Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De groote schouburgh der Nederlantsche konstschilders en schilderessen (3 delen) (1976)

Informatie terzijde

Titelpagina van De groote schouburgh der Nederlantsche konstschilders en schilderessen (3 delen)
Afbeelding van De groote schouburgh der Nederlantsche konstschilders en schilderessen (3 delen)Toon afbeelding van titelpagina van De groote schouburgh der Nederlantsche konstschilders en schilderessen (3 delen)

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (19.19 MB)

Scans (158.12 MB)

XML (2.13 MB)

tekstbestand






Genre

proza
non-fictie

Subgenre

non-fictie/biografie
non-fictie/kunstgeschiedenis


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De groote schouburgh der Nederlantsche konstschilders en schilderessen (3 delen)

(1976)–Arnold Houbraken–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 336]
[p. 336]

[Jakob Bakker]

JAKOB BAKKER (want die volgt nu) is geboren te Harlingen, maar heeft den meesten tyd zyns levens te Amsterdam doorgebragt. Joach. Sandrart gedenkt aan hem in zyn Duitsche Academie, dog zonder eenig tydmerk. Hy is gestorven in den jare 1638. op zyn dertigste jaar als uit dit vaers af te leiden is, 't welk zeit: dat hy

 
Was dertig jaren oud als hy ley 't leven af;
 
Als hem de bleeke dood kwam rukken in het graf.

en dus geboren in 't jaar 1608. Volgens schryven van K. de Bie. Maar onder zyn Beeltenis door T. de Keyzer geschildert, en door Theod. Matham gesneden staat: OBIIT XXVII AUG. Anno MDCLI. AET. XLII. by gevolge geboren in 't jaar 1609. welk afbeeltzel van ons gevolgt, wy vertoonen in de Plaat M nevens Rembrant. Hy is berugt geweest, inzonderheid van wegen 't schilderen van Pourtretten, welke hy konstig, met een goede gelykenis en vaardig opmaakte.

'T is byna niet te gelooven 't geen van zyne uitstekende vaardigheid 'in 't schilderen verhaald word, namelyk: dat hy een vrouw van Haarlem gekomen om uitgeschildert te worden, met kraag, kleederen, twee handen levensgroote ruim halverwegen en wel geschildert, op eenen dag voltooide, en zy met het stuk voor den avond naar Haarlem vertrok.

Hy heeft ook by de Konstbeminnaars veel roem behaald met het schilderen van Historien, tot schoorsteenstukken, als anders.

Jan Vos heeft op een zyner Konststukken verbeeldende een Harderin, die van Chimon begluurt word, geplaatst in de groote zaal van Abrah. van Basse, dit volgende vaers gemaakt:

[pagina 337]
[p. 337]
 
Van Bassen hou tog stant; de Nimf die gy ziet slapen,
 
Is niet door't groot penceel, maar door natuur geschapen.
 
Laat Cimon tog bezien, wie hem de borst doet braân.
 
Men kan den lust, by wyl, door d'oogen ook verzaan;
 
Dies zyt een weinig stil; hier moet geen voetzool kraken.
 
Gy zult, zoo gy u rept, de Veldnimf wakker maken.
 
Zy brand ons nuzy slaapt; indien zy wakker wert,
 
Zoo maaktze ons heel tot asch; want 't oog ontsteekt het hert.

En Lud. Smids laat zig op d'lphigenia van Cyprus, door J. Bakker gemaakt, dus hooren:

 
Mars, tredend in een zaal, die men verkeeren zou
 
In eenen Heemel, door de geestigste penceelen,
 
Zag op een veldtapyt, een sluimerende vrouw.
 
Hy boog zig, en begon haar witte borst te streelen,
 
En schoof zyn gladden helm van 't voor hoofd, om die mond
 
Te kussen, daar Natuur voor opgetogen stond.
 
 
 
Vrouw Venus! sprak hy: (dog het was een Herderinne,
 
DienGa naar voetnoot* Cimon vind in 't Bosch) hier is den Oorlogsgod!
 
Waak op; gun hem de vrugt eens van uw wederminne;
 
Met week hy, schamende zig het gewaand genot!
 
Hy meende Venus lag hier voor zyn dartele oogen:
 
Maar was, door Bakkers konst, en verf, en doek, bedrogen.
[pagina 338]
[p. 338]

Ik had byna vergeten (en zou dus zyn roem by verzuim benadeeld) van zyne uitstekende wyze van teekenen te melden. Zeker hy heeft zyne Academiebeelden, inzonderheid de vrouwtjes zoo konstig op blaau papier met zwart en wit kryt geteekent, dat hy daar door de kroon van alle zyne tydgenooten heeft weg gedragen. 't Is ook haast aan de zugt der papierkonstminnaars, wanneer 'er van zyne teekeningen op een verkooping komen, te zien wat agting zy voor dezelve hebben.

voetnoot*
Bokkatius in 't 19 Cap. zyner vertellingen zeit: dat Cimon een plompaard, dog van grooten huize, door het gezigt van deze schoonheid, veranderde in een verstandig minnaar.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken