Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het wegje in het koren (1948)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het wegje in het koren
Afbeelding van Het wegje in het korenToon afbeelding van titelpagina van Het wegje in het koren

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.31 MB)

XML (0.04 MB)

tekstbestand






Illustrator

Tjeerd Bottema



Genre

proza
jeugdliteratuur

Subgenre

verhalen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het wegje in het koren

(1948)–W.G. van de Hulst–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

10. Wat een vreemd kind is dat!

Groot-pa en groot-moe zit-ten sa-men in de ka-mer. Groot-pa leest. Groot-moe breit.

Het is heel stil; en Mies, de gro-te poes, zit in de ven-ster-bank oog-jes te knip-pen te-gen de zon.

 

Maar op-eens slaat het hek-je van de tuin met een klap o-pen.

Wat is dat?

Groot-pa kijkt door het raam. Groot-moe laat een steek val-len.

Wat is dat?

 

Dan komt een kind de tuin in-hol-len. 't Is een vreemd kind. Ze heeft klomp-jes aan, en een bont

[pagina 33]
[p. 33]

schort-je voor, en een muts-je op; maar dat muts-je hangt hé-le-maal scheef.... En haar ge-zicht-je is hé-le-maal rood van 't hui-len.... En ze vliegt zo-maar de tuin door naar het huis toe.... En telkens valt ze bij-na o-ver haar klomp-jes.

Wie zou dat zijn?....

Wat een vreemd kind is dat!

Groot-pa wil al op-staan. Hij wil al kij-ken gaan....

O, maar hóór eens!.... In de gang stom-melt wat. En Di-na, de meid, roept wat. En de deur van de ka-mer slaat o-pen;.... en dat vreem-de kind vliegt zó-maar naar bin-nen, met haar vui-le klompjes aan;.... met haar vui-le klomp-jes aan zó maar o-ver het mooi-e kleed.

Groot-pa zet gro-te o-gen op; en groot-moe laat een he-le pen vol ste-ken val-len.

Dat vreem-de kind vliegt naar groot-moe toe; - vliegt groot-moe zó-maar om de hals....

En dàn....?



illustratie

[pagina 34]
[p. 34]

Dan zien groot-pa en groot-moe op-eens wie het is.

't Is....? Ja, 't is Toos!

Maar hoe kàn dat?

De ou-de men-sen schrik-ken er van. En Mies, de poes, springt van de ven-ster-bank, haar dik-ke staart in de hoog-te van de schrik. En Di-na, de meid, kijkt met gro-te o-gen om het hoek-je van de deur. Oók al van de schrik.

Toos?.... Ja, dat is Toos!

Maar hoe kàn dat?

 

‘Kind! Kind-je.... Wat is dat? Waar-om huil je zo?.... En wat heb je ra-re kle-ren aan!’

En Toos snikt: ‘O, groot.... groot.... groot-moe! Ik ben.... ben.... ben zo bang!.... Ti-ne-ke, - o, groot-moe,.... Ti-ne-ke! Ti-ne-ke!....’

‘Maar kind-je, wat is er dan met Ti-ne-ke?.... En wáár zijn je schoen-tjes, en je schort-je en je strik?’

‘O, groot.... groot-moe, ik.... ik.... ik heb het ge-daan!.... En Ti-ne-ke heeft hé-le-maal geen feest.... en de veld-wach-ter.... o, groot-moe, maar ik, ik heb het ge-daan!’

‘Maar, kind-je, wàt heb je dan ge-daan?.... lets èrgs?’

‘Ja, ja, groot-moe.... in het ko-ren.... En

[pagina 35]
[p. 35]


illustratie

Ti-ne-ke is mee-ge-no-men; maar ik, ik heb het ge-daan!’

Groot-moe en groot-pa be-grij-pen er niet veel van. En dan moet Toos al-wéér ver-tel-len, al-les ver-tel-len.

Dan zegt groot-pa: ‘Maar je mag ook niet in het ko-ren lo-pen. Dat mooi-e ko-ren heb-ben de mensen van God ge-kre-gen.... En jij hebt het vertrapt. Dat is heel on-deu-gend.... De veld-wach-ter had jou moe-ten pak-ken.’

[pagina 36]
[p. 36]

Dan zegt groot-moe: ‘O, kind-je, wat ben je stout ge-weest.... Die ar-me Ti-ne-ke! En nou heb je geen bloe-men ook.... Dat ar-me kind! 't Is jou schuld.... Ja, de veld-wach-ter had jou moe-ten pak-ken!’

 

En Toos drukt haar hoofd-je snik-kend in groot-moe's schoot.

‘Ja,.... groot-moe,.... já!’

En het zwar-te muts-je hangt he-le-maal op haar rug.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken