Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Briefwisseling. Deel 2: 1634-1639 (1913)

Informatie terzijde

Titelpagina van Briefwisseling. Deel 2: 1634-1639
Afbeelding van Briefwisseling. Deel 2: 1634-1639Toon afbeelding van titelpagina van Briefwisseling. Deel 2: 1634-1639

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.59 MB)

XML (1.89 MB)

tekstbestand






Editeur

J.A. Worp



Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/brieven


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Briefwisseling. Deel 2: 1634-1639

(1913)–Constantijn Huygens–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 375]
[p. 375]

1873. Elisabeth Roovers, wed. J. van CetersGa naar voetnoot1). (L.B.)

T is mij leet, dat ick U Edelheijt wederom moet moeijelijck vallen; ick hoepe, dat U E ten besten sal nemen. Den brenger van desen coomt om sijn Hoocheijt requeste te presenteren voor vier arme cappellanen, die hier altijt gewoont hebben ende sijn blijven woonen volgende de capitulatie, gelijck honne voorsaten voor den jaeren 1625 oock alhier gewoont hebben, die sonder eenige reden gevangen genomen sijn ende met musketiers in een herberge geleijt, ende daerop grootelijck geteert ende nu op den toren sitten ende sonder eenich proces bij den crijsraet prijs gewesen; soo bidde ick U Edelheijt om de liefde godts, soo vrindelijck als ick can, dat U E. gelieve den brenger van desen alle behulp te doen, ten eijnde de voorgenoemde cappellanen, die geene middelen ter werelt en sijn hebbende, maer moetten van de borgerije onderhouden worden, mogen los gaen ende in de stadt stillekens op en neer gaen volgende de cappitelatie. U Edelheijt sal mij daermede seer verobligeren ende oock allen de borgerije, die dat ongelijck seer leet is’ ..... Wt Breda, den 3 Julius 1638.

voetnoot1)
Zie No. 1759.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

auteurs

  • over Gerardus Vossius

  • over DaniĆ«l Heinsius

  • over Erycius Puteanus

  • over Anna Maria van Schurman

  • over C. Barlaeus

  • over Henrick Bruno

  • over Marcus Zuerius van Boxhorn

  • over P.C. Hooft

  • over Jacob van der Burgh


Over dit hoofdstuk/artikel

datums

  • 3 juli 1638