kamertjes. Als je 't deurtje van 't eene kamertje openzet, dan komen er booze woorden op je lippen en tranen van kwaadheid in je oogen. Maar als je 't deurtje van het andere kamertje openzet, dan komt er allemaal vriendelijkheid naar buiten en heel geen boosheid. Dat is het goede kamertje, en nu heb je stellig van ochtend het deurtje van het verkeerde kamertje opengezet.’

Keesje knikte van ja.

‘Weet je wat je nu doen moet?’ zei tante heel ernstig, ‘als je morgenochtend opstaat, moet je vragen of de lieve Heer je helpen wil om 't goeie deurtje open te zetten en om 't den heelen dag open te houden. Zal je dat doen?’

Ja, dat beloofde Keesje.

Den volgenden morgen zat tante vóór 't ontbijt wat te lezen in haar kamer. En wie stapte daar binnen? Keesje, met een stralend gezichtje

[pagina 9]
[p. 9]

‘Tante,’ zei hij, ‘'k heb er om gedacht, 'k heb 't aan den lieven Heer gevraagd, en 't goeje deurtje is open.’

‘Mooi zoo, Keesje,’ zei tante, en gaf hem een zoen, dat 't klapte.

En dat deed 's avonds zus Lientje ook, toen zij hem de trap opdroeg met naar bed gaan.

‘Kindlief, dat mag je niet doen,’ zei tante, toen zij zag, dat Lientje hem droeg, ‘Keesje is te zwaar voor jou.’

‘Och tante, 't was maar voor een enkel keertje,’ zei Lientje, ‘hij was vandaag toch ook zoo'n schat!’

Zóó lief was Keesje dien dag geweest!


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken