Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Bij ons schijnt de zon (1983)

Informatie terzijde

Titelpagina van Bij ons schijnt de zon
Afbeelding van Bij ons schijnt de zonToon afbeelding van titelpagina van Bij ons schijnt de zon

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.86 MB)

Scans (8.64 MB)

ebook (2.95 MB)

XML (0.31 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Bij ons schijnt de zon

(1983)–Marijke Höweler–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 142]
[p. 142]

28 Wees gegroet Maria vol van genade

Wiesje, als altijd in de veronderstelling dat 's mensen welbevinden slechts op twee pijlers berustte: voedsel en slaap, had Leo zo dringend uitgenodigd om te komen eten dat zijn fantasie hem erdoor in de steek had gelaten. En daar zat hij dan tussen twee blonde kinderen en vroeg zich af of die al op de middelbare school gearriveerd zouden zijn en zo ja hoever zij daarin gevorderd waren. Zijn studenten leken immers ook per jaar jonger te worden. En Leo voelde zich met elk vrolijk verhaal van die guitige gezonde rakkertjes eenzamer worden. Onder de soep had hij nog naar Suzanne verlangd, nú dacht hij al weemoedig aan Rosa. Hij moest ver heen zijn. Wél had hij het prettig gevonden het Wees gegroet nog eens in volle lengte te beluisteren. Vanwege zijn enigszins waterige opvoeding in deze wilde hijzelf nogal eens haperen op het moment dat het in het Onze Vader over ging om vervolgens weer wat af te gaan wijken.

‘Oom Leo,’ zei een neefje, van wie hij zich al een tijdje af had zitten vragen of hij misschien in Ernests leeftijdsklasse viel. ‘Wie kookt er nou voor u?’

‘Ik kook zelf weleens,’ zei Leo.

‘Ja maar, als u ziek bent of zo iets,’ hield hij vol.

‘Als ik ziek ben eet ik nooit,’ zei Leo.

Hij keek vragend naar zijn moeder.

‘Oom Leo maakt een grapje,’ zei Wiesje en tot Leo: ‘Zeg zulke dingen nu niet, dan krijg ik er geen hap meer in!’

‘Het is heerlijk geweest,’ vond Leo, terwijl hij zijn mes en vork richting stop legde.

‘Ik zal je nog eens opscheppen,’ zei Wiesje, die tegenwoordig nog maar zelden buiten de deur at. Daarna deden ze een poosje van echt niet en hè toe nou, totdat Hugo hem ver-

[pagina 143]
[p. 143]

loste door voor te stellen een sigaartje in de kamer te roken.

‘Zeg,’ zei Leo, terwijl hij een sigaret opstak, ‘heb ik het goed begrepen dat jullie er eentje bij krijgen?

Hugo die net op het punt stond om van het eerste trekje van zijn sigaar te gaan genieten keek gealarmeerd op.

‘Néé toch,’ en hij zocht naar een excuus om even bij Wiesje te gaan informeren.

‘Rustig,’ probeerde Leo hem nog tegen te houden, ‘ik heb niets gezegd, het komt van moeder, het zal wel fantasie zijn, sorry.’ Maar Hugo was al naar de keuken.

‘Als je nog 'ns iets weet,’ vond Hugo bij terugkomst. ‘Doe zélf liever eens iets!’ Het was eruit voor Hugo er erg in had. Hij had het trouwens niet eens zelf verzonnen. Het was Wiesje die dat altijd zei, als ze het over Leo's goede inborst en zijn slechte omgeving hadden.

‘Ik héb iets gedaan,’ zei Leo.

Hugo moest alweer zijn feestsigaar uit zijn mond halen.

‘Hoezo?’

‘Ik heb een zoon,’ zei Leo.

‘Je liegt 't,’ vond Hugo.

‘Nee,’ zei Leo. En het speet Hugo geweldig dat hij aan dat onzinnige verhaal dat Wiesje een paar maanden geleden had opgehangen zo weinig aandacht had geschonken.

‘Ongelukje?’ vroeg Hugo.

‘Nee,’ zei Leo, ‘geen sprake van.’

‘Maar waarom...?’

‘Zijn moeder is verongelukt.’ Leo keek er zo tragisch mogelijk bij.

‘Waarom heb je me dat nooit gezegd, kerel,’ fluisterde Hugo hartelijk. ‘Waar is hij nu?’

‘Bij haar ouders,’ zei Leo.

‘Italiaans?’ vroeg Hugo. Zoiets stond hem nog bij.

‘Nederlands,’ zei Leo. Het licht ging weer uit.

‘Allemachtig,’ zei Hugo, ‘zal ik wat inschenken?’

[pagina 144]
[p. 144]

‘Doe dat,’ vond Leo. En Hugo haalde waarachtig de cognac te voorschijn die hij op zijn verjaardag van zijn collega's op kantoor had gekregen.

‘Hoe lang al?’ vroeg Hugo.

‘Zes jaar is ie,’ zei Leo.

‘Leuk ventje?’

Leo knikte bescheiden.

‘Jezus nog aan toe, en dat heb je al die tijd voor je gehouden?’

‘Ja,’ knikte Leo.

‘Tjonge jonge, dat moet toch afschuwelijk voor je zijn,’ zei Hugo hartelijk.

‘Is 't ook,’ vond Leo.

‘Hield je van die vrouw?’

Leo vond van wel.

‘Hoe is ze... om 't leven gekomen?’

‘Auto-ongeluk,’ zei Leo sober.

‘Vreselijk kerel,’ zei Hugo, ‘werkelijk ontzettend voor je. Tja nou begrijp ik een heleboel dingen opeens veel beter van je.’ Leo vroeg zich af wat dat dan wel zijn zou, maar wilde het niet vragen omdat de sfeer zo mooi was.

‘Wij hebben nooit begrepen wat jij in die Rosa zag, maar nou snap ik het veel beter!’

En Leo kon maar niet ontdekken hoe de onthulling nu toch zoveel verheldering voor Hugo op kon leveren over zijn Rosa (zo was hij na de derde dag van haar vertrek weer over haar gaan denken).

‘Je bent natuurlijk helemaal van de kook geweest.’

Leo knikte zwijgend.

‘Tjonge jonge dat kan ik me voorstellen, dat kan ik me indenken,’ zei Hugo. ‘Tjonge jonge. Niet tegen Wiesje zeggen zeker?’

Leo legde zijn vinger op de lippen.

‘Je moeder?’

[pagina 145]
[p. 145]

Leo herhaalde zijn gebaar.

‘Tjonge jonge,’ zei Hugo nog eens.

Toen kwam Wiesje met de koffie en achter haar aan een stoet van kinderen, zodat Leo, hij keek eens op zijn horloge, nog ruim een uur - als ze tenminste inmiddels niet wéér later naar bed mochten - tekeningen bekijken moest, volslagen onsamenhangende verhalen proberen te begrijpen en zelfs verplicht was ‘zagen zagen wielewielewagen’ te zingen met de kleine Jacobus.

Net dacht Leo een van die vervloekte vlooiebeten van Wiesjes diergaarde te voelen of Hugo sprak opnieuw het verlossende woord: ‘En nu naar boven, oom Leo is die herrie niet gewend, die wordt daar doodop van.’

‘Tjonge jonge,’ zei Hugo nog eens toen Wiesje met haar schare verdwenen was, ‘en wat nu?’

‘Hoezo, wat nu,’ vroeg Leo.

‘Als je eens wat overkomt of zo.’ Hugo dacht aan Leo's darmen.

‘Daar zit ik weleens over in,’ zei Leo.

‘Wil je dat wij...?’ vroeg Hugo.

Zijn Ernest - Leo kreeg het koud bij de gedachte. Zijn tengere, gevoelige, intelligente liefste in dat vlooiennest tussen al dat schreeuwende gespuis met die dikke nekken. Hugo's nek, dacht Leo nog.

‘Dat zou ik die mensen nooit aan kunnen doen,’ zei hij. ‘Nee dat zou ik...’

‘Maar,’ zei Hugo, ‘je kunt je zoon toch niet laten opvoeden door...’ hier ontstond een moeilijkheid, om een of andere reden wilde Hugo analfabeten zeggen.

‘Hij woont in Italië,’ zei Leo.

‘Het zullen natuurlijk heel hartelijke mensen zijn,’ zei Hugo. Toch zat er iets in dat verhaal van Wiesje bedacht hij zich, maar hij vervolgde: ‘Je wilt toch niet dat hij... denk bij voorbeeld eens aan de scholen.’

[pagina 146]
[p. 146]

‘Die zijn daar beter dan hier,’ zei Leo en dacht aan de middenschool waar meer dan de helft van Hugo's dikkopjes zijn of haar verstand aan het verliezen was.

‘God nog aan toe,’ zei Hugo, ‘ik zou geen oog dicht doen.’ En hij piekerde erover hoe hij dit nieuws voor Wiesje zou kunnen verzwijgen. ‘Heeft hij je naam?’

‘Nee,’ zei Leo, ‘daar was het te laat voor.’

‘Maar je betaalt zijn opvoeding?’

‘Ten dele,’ zei Leo bescheiden.

‘Ook dát nog,’ zuchtte Hugo, ‘als ik dát geweten had.’

‘Wat dan?’ vroeg Leo opeens nieuwsgierig.

‘Ach dan had ik je toch nooit met die andere zaak belast.’

‘Oh dát,’ zei Leo, ‘ik was blij dat ik je helpen kon. Ik weet zo'n beetje wat de kinderen je moeten kosten. Al wat van moeder gehoord?’

‘Ik dacht het niet, straks even aan Wiesje...’

En daar kwam Wiesje al binnen.

‘Nee,’ vond Wiesje, ‘ik begin me wel ongerust te maken.’

‘Welnee,’ zei Hugo wat al te bezwerend, ‘daar moet je je niet bezorgd over maken, die amuseert zich kostelijk. Ergens is het toch een fantastische vrouw,’ vond Hugo opeens en hij dacht met bewondering aan Leo's vermogen tot zwijgen. Zo iets zou hij niet voor elkaar gekregen hebben. Stille wateren, diepe gronden vond Hugo.

‘Ja 't is wel parmantig allemaal,’ zei Leo niet zonder enige trots.

‘Nou ik vind het onverantwoordelijk om niet even te bellen, typisch moeder,’ zei Wiesje, ‘wat drinken jullie daar?’ Ze had de cognac graag tot haar eigen verjaardag gespaard gezien.

‘Ook een glaasje?’ vroeg Hugo.

‘Nee hoor, dat is aan mij niet besteed.’

‘Glaasje fris?’ vroeg Hugo vriendelijk.

‘Hè ja, heerlijk,’ zei Wiesje alsof het champagne betrof.

[pagina 147]
[p. 147]

‘Daar zal je moeder hebben,’ zei Leo toen de telefoon ging. Wiesje pakte hem al op.

‘Dag moeder hoe gaat het? We hadden het juist over u. Alles goed? Waar zit u nu precies? Ja natuurlijk Zwitserland. In Zürich toch? En het hotel? Fijn, ja maar hoe heet het precies? Ach natuurlijk weet u dat wel. Lautenbach.’ Wiesje gebaarde naar Hugo die al een ballpoint uit z'n zak gehaald had. Leo gaf hem de krant. Hugo keek vragend naar Wiesje: ‘Dorfstrasze.’ Hugo schreef het geduldig op. ‘Het huisnummer,’ vroeg Wiesje. ‘Nee natuurlijk niet moeder, we zijn bezorgd. Ja, bezórgd! Ging het goed met de bank? Ja, ja wegbrengen, altijd makkelijk,’ herhaalde Wiesje haar moeder.

Leo glimlachte trots. ‘Geweldig vitaal.’

Hugo was het hartelijk met Leo eens.

‘Groetjes van ons allemaal én van Leo. Ja, zal ik doen, dag, dag!’

‘Wanneer komt ze terug?’ vroeg Leo.

‘Oh gut,’ zei Wiesje, ‘vergeten te vragen.’

‘Nou we zien wel,’ vond Leo berustend.

‘Stralend weer had ze,’ zei Wiesje.

‘Zie je wel,’ zei Hugo, ‘je maakt je altijd te veel zorgen, jij met je regen!’


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken