Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Van geluk gesproken (1982)

Informatie terzijde

Titelpagina van Van geluk gesproken
Afbeelding van Van geluk gesprokenToon afbeelding van titelpagina van Van geluk gesproken

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.94 MB)

Scans (8.53 MB)

ebook (3.00 MB)

XML (0.35 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Van geluk gesproken

(1982)–Marijke Höweler–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 70]
[p. 70]

11 Het keuzevak komt te vervallen

Ofschoon hij er altijd last van had, was Leo nog nooit zo. moe zijn afdeling binnen gestapt als na deze vakantie. Niettemin deed het hem goed in de vertrouwde omgeving te zijn.

‘Gelukkig nieuwjaar, professor,’ zei z'n secretaresse als eerste.

‘Gelukkig nieuwjaar,’ mompelden zijn medewerkers die zich kleumend bij het koffiezetapparaat ophielden.

‘De beste wensen voor jullie allemaal,’ zei Leo en bedacht zich dat er veel veranderd was de laatste jaren.

‘Ook zo,’ hoorde hij de jongste zeggen.

Hoe kwam hij eigenlijk aan die vent? Leo kon het zich niet herinneren, het moest een ogenblik van verstandsverbijstering zijn geweest. Of was hij uit de jaren zeventig toen ze elkáár aannamen misschien? Hij moest toch ergens vandaan komen. Veel tijd had hij niet om er zich zorgen over te maken. De commissie onderwijs stond hem te wachten, zoveel had hij onthouden van z'n agenda. Om precies te zijn werd hij nog door drie commissies, twee tentamens en hij wist niet hoeveel los gezanik van zijn Rosa gescheiden. Een combinatie van drie van zijn medewerkers en twee studenten maakte zich los uit het groepje en Leo, die net de gesteldheid van de Autobahn wilde gaan beschrijven, begreep dat zij de commissieleden moesten zijn die aan de slag wilden, zoals ze dat noemden. Hij kon hun combinaties per commissie maar niet onthouden. Normaal vond hij steun voor z'n zwakke geheugen op dit gebied, bij het feit dat zijn medewerkers onveranderlijk, per commissie waarvan zij deel uitmaakten, dezelfde stoelen aan zijn tafel bezetten. Zelfs als er twee commissies na elkaar kwamen dan verplaatsten de-

[pagina 71]
[p. 71]

genen die zich opmaakten voor hun tweede hoedanigheid zich naar de daarbij behorende stoel.

Op zijn bureau was de post gesorteerd en het kostte hem daarom dit keer geen moeite de stukken van deze vergadering te vinden. Bovenop lag zowaar de agenda.

‘Hoe hebben jullie het gehad?’ vroeg Leo, terwijl hij hielp de tafel een eindje naar voren te trekken zodat het muizige studentje zich tussen de muur en het tafelblad in kon wringen.

‘Goed, jij?’ vroeg de meest luie van zijn medewerkers, terwijl de anderen zich bezig gingen houden met de sportieve prestaties welke ze geleverd schenen te hebben. Dit gaf Leo de gelegenheid de agenda eens wat nader te bestuderen. En daar was het al: de twee-fasenstructuur. Kokhalzend keek hij naar de eerste tabel in de bijlagen waaronder de ferme conclusie: ‘Het keuzevak komt daarmee te vervallen.’ Zo hoort het ook, dacht Leo, bordje leegeten, geen gemeier en hij bladerde door naar model twee en drie. Deze alternatieve reducties op het programma kwamen hem minder aanlokkelijk voor. Inkrimping van de hoofdrichtingsvakken in de eerste fase òf de afschaffing van het practicum. Het eerste beviel hem niet omdat er dan minder college gegeven behoefde te worden en hem dat personeel zou gaan kosten en het tweede al helemaal niet want dat was het practicum van Roos. De zaak zag er dus overzichtelijk uit.

‘Dames en heren,’ hoorde Leo zichzelf zeggen. Het was zoiets als autorijden in een bekende stad geworden. De uren gingen er mee voorbij en wie wist nog precies hoe hij van werk naar huis was gekomen?

Ofschoon de studenten het keuzevak ongaarne lieten vallen en bovendien problemen met de achterban voorzagen, leken zij zich niet op te maken voor harde actie en zo werd model één aangenomen en kwam daarmee het keuzevak te vervallen. Het was hem nooit duidelijk geweest waarom een

[pagina 72]
[p. 72]

keuzevak in wetenschappelijke kringen nooit eenvoudig verviel maar steeds ‘kwam te vervallen’.

Leo vermeed Van Doornen aan te kijken, wetend dat hij daarmee de verongelijkte, mokkende blik ontliep die door het doorlopend gebruik zware groeven in Van Doornens gezicht geploegd had. In Leo's vroegere dagen had hij nog wel eens een hulpeloos gebaar naar Van Doornen gemaakt alsof hij het zelf graag anders had gezien. Maar Van Doornen was daar de afgelopen vijf jaar niet meer op ingegaan dus liet hij het maar achterwege.

Hoe is het mogelijk, dacht Leo, terwijl hij zijn bril afzette om een van z'n aanwinsten van het eerste uur eens goed te bekijken. Zou die vent nooit moe worden? Waar zou hij zo hebben leren drammen? Zou dat van nature zijn? Maar die hypothese verwierp Leo na een tijdje. Veel wist hij niet van kinderen maar hij kon zich onder zijn neefjes niemand herinneren die als kleuter al zo lang de lijn bezet kon houden. In bed misschien, daar kon het hem wel eens van pas komen. Leo stelde zich Van Doornens witte vrouw voor. Hij zou het toch eens aan zijn psychoanalytische collega vragen. ‘Staat ons gedrag in bed model voor ons gedrag op vergaderingen, wat vind jij Van der Loo, of is dat een domme opmerking?’ Meestal kreeg hij ‘ja’ als antwoord op zulk soort vragen zodat hij tot in lengte van dagen bleef twijfelen of zijn vooronderstelling al dan niet adhesie van de zielkundige had gekregen. Nee, een causeur was hij niet, die knutselaar. Leo was altijd een tikje benauwd geweest voor die vent en toch knoopte hij op elke receptie weer een praatje met hem aan, met bovenvermeld resultaat.

Het ging goed, Leo telde er al drie die ongeduldig op hun stoel zaten te schuifelen, als nummer vier aanstalten maakte, zou hij ingrijpen. Er werd geklopt, daar kwam zijn secretaresse met een blad met bekertjes koffie. De industrieel ontwerper van die bekertjes moet een getalenteerd man zijn ge-

[pagina 73]
[p. 73]

weest, dacht Leo. Het moet waarachtig niet meegevallen zijn om voor de koffiebekertjes de kleur uit te kiezen die koffie eruit doet zien als afwaswater... van? Het viel niet mee deze omschrijving nader te preciseren. Hij zou het Roos eens voorleggen vanmiddag.

De daaropvolgende commissie maakte dat Leo het gevoel kreeg helemaal niet weggeweest te zijn. Italië leek van de aarde weggevaagd. Thomas een stofje op zijn revers en Martje herinnerde hij zich als een vage hoofdpijn na een lange, doorgerookte avond. Nee, er was niets veranderd: het onderzoek zou nooit van de grond komen als niet aan de randvoorwaarden zou worden voldaan, de zaak moest goed doortimmerd zijn anders moest het nog maar eens met ‘de betreffende persoon’ worden ‘doorgesproken’.

 

Zodra de laatste student de deur uit was, stak Leo een sigaret op en greep de telefoon. Dit was het spannende ogenblik. Het nummer van Roos was in gesprek. Ongeduldig draaide hij het nog eens en kreeg haar collega aan de telefoon. Roos moest nu eindelijk toch eens werk maken van een eigen nummer. Het begon toch wel hinderlijk te worden dat hij zich telkens melden moest bij die konkelaar die - en Leo was daar altijd benauwd voor - ook een oogje op haar had.

‘Mevrouw Laroy, nee, niet gezien vandaag.’

Leo kon het niet geloven. ‘Zou ze nog komen?’

Nee, daar wist hij niets van af.

De secretaresse misschien?

Nee, die wist het ook niet. Ze hadden haar wel verwacht ja.

‘Had ze afspraken vandaag?’

Nou nee, dat kon hij zo niet zeggen, hij kende haar afspraken natuurlijk niet.

Wat te doen, Leo zat verbijsterd met de hoorn in z'n hand. De teleurstelling was nauwelijks te verwerken. Zou hij nu

[pagina 74]
[p. 74]

naar huis gaan, maar dàn... of misschien...? Er werd geklopt en Van Doornen kwam binnen. Hij wilde het er toch nog wel eens onder vier ogen over hebben. Hij begeleidde namelijk al drie jaar een werkgroepje en dat werkgroepje gold dan als keuzevak en als het keuzevak nu kwam te vervallen dan zou Van Doornen zo gedacht hebben...

‘Nu niet,’ riep Leo.

En alsof hij de hoofdzuster was die zich naar een patiënt repte die zich van het zuurstofapparaat had losgewoeld, smeet Leo in het wilde weg papieren in zijn koffertje, liep tegen Van Doornen op, rende door de gang en wierp zich de betonnen trap af terwijl de lift net ping-pongde dat hij gearriveerd was om Leo naar beneden te laten glijden.

‘Wees gegroet Maria, vol van genade, Gij zijt de gezegende onder de vrouwen en gezegend is Jezus de vrucht van Uw schoot,’ bad Leo hartstochtelijk terwijl hij de motor startte en de nieuwslezer nog net ‘in Polen’ hoorde zeggen voor hij de radio uit kon zetten. Sinds Leo hoogleraar was geworden op deze universiteit had hij zich aan een streng regime onderworpen om een einde aan zijn overmatig vloeken te maken en niet zonder succes zoals wij zagen.

Leo scheurde door de drie bochten welke zijn huis van zijn werk scheidden. Hij slingerde de auto onder het afdak.

‘Mijn parel onder de pergola,’ zei hij onder normale omstandigheden altijd tegen zichzelf. Maar dit waren nu eenmaal geen normale omstandigheden.

Voor zijn deur stond Martje.

‘God bewaar me,’ zei Leo.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken