Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Van geluk gesproken (1982)

Informatie terzijde

Titelpagina van Van geluk gesproken
Afbeelding van Van geluk gesprokenToon afbeelding van titelpagina van Van geluk gesproken

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.94 MB)

Scans (8.53 MB)

ebook (3.00 MB)

XML (0.35 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Van geluk gesproken

(1982)–Marijke Höweler–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 209]
[p. 209]

39 De kunst van het lachen

‘Nee meneer Kalk, niet naar rechts. U moet nóg een trap op,’ zei Martijn.

‘Zijn jullie daar al?’ riep mevrouw de Bruin van boven, terwijl ze haar schort afdeed.

Gehoorzaam sjokte Wouter achter Martje aan, terwijl Martijn hun kleine processie sloot en ervoor zorgde dat Wouter niet te lang voor zijn eigen deur stond te aarzelen.

Mevrouw de Bruin was nu een etage naar beneden gekomen.

‘Nee Wouter,’ zei ze, ‘dit is de etage van meneer Martijn, jij komt gezellig bij mij koffie drinken en Martje komt straks ook.’

Meneer Kalk vond het erg ingewikkeld worden. Hij hoorde zo'n beetje bij Martje maar óók bij mevrouw de Bruin. Sinds ze op bezoek gingen in de Blasiusstraat was het elke zaterdagmiddag weer hetzelfde liedje. Wouter vond het allemaal heel ongeriefelijk. Hij wist ook niet precies hoe het zo gekomen was, maar iets had het wel te maken met de komst van de damesafdeling. Er stak iets in van een onnatuurlijke verandering. Wouter was blij dat hij, bij mevrouw de Bruin aangekomen, de kussens met de poezen herkende, dat deed hem tenminste een beetje aan zijn eigen stoel denken. En straks zou Martje komen die altijd precies zei wat hij doen moest. Dus dat was wel prettig. Hoewel, Martje ging nooit mee terug met Wouter, dat was vervelend. Toch was zij er 's maandags telkens weer om te vertellen wat hem te doen stond en 's zondags viel er gelukkig nooit zo heel veel te beslissen, dat kwam maar goed uit.

[pagina 210]
[p. 210]

Doodmoe ging Martje op haar eigen bed, in haar door mevrouw de Bruin schoongemaakte kamertje, zitten.

Martijn zette haar tas neer en vroeg: ‘Heb je wel zin om naar boven te gaan?’

‘Ja natuurlijk,’ zei Martje. Het liefst was ze meteen onder de dekens gekropen. Maar lieve koekjes werden al in geen maanden voor Martje gebakken en als ze ze ooit nog proeven wilde, dan moest ze bezig blijven. Niemand mocht het weten, niemand mocht het opmerken. Martje werkte aan haar plan. Eenzaam als een spion in een vreemd land zwoegde Martje dag in dag uit op haar geheime opdracht. Meewarig keek ze naar Martijn.

‘Lekker dat dit de laatste keer is dat je terug moet, hè?’ zei Martijn.

‘Nou,’ zei Martje.

‘Ben je echt blij dat je eruit mag?’ vroeg Martijn.

‘Ja,’ zei Martje. Vroeger zou ze er geheimzinnig bij gelachen hebben. Maar nu wist ze beter. Je gezicht moest goed staan bij wat je zei. Alles wat je dacht moesten ze kunnen lezen. Je moest ook goed op je handen letten, dat die geen eigen dingen gingen doen. Daarom zei Martje ‘ja’ en kéék ook ‘ja’ en Martijn was tevreden.

Het was een hele inspanning om het zo voor elkaar te krijgen, maar het leverde je ook heel wat op! De mensen waren tevreden met je antwoord en gingen niet zo onderzoekend naar je staan kijken of vragen stellen. Nee, het was veel beter om je even erg in te spannen en klaar te zijn dan om het werkje half-half af te leveren en daarna met de gebakken peren van hun achterdocht te zitten.

‘Nog één week, Martje,’ zei Martijn hartelijk terwijl hij haar tas opendeed om haar kleren in de kast op te bergen.

‘Dat doe ik zelf, Martijn,’ zei Martje.

Martijn keek op, zag het stapeltje ondergoed in z'n handen, kreeg een kleur en legde het op het bed. Martje glim-

[pagina 211]
[p. 211]

lachte hem toe en Martijn verdween terwijl hij zich leek te verontschuldigen.

Eindelijk was Martje even alleen.

 

‘Nou ga jij eens lekker hier zitten,’ zei mevrouw de Bruin. ‘Zo, kussentje in je rug en dan krijg jij een kopje thee. Of wil je soms een pilsje?’ En vóór Wouter antwoord kon geven wist mevrouw de Bruin het al beter. ‘Heb je je pijp bij je?’

‘Pijp,’ zei Wouter.

‘Ja, die zou je toch meenemen, weet je nog wel?’

En toen zat Wouter een tijdje alleen in de kamer en hij hoorde mevrouw de Bruin de trap afklossen en met de sleutels rammelen. Wouter begon net een beetje aan al die kleuren van mevrouw de Bruins tafelkleed te wennen of daar kwam zij al weer aan.

‘Kijk eens hier,’ zei mevrouw de Bruin en daar hield ze waarachtig zijn pijp omhoog. Het was wel niet zijn goede pijp maar het was toch de zijne. Wouter wist niet wat hij zag.

‘Jij moet 'm zèlf stoppen hoor, dat is iets voor een màn,’ legde mevrouw de Bruin uit.

En Wouter kon van opwinding de ingang van het tabakszakje niet zo gauw vinden.

‘Ik zet de balkondeur op 'n kier anders zal je straks wat beleven,’ zei mevrouw de Bruin en ze lachte ondeugend. En Wouter begreep maar al te goed dat hij alwéér een geheim had met die lieve mevrouw de Bruin.

‘Wouter,’ zei mevrouw de Bruin, ‘moet jij eens horen,’ en ze zette hun theekopjes op de kloostertafel en schoof haar stoel dicht bij de zijne. ‘Wouter, zou jij het erg vinden als ik eens af en toe...’ Maar Wouter was z'n pijp aan het stoppen, dus wachtte mevrouw de Bruin maar even en nam een slokje thee.

‘Vuur,’ zei mevrouw de Bruin, ‘ik zal het even halen!’

[pagina 212]
[p. 212]

Toen eindelijk de brand er goed in zat, leunde Wouter een beetje achterover en hij keek zo gelukkig dat Truus er stil van werd. Niet lang trouwens.

‘Wouter,’ zei mevrouw de Bruin en zij legde haar hand op de zijne en wreef er zachtjes over, van zijn pols naar zijn vingers, dàn een stukje over de stoelleuning en dan weer opnieuw. ‘Wouter, zou ik misschien af en toe op jouw woning mogen?’

Wouter glimlachte tevreden.

‘Woutertje,’ zei Truus en ze gaf nu een tikje op zijn hand om hem wakker te maken. ‘Woutertje, jouw woning beneden staat helemaal leeg als jij er niet bent, weet je wel?’

Wouter knikte haar maar eens vriendelijk toe.

‘Weet je wel?’ vroeg Truus nog eens, ‘en ik heb zo weinig plaats.’

Wouter keek eens rond en trok aan zijn pijp.

‘Zou ik die zolang mogen van jou? Dan kan jij lekker in je eigen huis komen 's zaterdags en dan kook ik voor jou, Woutertje, zou dat niks wezen?’

Wouter knikte: ‘Ja!’ Het was nog nooit zo gezellig geweest als vanmiddag met die lieve vriendin van hem. Wouter was benieuwd wie van de heren van 3a zo'n gezellige middag had als hij.

‘Ja,’ zei Wouter.

‘Ja?’ vroeg Truus.

‘Vanzelf,’ zei Wouter, ‘dat gaat vanzelf.’

‘Zou het kunnen, Wouter?’ vroeg Truus, ‘dat wij jouw woning gebruikten?’

Wouter glimlachte haar toe.

‘Wat ben je toch een liefje,’ zei Truus en gaf hem een kus op beide wangen. Wouter schrok zo dat hij zich in de rook verslikte en het werd een heel gedoe om alles weer in het gerede te krijgen. Truus moest er zo om lachen dat zijn ongemak wat langer duurde dan nodig was, want Wouter pro-

[pagina 213]
[p. 213]

beerde onder het hoesten terug te lachen.

Toen kwam Martje binnen. Wouter schaamde zich dat hij haar even vergeten was; maar veel tijd had hij niet, want waar Martje was, daar moest gewerkt worden, vanzelf.

‘Doe die pijp weg, meneer Kalk,’ zei Martje.

‘Nou kind,’ zei Truus, ‘van mij mag hij roken.’

Dat werd een ingewikkeld probleem voor Wouter. Hij hield de pijp maar een tijdje in z'n hand, zonder er verder aan te trekken.

‘Ik kan wel zien dat jij helemaal opgeknapt bent, moppie,’ zei mevrouw de Bruin.

‘Het is niet goed voor meneer Kalk, mevrouw de Bruin,’ zei Martje, een beetje zachter nu.

‘Jij krijgt een lekker kopje thee en vanmiddag zorg ìk nou eens voor hem,’ zei Truus en daarmee was het incident gesloten.

‘Trek jij maar lekker aan je pijp,’ zei Truus nog, waardoor Wouter uit z'n bevroren houding ontwaakte.

Martje was ingespannen bezig om niet geheimzinnig te lachen, ze werd steeds knapper.

‘Wat een weer hè?’ zei Truus.

En toen gingen ze gezellig met het weer bezig totdat opeens, uit het niets, meneer de Bruin de kamer ingestoven kwam. Ze hadden hem geen van drieën horen aankomen.

‘Wat zullen we nou hebben,’ zei Truus, ‘ik heb visite.’

‘Ik moet jou even spreken,’ hijgde meneer de Bruin, ‘ik heb jou wat te zeggen.’

‘Kan dat niet straks?’ vroeg Truus.

‘Dat badkamertje in Buitenveldert,’ zei De Bruin, ‘dat is van mij!’

‘Jij moest 'ns weten wat of er allemaal van mij was,’ zei Truus en keek naar Wouter. Maar De Bruin hoorde het niet.

‘Je weet toch nog wel, van die professor?’ zei De Bruin, ‘in Buitenveldert, bermuda-beige!’

[pagina 214]
[p. 214]

‘Ik weet er alles van,’ zei Truus. ‘Dat badkamertje dat heb jij dit jaar al duizend keer aangelegd.’

‘Wat voor badkamertje is dat?’ vroeg Martje opeens. De Bruin merkte haar eigenlijk nu pas op.

‘Achter het ziekenhuis,’ zei De Bruin, ‘bij een man alléén, hoewel, nou ja, daar wil ik afwezen.’ En hij werd door Truus zo gauw de kamer uit gebonjourd dat hij niet opmerkte hoe Martje's ogen samenknepen en hoe het oor van haar theekopje een zacht tikje gaf, ten teken van een juist ontstane barst die strakjes in Truus' afwaswater tot een definitieve breuk zou leiden.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken