Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Van geluk gesproken (1982)

Informatie terzijde

Titelpagina van Van geluk gesproken
Afbeelding van Van geluk gesprokenToon afbeelding van titelpagina van Van geluk gesproken

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.94 MB)

Scans (8.53 MB)

ebook (3.00 MB)

XML (0.35 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Van geluk gesproken

(1982)–Marijke Höweler–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 152]
[p. 152]

26 Van teleurstelling en van hoop

Het was zaterdag en Sjef zat op z'n vaste plek voor de tap. De Bruin kwam binnen en liep direct op Sjef toe. Eén en al vraag waren zijn blauwe ogen en Sjef wendde z'n gezicht af vanwege het onaangename van de situatie.

‘Ga zitten,’ zei Sjef meelevend en schopte de kruk naast de zijne een eindje opzij.

De Bruin kreeg een pilsje. ‘En?’ zei hij, ‘èn, wanneer kan ik beginnen?’

‘Dat zit zo,’ zei Sjef en ging op z'n gemak zijn neus snuiten, terwijl De Bruin hem volgde alsof hij naar Ajax zat te kijken. ‘Dat is te zeggen,’ zei Sjef, ‘ik heb misschien wat anders voor je.’

‘En dat badkamertje dan?’

‘Dat kan voorlopig geen doorgang vinden,’ zei Sjef plechtig en De Bruin voelde de moed in de schoenen zinken.

‘Wat doe je nou Sjef?’ zei De Bruin geteisterd, ‘dat kàn toch helemaal niet Sjef, dat kan ik toch helemaal niet hebben, jongen?’

‘Maak jíj je eigen nou maar niet ongerust, hè,’ zei Sjef.

‘Ik maak mijn eigen wèl ongerust, godverdomme!’ De Bruin verloor bijna de hiërarchische verhouding tussen hen beiden uit het oog.

‘Kalm nou maar even hè,’ zei Sjef bezwerend, ‘dan kan Sjef eens piekeren wat of hij voor je doen kan.’

‘Ik moet dat badkamertje,’ zei meneer de Bruin.

‘Om te beginnen,’ zei Sjef, ‘jij moet niks, wèl goed onthouden even hè, jij moet niks,’ en Sjef deed z'n wijsvinger erbij omhoog. ‘Die man zei tegen mij dat hij het uitstelde en niet dat het niet doorging.’

‘Had ie geen poen of zo?’ vroeg De Bruin, die maar bij het

[pagina 153]
[p. 153]

meest voor de hand liggende argument begon.

‘Poen?’ zei Sjef, ‘jij vroeg of die vogel poen had?’

‘Ja,’ knikte De Bruin bedremmeld.

‘Zàt,’ zei Sjef, ‘wat die man aan poen heeft dat hebben jij en ik nooit bij elkaar gezien.’

‘Waarom kan dat badkamertje dan geen doorgang vinden?’

Toch ben ik vlot van aannemen, dacht De Bruin bij zichzelf, en hij proefde het ‘geen doorgang vinden’, nog eens extra.

‘Weet je wat ie is, die man?’ vroeg Sjef.

‘Nee?’

‘Weet je wat ie is?’

De Bruin had geen idee en als hij het eerlijk had durven zeggen, dan kon het hem ook niets schelen nu hij wist dat de kredietwaardigheid geen probleem vormde.

‘Professor,’ zei Sjef plechtig.

‘Wat zou dat?’ vroeg De Bruin, ‘als ie z'n badkamertje niet aangelegd wil krijgen dan laat het mij koud wat of die man is!’

‘Dat zie je verkeerd,’ meende Sjef.

‘Dat kan ik even niet volgen,’ zei De Bruin.

‘Als een professor iets in z'n kop heeft, dan heeft hij het niet hier,’ en Sjef gaf een fikse klap op het over de kruk puilende gedeelte van z'n kont.

‘Ja, jij lult lekker,’ zei De Bruin en ging een klein stukje van Sjef vandaan zitten.

‘Jij kan mooi praten,’ zei De Bruin nog eens en probeerde de portee van de boodschap in verband te brengen met de diepte van z'n ellende.

‘Jantje,’ zei Sjef en hij legde een zware arm om z'n schouders, ‘wij helpen mekaar toch, hè?’

‘Moet ik eerst nog zien,’ zei De Bruin sceptisch. ‘Nee Sjef, dat zie ik zo niet zitten.’

[pagina 154]
[p. 154]

Sjef trok z'n arm terug, gaf De Bruin nog een pilsje en sloeg aan het denken.

‘Mag ik jou 'ns een vraag stellen,’ zei Sjef, ‘persoonlijk dus?’

De Bruin zei geen ja en geen nee.

‘Hou jij van de natuur?’

‘Wat is dat?’ wilde De Bruin vragen maar hij begreep dat hij Sjefs gedachtengang niet al te zeer in 't ongerede moest brengen.

‘Nou, ik ben er niet gek mee.’ De Bruin drukte het zachtjes uit, je wist nooit.

‘Daar ben jij niet gek mee, tja...,’ zei Sjef, ‘dan wordt het moeilijk!’

‘Hoe dat zo?’ vroeg De Bruin nieuwsgierig.

‘Ach, laat maar zitten ook,’ zei Sjef.

‘Wat had je dan Sjef?’ vroeg De Bruin. Maar Sjef was nèt een praatje begonnen met de dame achter de tap, dus moest hij even wachten.

‘Sjeffie?’ zei De Bruin toen hij eindelijk aan de beurt was, ‘Sjeffie, wat hàd je dan?’

‘Werk,’ zei Sjef, ‘maar ja, je moet ervan houden.’

‘Hoor hem,’ wilde De Bruin smalen maar Sjef ging door.

‘Ik sprak Keessie van de haven,’ zei Sjef.

‘Roetmoppie bedoel je,’ zei De Bruin.

‘En die zei dat ze nog mensen konden gebruiken.’

‘Waarvoor?’ vroeg De Bruin.

‘Schoonmaakwerkzaamheden,’ zei Sjef geheimzinnig.

‘Zie jij mij met een zemelap lopen, Sjef?’ vroeg De Bruin. ‘Zie jij mij met een schort voor?’

‘Nee,’ zei Sjef, ‘bikwerk, weet je wel, tankers, die moeten schoongemaakt.’

De Bruin jankte bijna van de teleurstelling.

‘En wat levert dat nou helemaal op evenzogoed?’ vroeg De Bruin.

[pagina 155]
[p. 155]

‘Honderdje of drie en een half,’ schatte Sjef.

‘Da's evenveel als m'n uitkering.’ De Bruin was toch een beetje opgelucht.

‘Heb jij zóveel?’ zei Sjef.

De Bruin knikte.

‘Waar ouwehoer je dan over man, met je badkamertje?’

En eigenlijk vond De Bruin dat daar wel iets in zat.

 

‘Jij moet je een beetje matigen Truus,’ zei meneer de Bruin tegen zijn vrouw. ‘Jij moet eens een beetje ophouden met consumeren, want de tijden zijn veranderd.’

‘Ik doe niet anders,’ zei Truus en probeerde met een handspiegeltje haar achterste te vangen in de spiegel naast de linnenkast.

‘Wat dat geintje me niet allemaal gekost heeft en nou wìl je in ene niet meer.’

‘Man, hou toch op,’ zei mevrouw de Bruin geërgerd, ‘ik dacht dat ik mijn eigen had kunnen ontwikkelen daar.’

‘Nou, dat had je dan maar eens eerder moeten ontdekken, je hebt niet eens de moeite genomen van te informeren alvorens...,’ dit vond De Bruin een mooi woord de laatste tijd, ‘alvorens je op te geven voor die cursus.’

‘Wie kan dat nou weten man, zie je, jij noemt het ook een cursus, zie je nou wel.’

‘Zie je nou wel wat?’ vroeg De Bruin.

‘Dat jij ook denkt dat je er wat van kan leren.’

‘Ja, maar je leerde er niks,’ zei meneer de Bruin verongelijkt.

‘Néé, dat zeg ik net,’ zei mevrouw de Bruin.

‘Nou dan is het toch weggegooid geld,’ concludeerde De Bruin.

‘Ach wat heeft het nou helemaal gekost.’

‘Teveel,’ zei De Bruin.

‘Jawel,’ zei Truus, ‘maar de cursus zelf kostte bijna niets

[pagina 156]
[p. 156]

en de rest kan ik allemaal gebruiken. Dat heb ik stuk voor stuk nodig,’ en Truus monsterde nu haar achterste en haar man gelijktijdig, haar kont met het oog op de omvang, haar man met het oog op de timing.

‘Nog een geluk dat ik Sjef ken,’ zei De Bruin.

‘Zeg dat wel,’ zei Truus schamper en deze laatste opmerking van haar man maakte dat Truus, ofschoon ze de tijd er nog niet rijp voor achtte, tòch haar toekomst uiteenzette.

‘Ik heb dat stuk voor stuk nodig omdat ik me voor de moeder-mavo heb opgegeven.’

‘Oh ja?’ zei meneer de Bruin, ‘dat gaat dan mooi niet door.’

‘Mooi wèl,’ zei Truus.

‘Mooi niet,’ zei De Bruin, ‘ik kan dat niet bekostigen.’ Bekostigen: ook van Willemse geleerd, zònder moeder-mavo, dacht De Bruin trots.

‘Daar heb je aardrijkskunde en Engels en geschiedenis en Nederlands niet te vergeten.’ Truus was zo gecharmeerd door de blikverwijdende elementen van het programma dat ze bijna vergeten zou wat de oorspronkelijke trekpleister was geweest. Om niet in de zenuwen te zitten over de schrijffouten als ze de kleine meid een briefje meegaf voor de juf, daar was het om begonnen. Truus vond het niet alleen gênant dat ze zich al jaren geheel tot mondelinge boodschappen had moeten beperken; maar de handicap bracht ook met zich mee dat Truus, omdat lijfelijke aanwezigheid steeds noodzakelijk bleef, zich met bussen en trams van sociale zaken, naar de school, naar huisvesting en naar het geb en de giro moest bewegen in gevallen waar dat ook schriftelijk geregeld had kunnen worden.

‘Heb jij ooit van de telefoon gehoord?’ zei De Bruin nadat hij de voordelen had aangehoord.

‘Als je belt, zeggen ze schrijf maar even een briefje.’

‘Postzegels zijn net zo duur als de tram,’ mokte meneer de Bruin.

[pagina 157]
[p. 157]

‘Maar de brievenbus is op de hoek,’ en ‘de tram staat bij 't Centraal Station,’ weerlegde Truus zijn argument, ‘en ik ben dagen onderweg,’ voegde zij er ten overvloede aan toe.

‘Jij hebt toch niets te doen,’ zei De Bruin schamper.

‘Ik heb heel veel te doen,’ vertelde Truus geheimzinnig, ‘vanaf maandag krijg ik het heel erg druk.’

‘Wat zullen we nou krijgen?’ vroeg De Bruin.

‘Ik heb een werkhuis,’ zei Truus en ze glunderde.

‘Meen je dat, Truus?’ zei De Bruin.

‘Wat heet,’ zei Truus, ‘zoveel heb ik dan toch wel opgestoken van de vos.’

De Bruin begreep het verband niet helemaal.

‘Dat je het beste je eigen poen kan verdienen,’ legde Truus ongevraagd uit.

‘Hoeveel, moppie?’ vroeg De Bruin.

‘Tweehonderd en veertig èn busgeld,’ zei Truus.

‘Zwart?’

‘Ja,’ knikte Truus en voor het eerst sinds jaren liep De Bruin op haar toe, zomaar midden op de dag en omhelsde zijn Truus en ze maakten een soort dansje waarbij Truus haar been gemeen stootte tegen de hoek van de kloostertafel.

‘Moppie, moppie, wat ben ik daar blij mee,’ zei De Bruin.

‘Laat ik nou toch altijd gedacht hebben dat je dat niet hebben wou,’ zei Truus. ‘Gek hè, ik dacht dat jij zo van dat conservatieve was!’

‘Ik?’ zei De Bruin verwonderd. ‘Moppie, hoe kan je dat nou denken?’

En toen namen ze een pilsje en een bessen en voor de kleine jongen kochten ze een moorkop terwijl ze een taart voor de mokkeltjes in het vriesvak zetten.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken