Briefwisseling. Deel 2: 1634-1639

1424. Aan prinses Amalia van Oranje. (H.A.)*

Morgen gaat Z.E. naar Buren en blijft daar één nacht. ‘Jay eu ordre d'y appointer aussi le S.^r van Campen⁴⁾, qui veut dire, qu'on n'y passera pas le temps à des choses de fascheuse importance’. De jonge Famars⁵⁾ en Bronckhorst⁶⁾ hebben heden hunne compagnieën gekregen. ‘Les regiments ont eu ordre de brusler les huttes de leurs pestiferez, et d'en transporter les malades pardelà la riviere, dans le païs entre Maes-et-Wael’. Z.E. stijgt juist te paard, om naar Os te rijden, een dorp, dat hier twee uren van daan ligt. Au camp à Lith, le 25^e d'Aoust 1636.

4) De bouwmeester Jacob van Campen.

5) Nl. Willem van Levin, heer van Famars. Hij behoorde tot eene militaire familie.

6) Ambrosius van Bronckhorst († 1653) bleef tot zijn dood kapitein. (Meded. van den Heer Wakker.)