Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Proeve van taal- en dichtkunde (4 delen) (1782-1794)

Informatie terzijde

Titelpagina van Proeve van taal- en dichtkunde (4 delen)
Afbeelding van Proeve van taal- en dichtkunde (4 delen)Toon afbeelding van titelpagina van Proeve van taal- en dichtkunde (4 delen)

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (7.69 MB)

Scans (217.27 MB)

XML (4.33 MB)

tekstbestand






Editeurs

Nicolaas Hinlopen

Frans van Lelyveld



Genre

sec - letterkunde
sec - taalkunde

Subgenre

studie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Proeve van taal- en dichtkunde (4 delen)

(1782-1794)–Balthazar Huydecoper–rechtenstatus Auteursrechtvrij

In vrijmoedige aanmerkingen op Vondels vertaalde Herscheppingen van Ovidius


Vorige Volgende

U.

U en L worden dikwils verwisseld. I. 281. 282. (125.)
U en L verwisseld. I. 281. (125.) III. 104. (488.)
Ua. Fr. D. zie Oe.
Ue voor Eu. zie Eu.
Uit. zie Verwandelen.
Uit. zie Lettergreep.
Uit. Absolute gebruikt om den oorsprong van iets te kennen te geven. Zo ook Ab, by de Latynen; baart dikwils dubbelzinnigheid. I. 255. en 256. (113.)
Uitdrukking, die verwarring van denkbeelden kan veroorzaken. III. 293-296. (562-564.)
Uitdrukking, onduidelyke. III. 84. (480.)
Uitdrukkingen. Voorbeelden van eenige verkeerde, by Schryvers voorkomende. II. 445-451. (398-401.)
Uiten. zie Verwandelen.
Uiteren. zie Verwandelen.
Uitgang, in aar. II. 265. (321.) III. 19. (458.)
Uitgang, in aard. III. 366. (592.)
Uitgang, in achtig. II. 149. 150. (270.)
[pagina 183]
[p. 183]
Uitgang, in baar. II. 520. 521. (435. 436.) III. 373. 374. 375. (595. 596.)
Uitgang, in d. I. 37-78. en vervolg. (31-36.)
Uitgang, in dy, basterd. II. 265. (321.)
Uitgang, in dom. II. 448. 449. (417. 418.)
Uitgang, in dt. I. 77. en vervolg. (31-36.)
Uitgang, in é, in Grieksche Namen. II. 165. (272.)
Uitgang, in eeren, basterd. I. 418. (188.) II. 265. (321.) III. 123. 130. (497. 500.)
Uitgang, in ei, basterd. II. 259. 260. 265. 275. (318. 321. 327.)
Uitgang, in elen. II. 468. 472. (411. 412.) III. 361. (590.)
Uitgang, in en. I. 27. (10.) II. 213. 214-331. 377. 378. en 541. (292. 293. 348. 367. 368. 446.)
Uitgang, in er, Nominativus. II. 473. (413.) III. 19. (458.)
Uitgang, in er, Genitivus. II. 345. (354.)
Uitgang, in eren. II. 472. 473. (412. 413.)
Uitgang, in et, tweede Persoon van het imperfect. Meervoud. I. 464-466. (207-208.)
Uitgang, in et, basterd. II. 565. (321.)
Uitgang, in etten, basterd. III. 123. (497.)
Uitgang, in heid. I. 57. 90. (22. 35.)
Uitgang, in ia, in Vrouwennamen. III. 134. (501.)
Uitgang, in ie. II. 153. (271.)
Uitgang, in ieven. II. 321. (344.)
Uitgang, in ig. I. 57. 265. (22. 118.) III. 312. (571.)
Uitgang, in y, altijd lang. I. 238. (104.) II. 260. 261. en vervolg. (318. 319-321.)
Uitgang, in ye. III. 135. (501.)
Uitgang, in in. II. 305. (336.) III. 306. (568.)
Uitgang, in ing, is kort. II. 261. (319.)
Uitgang, in is, is kort. II. 261. (319.)
Uitgang, in ïús. III. 135-137. (501. 502.)
Uitgang, in ke, ken. I. 35. 36. (12. 13.)
Uitgang, in kin, kijn. I. 36. (12.)
Uitgang, in lijn. I. 38. (13.)
Uitgang, in loos. I. 17. 18.
[pagina 184]
[p. 184]
(6. 7.) II. 147. 521. en Aant. (269. 435.)
Uitgang, in ny. I. 237. 238. (104.) II. 261. (319.)
Uitgang, in ooven. II. 323. (344.)
Uitgang, in rei, basterd. II. 259. 265. 274. 275. (318. 321. 327.)
Uitgang, in ry. II. 259-261. (318. 319.)
Uitgang, in saam of zaam. I. 353. 354. (157.) en Aant. III. 374. (596.)
Uitgang, in schap. I. 319. (140.)
Uitgang, in sel. II. 471-473. (412. 413.)
Uitgang, in sem. II. 395. 396. (375.)
Uitgang, in t. I. 77-92. (31- 36.)
Uitgang, in tje, tjen. I. 37. (13.)
Uitgang, in uiven. II. 323. (344.)
Uitgang, in ulare. (Lat.) III. 360. 361. 362. (589. 590.)
Uitgang, in der Rijmwoorden. III. 387. en vervolg. (603.)
Uitgehold, niet zo goed als Uitgehoold. I. 155. 156. 157. (62.)
Uitgehoold, beter dan Uitgehold. I. 155. 156. 157. (62.)
Uitgehoold, niet Uitgehold te schryven. III. 249. (546.)
Uitgekreten oogen. zie Uitschreien.
Uitholen, beter dan Uithollen. I. 156. 157. (62.)
Uithollen, niet zo goed als Uitholen. I. 156. 157. (62. 63.)
Uitlating of Ellipsis, zeergemeen, en heeft hare bevalligheid. III. 162. 163. (513.)
Uitlating van een noodzakelijk woordtjen, zelfs by onze beste Dichters. I. 244. (107.) 248. (109.)
Uitragen. Verb. van Rag of Rage. I. 158. (63.)
Uitrekking der woorden. I. 58. 59. (22.) II. 84. (216. 247.) III. 156. 157. (511.)
Uitschreien. Zijn oogen en hart, krachtige uitdrukking. Oogen Uitschreien, Uitgekreten oogen, zich blind Schreien, komen meermaal voor. Zijn hart Uitschreien, eigenlijk zich dood Schreien, wordt oneigenlijk genomen. Zijn bloed Uitschreien. II. 465. (408. 409.) en Aant.
[pagina 185]
[p. 185]
Uitspannen, Uitzetten, doen Zwellen. I. 127. (49.)
Uitspouwen, den kus. zie Kus.
Uitspraak is geen richtsnoer der spelling. I. 86. 87. 175. 176. (33. 71.)
Uitstellen. I. 309. 310. (137. 138.)
Uitstorten, wordt van gebeden gezegd. II. 294.
Uittakelen. zie Takel.
Uit treden ten, beter dan den Drempel. I. 229. 230. (100.)
Uitvaart (d') bywoonen, dat is met den Lyke gaan, het Lijk geleiden. II. 16. (220.)
Uit wandelen varen. zie Verwandelen.
Uit wandelen ryden. zie Verwandelen.
Uitwerking van 't weêr I. 39. (14.)
Uit wisschen uit, niet in. III. 216. (532.)
Uivén. De Werkwoorden van dezen uitgang hebben Oof, Oven, als Snuiven, Snoof, Gesnoven. II. 323. (344.)
Ulare. zie Verwandelen.
Ulysses was vaardig met de tong, 't geweer der Vrouwen. III. 176. (515.) echter ook dapper, ald.
Ululare. zie Verwandelen.
Umb. H.D. zie Verwandelen.
Umbelen. Oud en H.D. zie Verwandelen.
Uur, nu Onzydig; eertijds de Uure Vrouwl. I. 123. (48.)
Uure (de) eertijds; nu het Uur. I. 123. (48.)
Uw vader, moeder enz. II. 491. (420.)
Uw heerlijk bedrijf, en suffend gemoed. I. 432. 433. (192. 193.)
Uwe bywijf. I. 430. (191.)


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

titels

  • over Ovidius' Herscheppinge


auteurs

  • over Joost van den Vondel

  • over Zacharias Heyns

  • over DaniĆ«l Heinsius

  • over Frans van Hoogstraten

  • over Daniel Joncktys

  • over Lambert ten Kate Hz.

  • over C. Kiliaan

  • over Arnold Hoogvliet

  • over Arnold Moonen

  • over Christoffel Plantijn

  • over H.K. Poot

  • over H.L. Spiegel

  • over Lodewijk van Velthem

  • over Melis Stoke

  • over P.C. Hooft

  • over David van Hoogstraten

  • over Bernard Vollenhove

  • over Joannes Vollenhove

  • over Melis Stoke

  • over Geeraardt Brandt de jonge