Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Verzen voor de Leidse loterij en de rederijkerswedstrijd van 1596 (1994)

Informatie terzijde

Titelpagina van Verzen voor de Leidse loterij en de rederijkerswedstrijd van 1596
Afbeelding van Verzen voor de Leidse loterij en de rederijkerswedstrijd van 1596Toon afbeelding van titelpagina van Verzen voor de Leidse loterij en de rederijkerswedstrijd van 1596

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.28 MB)

ebook (4.71 MB)

XML (0.28 MB)

tekstbestand






Editeur

Johan Koppenol



Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel
refreinen
wedstrijdbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Verzen voor de Leidse loterij en de rederijkerswedstrijd van 1596

(1994)–Jan van Hout–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 8]
[p. 8]

De Leidse rederijkerswedstrijd van 1596

Op zondag 26 mei 1596 was het zover: Vrouwe Retorica verwelkomde de rederijkerskamers aan de Leidse Zijlpoort. Timmerlui hadden een toneel gebouwd van waaraf zij de intrede kon gadeslaan. Dankzij de gedrukte tekstboekjes, Den Lust-Hof van Rethorica en Cort Verhael, is het mogelijk een vrij nauwkeurige beschrijving te geven van het verloop van de wedstrijd. Tijdens de intrede beeldde elke kamer `het leven der Tyrannen’ uit: `wat een beloonen zy oyt verworven hebben voor haer doot en naer’. Ga naar eind31 Bijna alle kamers voerden wel een Nero, Caligula en Herodes in hun stoet mee. Van de Zijlpoort trokken de rederijkers eerst in optocht door de stad, daarna werd elke kamer naar zijn herberg geleid. Als bijlage 2 is hierachter een kaart opgenomen met een overzicht van de weg die de stoet volgde en de plaatsen waar de rederijkers gelogeerd waren. De dag werd op lachwekkende wijze afgesloten door de zotten. Ga naar eind32 Zij vierden de bruiloft van Joncker Mors en Vrou Lors met een feestmaal, dat bestond uit `fijne kouc’ en `erweten’ die werden opgediend in drie vloten. Ga naar eind33 Het bruidspaar werd verblijd met onder andere de volgende `geschenken’: een bundel kerfstokken, een lantaren zonder licht, mosselschelpen om de aars te krabben en enkele pispotten.

De eigenlijke rederijkerswedstrijd begon op maandag 27 mei 1596. 's Ochtends om acht uur werden de rederijkers van hun herbergen opgehaald door leden van de Witte Acoleyen. Iedereen droeg, met het oog op de verklaring van de intrede, weer `tselfd' habijt’ als de vorige dag. Ga naar eind34 Vrouwe Retorica wachtte de kunstbroeders op, ditmaal aan de Breestraat waar een tweede toneel opgetrokken was. Bovendien waren er tribunes voor de toeschouwers gebouwd. Ga naar eind35 Retorica troonde op een fraai opgetuigde zetel met `aen wederzijden drye van haer Gesusters inder vrye Consten’. De zeven artes liberales waren dus gepersonifieerd, `elcx met hunne tytels ende bewijs van hun Constige handwercken’. Ga naar eind36 Aan de voeten van Vrouwe Retorica zaten de `Auditores’, dat zijn juryleden of gecommitteerden van elke kamer. Om de jurering zo eerlijk mogelijk te laten verlopen hadden de Acoleyen namelijk al in de kaart gevraagd:

Uut elcke Camer een te stellen op 't Toonneel,

Om de gerechticheyt dees handels daer te aenschouwen,

En zien dat los van jicht [=eigenbelang] elc een becoemt zijn deel Ga naar eind37

Retorica heette alle kamers afzonderlijk welkom en vroeg om een uitleg van de intrede. De antwoorden, waarin elke kamer de personages uit de eigen stoet aan haar voorstelt, zijn in balladevorm gegoten. Daarop volgde het aanbieden van de blazoenen, een soort houten wapenborden of -schilden. Eén van de drukken van Den Lust-Hof vermeldt in een aantal gevallen wie de schilders van deze blazoenen waren. Zo weten we dat niemand minder dan Karel van Mander de blazoenen van de Haarlemse kamers Trou moet Blijcken en de Witte Angieren verzorgde. Ga naar eind38 De blazoenen gingen vrijwel al verloren, alleen het blazoen van de Blaue Acoleyen uit Rotterdam wordt nog bewaard in de Leidse Lakenhal. Ga naar eind39

Voor de middag verklaarden de eerste vijf kamers hun intrede, na de middag volgden de andere vijf. De dag werd afgesloten met toneelspel van de Witte Acoleyen: eerst een - niet bewaarde - Prologhe van twee Personagien, gevolgd door het Loterijspel van` Jan van Hout. Ga naar eind40 De leden van de Witte Acoleyen hadden dit spel ingestudeerd ten huize van keizer Mathijs Harmansz van Crenenborch. De drank die tijdens de oefeningen werd genuttigd kwam voor rekening van het stadsbestuur. Ga naar eind41

Dinsdag 28 mei 1596 stond in het teken van de refereinen en liederen. Elke kamer had een referein geschreven op de stokregel:

Voor een beveynsde paeys, een rechte crijch te prijsen//is Ga naar eind42

[pagina 9]
[p. 9]

De refereinen moesten bestaan uit vier strofen van zeventien regels in `vrije maet’. Het lied diende gewijd te zijn aan de vraag `hoe Godes gonst staet open, Voor die den armen bijstant doen, en toonen deucht.’ Ga naar eind43 Weer kwamen er vijf kamers vóór en vijf na het middaguur aan de beurt. Ook deze teksten zijn te vinden in de verschillende edities van Den Lust-Hof.Op woensdag 29 en donderdag 30 mei mochten de kamers een toneelstuk spelen, `nieut of out’. Er was, wegens de korte voorbereidingstijd, geen spelonderwerp vastgesteld. Ga naar eind44 De meeste kamers kwamen met een esbattement of `een drollige of outbollighe Cluyt’. Ga naar eind45 De toneelteksten ontbreken in Den Lust-Hof van Rethorica. Alleen de klucht Vanden vloijvanger van Trou moet Blijcken en het spel van de Leidse Vlamingen, Den Spiegel der Liefden van Jacob Duym, zijn overgeleverd. Ga naar eind46 Het laatstgenoemde spel van Duym had, net als het Loterijspel van Van Hout, tot doel de liefdadigheid te bevorderen:

Mitsgaders t'Verlangende hart ende menich Constich geest: die in de Prologe ende Conclusie speelwijs hebben verthoont den Sinne van t' Spel, ende den armen gerecommandeert, om t' volck te bewegen tot het inneleggen vande Lotterie. Ga naar eind47

Helaas zijn deze proloog en conclusie niet overgeleverd - wat overigens wel begrijpelijk is: toen Duym in 1600 zijn Spiegelboeck liet drukken hadden deze teksten immers geen actualiteitswaarde meer. De woensdagavond werd afgesloten met een feestmaal, aangeboden door de Witte Acoleyen aan Keizer, Prins en Factor van alle kamers die te gast waren. Ga naar eind48

Vrijdag 31 mei, de slotdag van het Leidse rederijkersfeest, was voor het juryoordeel en de prijsuitreiking door Vrouwe Retorica. De jury bestond uit gecommitteerden namens de kamers en `eenige neutrale, ende onpertijdige personen, de const verstaende’. Jan van Hout moet tot deze onbevooroordeelde kunstkenners hebben behoord: zowel de puntentelling als het berijmde juryrapport en het bijbehorende zogenaamde `solemnele dichtwerk’ zijn in zijn handschrift overgeleverd. Het juryoordeel werd ter goedkeuring voorgelegd aan de Leidse burgemeesters. Ga naar eind49 Leden van de Witte Acoleyen leverden de prijzen vervolgens bij de winnaars persoonlijk af. Een en ander lokte weer een stroom reacties uit, `Sonnetten/ Epigrammen/ ofte Rondelen’, maar daarvan bleef niets bewaard. Ga naar eind50 Na de prijsuitreiking konden de rederijkers weer naar huis.

Gedurende de wedstrijd had er nog een bijzondere gebeurenis plaats: de Vlaamse kamer uit Haarlem, de Witte Angieren onder de zinspreuk `In Liefde getrou’, legde haar meesterproef af. De officiële erkenning van een rederijkerskamer verliep vermoedelijk stapsgewijs. De kamer van de Witte Angieren was in 1593 tijdens de wedstrijd in Zandvoort al gedoopt. Ga naar eind51 Nu, in Leiden, moest de kamer bewijzen als volwaardige kamer te kunnen meedraaien. Van Hout had de test al aangekondigd in de Missive:

De Witte Angier

Haer test vint hier,

En mach daer op haer tand scherpen.

De meesterproef bestond onder meer uit het maken van een referein: als enige kamer declameerde de Witte Angieren een antwoordvers na het welkom van Retorica; hierin zijn de namen en spreuken van de overige deelnemers verwerkt. Verder had ze als enige een `Uytsprake gedaen op 't Tonneel in t' overleveren van t' Blazoen’. Ga naar eind52

[pagina 10]
[p. 10]

Het rederijkersfeest kostte de stad Leiden in totaal ruim 1844 gulden, geen gering bedrag. Ga naar eind53 Toch waren de organisatoren tevreden. Mede door de inzet van Jan van Hout had de aloude rederijkerskunst geschitterd op een wijze, die herinnerde aan het Antwerpse landjuweel. Doch het succes gold evengoed de loterij: het volk gaf massaal gehoor aan de oproep loten te kopen.

eind31
Lust-Hof, ed. Van Ravelengien, p. 13.
eind32
Cort Verhael, fol. A3r: Den xxvj. Mey. Anno. M.D.XCVI.
eind33
Cort Verhael, fol. A2r; Prinsen 1904, p. 473.
eind34
Lust-Hof, ed. Van Ravelengien, p. 13.
eind35
Prinsen 1904, p. 477.
eind36
Lust-Hof, ed. Van Ravelengien, p. 78. Retorica staat dus boven haar zusters, een mooi voorbeeld van de gewijzigde hiërarchie binnen de artes. Zie: L. Roose, `Lof van retorica. De poëtica der rederijkers. Een verkenning’. In: Liber alumnorum Prof. Dr. E. Rombouts. Leuven 1968, pp. 111-128, pp. 115-118.
eind37
Lust-Hof, ed. Van Ravelengien, p. 14.
eind38
Lust-Hof, ed. Andriesz/Orlers, fol. [D8]r.
eind39
Prinsen 1904, p. 449 (verwijst naar Lakenhal, inv.nr. 2470).
eind40
Lust-Hof, ed. Van Ravelengien, p. 103; Prinsen 1904, p. 476.
eind41
Prinsen 1904, pp. 465, 471-472.
eind42
Later zou Jacob Duym een spel schrijven op ongeveer dezelfde regel: Een bewys dat beter is een goeden Crijch, dan eenen gheveynsden Peys. In: Jacob Duym, Een Ghedenck-Boeck, Leiden 1606. Men heeft aangenomen, dat Duym zijn spel heeft geschreven naar aanleiding van de Leidse wedstrijd, geïnspireerd door de opgegeven stokregel. Zonder het verband tussen stokregel en spel geheel te willen ontkennen, wil ik er op wijzen dat er meer aan de hand is geweest. Er bestaat namelijk nóg een zinnespel op dezelfde vraag, geschreven door de Haarlemse rederijker Jan Prins, factor van de Wijngaertrancken en werkzaam in de jaren rond 1600. Dit spel is overgeleverd in de boeken van Trou Moet Blijcken, Boek E, spel 14 (zie met name fol. 170r). Kennelijk is er een wedstrijd geweest; waar en wanneer deze wedstrijd precies heeft plaatsgevonden is vooralsnog onbekend.
eind43
Lust-Hof, ed. Van Ravelengien, p. 14.
eind44
Zie de Chaerte, vss. 69-72.
eind45
Lust-Hof, ed. Van Ravelengien, pp. 150-151.
eind46
Zie: W.M.H. Hummelen, Repertorium van het rederijkersdrama 1500-ca.1620. Assen 1968, 1 OG 4 en 3 I 2.
eind47
Lust-Hof, ed. Van Ravelengien, p. 153.
eind48
Prinsen 1904, p. 472.
eind49
Lust-Hof, ed. Andriesz/Orlers, fol. G4v.
eind50
Lust-Hof, ed. Van Ravelengien, p. 154.
eind51
De doop van de Witte Angieren wordt, zonder bronvermelding, genoemd door: G.D.J. Schotel, Geschiedenis der Rederijkers in Nederland. 2 dln. Amsterdam 1862-1864, II, p. 256; A. van Elslander, `Lijst van Nederlandse rederijkerskamers uit de XVe en XVIe eeuw’. In: Jaarboek De Fonteyne 18 (1968), pp.29-60, p. 42. Dat de doop in Zandvoort plaatsvond wordt bewezen door de volgende plaats in Boek C, fol. 38v, van het Haarlemse Trou moet Blijcken:
En het Widt angiertgen tot Santvoort gesprooten met const ouergooten door rethorices practijcken
Zie voor de aanwezigheid van de Witte Angieren in Zandvoort in 1593 ook: GAL, Gildenarchieven 1473, 3e afdeling, fol. 16v en vlg.
eind52
Lust-Hof, ed. Van Ravelengien, pp. 32-33, 85-86.
eind53
P.J. Blok, Geschiedenis eener Hollandsche Stad III: Eene Hollandsche stad onder de Republiek. 's-Gravenhage 1916, p. 271.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

organisaties

  • Witte Ackoleyen

  • over Witte Ackoleyen

  • over Goudsbloem

  • over Korenbloem

  • over Wijngaertrancken

  • over Kyndeke Jesus in die Wijndruijven / De Pellicaen / Speelcooren

  • over Witte Angieren

  • over Kempenbloem

  • over Corenaren

  • over Blauwe Acoleyen

  • over Aeckerboom

  • over Orange Lelie / De Witte Lelie


plaatsen

  • Leiden


Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs

  • over Karel van Mander

  • over Jacob Duym


datums

  • 26 mei 1596