Briefwisseling. Deel 3: 1640-1644

[p. 21]

2343. J. Sylvius en a. Brant¹⁾. (L.B.)

Wilt gij ons door brenger dezes, secretaris van Swalue, laten weten, ‘hoedanige opschriften in de tafereelen van de nieuwe kercke wt last van Syn Hooch.^t sullen werden gehouwen, ende welck opschrift ter rechterhant van het wapen van Syn Hooch^t. sal werden gestelt²⁾’? Wij hebben het werk laten opnemen; het is goed in orde en stevig genoeg om het andere te dragen. Er zijn wel 800.000 steenen op elkaar gemetseld. Wilt gij aan Z.H. vragen, of het goed is, ‘dat wy het voordere hartsteenwerck, als aen de poorte ende andersints, sullen laten bereyden volgens het voorschryven van Mons.^r van der Campen, also hetselve noch wel kosten sal ontrent dertienhondert gulden, ende dat Syn Hooch.^t ten principael den last daervan sal draghen’? Swalue, desen XVI^en April 1640.

1) Zie over Johannes Sylvius, predikant te Hooge en Lage Zwaluwe, I, blz. 352.

2) Hooge en Lage Zwaluwe was eene heerlijkheid van de Oranje's.