Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Van geluk gesproken (1987)

Informatie terzijde

Titelpagina van Van geluk gesproken
Afbeelding van Van geluk gesprokenToon afbeelding van titelpagina van Van geluk gesproken

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.94 MB)

Scans (9.35 MB)

ebook (2.97 MB)

XML (0.35 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Van geluk gesproken

(1987)–Marijke Höweler–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 65]
[p. 65]

10 Wil je echte koude handen voelen?

Thomas en Leo waren de sneeuwkettingen om Leo's banden gaan leggen in de garage. Liever gezegd: Thomas was aan het werk en Leo keek toe en gaf raadgevingen zowel voor het leven als voor deze ingreep.

Barbara las la Stampa, de enige krant die het dorp te bieden had en Martje zat stilletjes aan haar trui te plukken.

‘Thuis,’ zei Barbara, ‘haalde ik m'n neus op voor de Telegraaf, hier lees ik de Privé,’ en ze vouwde haar krant op. ‘En als ik eerlijk ben, vind ik het prachtig, jij?’

‘Ik weet het niet,’ zei Martje.

Barbara had op zich genomen met Martje te praten of beter: Martje aan het praten te krijgen. Thomas had het haar tenslotte gevraagd nadat hij haar aanbod een paar keer van de hand had gewezen. Thomas was ongerust. Steeds als hij Martje uitnodigde samen te gaan wandelen, schaatsen, skien kwam het erop neer dat hij er tenslotte met Leo op uitging of met Leo en Barbara en dat Martje witjes thuis bleef. Hoe ze het precies deed, begreep Thomas niet goed, maar zij ontliep hem en het lukte haar telkens weer. Thomas werd er stil en somber van. Het ging niet goed.

‘Is er misschien iets tussen die twee,’ had Barbara gesuggereerd maar Thomas was zo kriegel geworden van die suggestie dat Barbara de gedachte had laten varen.

‘Martje,’ vroeg Barbara, ‘zullen wij vanavond eens samen uit eten gaan?’

Martje keek argwanend op.

‘Er staat nog zoveel in de ijskast.’

‘Daarom juist,’ zei Barbara, ‘dat zouden de mannen best op kunnen eten, ik zou je zo graag 'ns wat beter leren kennen,’ vervolgde ze naar waarheid.

[pagina 66]
[p. 66]

Martje werd nu oprecht bang. Haar schouders ingetrokken bood ze Barbara zicht op haar lange sluike haar.

‘Je kent me toch genoeg.’ Martje keek naar beneden.

‘Ik ben ook niet eerlijk, je hebt gelijk,’ zei Barbara, ‘ik bedoelde dat we ons ongerust over je maken!’ Je bent zo stil en verdrietig wilde ze eraan toevoegen maar liet het achterwege.

‘Papa is ongerust, bedoel je,’ zei Martje.

‘Ik ook,’ zei Barbara, ‘al is het niet op dezelfde manier misschien. Ik zou me voor kunnen stellen dat het vervelend voor je is om Thomas en mij samen te zien.’

‘Nee,’ zei Martje opgelucht, ‘helemaal niet, ik ben wel blij voor jullie.’

‘Mis je Martijn dan misschien?’

‘Martijn?’ vroeg Martje verbaasd, ‘nee, helemaal niet.’

Ik ben wel blij dat Martijn er niet is, had ze willen zeggen.

‘Wat is er dàn met je, of kan je me dat niet zeggen?’

‘Nee,’ schudde Martje.

‘Is 't iets met je studie?’

Martje liep weg en sloeg de deur achter zich dicht.

Barbara bleef peinzend achter. Ben ik nieuwsgierig of wil ik haar helpen vroeg Barbara zich af, òf wil ik dichter bij Thomas komen? Ik geloof dat het alle drie waar is, besloot ze. Moet ik naar haar toe of maak ik dan haar kamertje ook nog onveilig en als ik niet ga zou ze zich dan nog meer in de steek gelaten voelen?

In de keuken klonk gestamp van voeten, het leek alsof het om een kudde olifanten ging.

‘Meisje, meisje,’ kwam Leo binnen, ‘wil je 'ns echte koude handen voelen?’ en hij hield z'n beide handen tegen haar gezicht, wat Barbara rillingen van kou tot op haar rug bezorgde.

‘Ik begrijp al wat jullie nodig hebben,’ zei Barbara en pakte de glazen uit de kast en schonk cognac in voor hun drieën.

[pagina 67]
[p. 67]

‘Is Martje boven?’ vroeg Thomas ongerust, ‘zou ze er ook eentje willen?’

‘Ik weet het niet,’ zei Barbara, ‘ik heb haar geloof ik bang gemaakt.’

Er viel een stilte.

Leo keek geconcentreerd naar het glas dat hij met beide handen vasthield.

‘Je weet toch zeker dat je daar niets mee te maken hebt?’ zei Barbara plotseling tegen Leo.

Thomas keek geschrokken op.

‘Ik,’ zei Leo, ‘hoe kom je daar nou bij,’ en hij hoorde zichzelf schamper lachen. ‘Ik vind Martje een lief kind,’ probeerde hij, ‘heus Thomas.’

Thomas begreep niet zo goed waarom Leo dat tegen hem zei. Het kon hem helemaal niets schelen wat Leo van Martje vond.

‘Ik ga even vragen of ze iets wil,’ zei Thomas en liep naar boven.

Barbara wist niet goed wat ze nu zeggen moest. Het was zomaar een inval geweest maar ze schaamde zich er nu voor.

‘Sorry,’ zei Barbara, ‘ik had dat niet moeten zeggen.’

‘You're welcome,’ zei Leo.

‘Weet je, ik begrijp niet waarom ze opeens zo wegtrok, ze kwam zo opgetogen binnen en toen vanaf Kerst, meteen de volgende dag was het geloof ik, of daarna, ik weet het niet precies, heb jij dat ook gemerkt of zijn wij nou zo sentimenteel geworden?’

‘Ik heb er niet zo op gelet,’ zei Leo terwijl hij de deur nauwlettend in de gaten hield, een slok nam en een sigaret opstak.

‘Ik zou het misschien ook niet opgemerkt hebben als Thomas me er niet op attent gemaakt had,’ zei Barbara timide. ‘Ik had het soms óók vroeger,’ bekende ze. ‘Opeens wist ik dan dat ik nog nooit zulke burgerlijke, saaie mensen bij el-

[pagina 68]
[p. 68]

kaar had gezien als mijn ouders,’ en terwijl ze het zei wist Barbara dat het niet hetzelfde was als wat Martje overkwam. ‘Ik nam me dan voor om nooit te trouwen,’ lachte Barbara verlegen.

Maar Leo reageerde niet, met elke minuut die Thomas langer wegbleef werd hij ongeruster. Zou hij Barbara vertellen waardoor het allemaal kwam. Barbara zou geen scène maken maar hij durfde er niet op te vertrouwen dat Thomas het niet te horen zou krijgen. Dan had hij Thomas verspeeld en Barbara erbij misschien en Leo kon zich maar niet indenken wat hem toch bezeten mocht hebben die nacht. Hij was niet dronken geweest, zelfs dat kon hij niet voor zichzelf aanvoeren. Het gaf hem weer het bekende unheimische gevoel dat hij niet meer op zichzelf kon vertrouwen, het vliesje zelfbeheersing was maar een pilsje dun en de waanzin borrelde er bij de geringste aanleiding doorheen. Leo voelde zich steeds ongelukkiger worden en begon medelijden met zichzelf te krijgen. De jongeren van tegenwoordig zijn lang niet zo bezeten van sexuele taboes als wij, hoe vaak had hij dat z'n collega's niet voorgehouden. Een zeker respect was hem nooit onthouden voor zulk soort opmerkingen. Zij wisten immers dat Leo niet op het praatprogramma op de autoradio doelde als hij zoiets zei. Maar dit zat mooi mis, zoveel wist Leo wel en hij zuchtte diep.

‘Wat is er?’ vroeg Barbara.

‘Ze blijven lang weg,’ zei Leo.

‘Wie weet praten ze,’ hoopte Barbara, en weer wist ze niet of het alleen nieuwsgierigheid was.

‘Ik ga 'ns even m'n sneeuwkettingen proberen,’ zei Leo.

 

‘Hoe is het nu?’ vroeg Barbara toen Thomas binnenkwam en ze hoorde het zich vragen alsof het om een ernstig zieke ging.

Thomas haalde z'n schouders op. ‘Ze is niet lekker, zegt ze.’ Vragend keek hij Barbara aan.

[pagina 69]
[p. 69]

‘Misschien is het wel waar, en moet ze gewoon een dagje in bed blijven,’ probeerde ze hem gerust te stellen.

's Avonds bracht Thomas haar een blad met lasagna, een sinaasappel en een glas wijn. Martje sliep.

Aan tafel vertelde Leo dat er een brief voor hem op het postkantoor had gelegen. Hij moest even langs München en of het erg was als Martje met de trein zou gaan?

Dat kwam wel goed uit vond Thomas. Martje kon toch niet naar Amsterdam voordat ze beter was.

Barbara haalde die avond het blad weg, het was onaangeroerd en Martje sliep.

Ze gingen trouwens allemaal vroeg naar bed die avond, want morgen was er weer een dag.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken