Briefwisseling. Deel 4: 1644-1649

4156. D. de Wilhem. (L.B.)

Iedereen verheugt zich over het succes van Z.H. Gij hebt gelijk, dat de Raad eens aan Z.H. moest schrijven over de financies. ‘Le Sieur Gaspar Schoppius²⁾ a intention de venir en ce pais ici, et prie un sien nepveu de l'aller querir a Padoue, ou il se tient enclos chez un professeur en droict sans oser sortir, ayant este adverti de se tenir sur ses gardes, comme vous pouvez voir dans les extraits ci joints’. Als zijn neef Tolner³⁾ er heen gaat, wil hij gaarne een aanbevelingsbrief hebben van Z.H. aan den Hertog van Mantua, om de zaken van zijn oom te kunnen regelen. Scioppius is iemand, die veel af weet van de hoven in Spanje, te Weenen en te Rome, en het zou niet kwaad zijn, hem eene vriendelijkheid te bewijzen. Hij heeft vroeger in een tractaat Prins Willem en onzen oorlog verdedigd. Hij heeft evenveel geschreven als Erasmus. - De menschen in Brabant en Antwerpen moesten onder de hand met Z.H. onderhandelen, om hun ondergang te voorkomen. De zaken van den Koning van Groot Brittannië staan slecht. Prins Rupert wordt verdacht van verraad wegens het overgeven van Bristol⁴⁾. Verscheidene lords hebben zich met het Parlement verzoend uit vrees voor verbeurdverklaring van hunne goederen. 15 d'Octob. 1645, a la Haye.

2) Caspar Schoppe (1576-1649), geb. in de Palts, studeerde o.a. te Heidelberg, leefde lang in Italië, waar hij katholiek werd, en stierf te Padua. Hij heeft vooral over grammatica geschreven en was een talentvol, maar bijzonder strijdlustig geleerde.

3) Zeker Johan Karel Tolner (zie III, blz. 281), vroeger raad en secretaris van Johan Maurits van Nassau in Brazilië. Tolner was, evenals Scioppius, in de Palts geboren.

4) Den 11den Sept. had Rupert Bristol overgegeven aan het leger van het Parlement; de Koning ontsloeg hem uit zijne ambten.