Briefwisseling. Deel 3: 1640-1644

2550. J. ab Holthzem⁴⁾. (L.B.)aant.

Gij zult u zeker herinneren, wat te Duisburg door den Prins en den heer Norpraat⁵⁾ besproken is. De laatste schrijft nu uit Dusseldorf en ik heb zijn brief, omdat ik geen Hollandsch ken, in het Latijn doen vertalen. Ik hoop, dat de Prins spoedig zal antwoorden, want mijn verblijf hier kost veel geld. Dusburgi, 1 Octob. Anno 1640.

4) Johannes van Holthzem was, volgens de Res. St.-Gen., ‘proost tot Overpleys in 't land van den Berch’.

5) Hij was in dienst van den Keurvorst van Brandenburg en kwam in 1644 in de Zeven Provinciën, om met den Prins te onderhandelen.