Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Briefwisseling. Deel 4: 1644-1649 (1915)

Informatie terzijde

Titelpagina van Briefwisseling. Deel 4: 1644-1649
Afbeelding van Briefwisseling. Deel 4: 1644-1649Toon afbeelding van titelpagina van Briefwisseling. Deel 4: 1644-1649

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.59 MB)

XML (1.90 MB)

tekstbestand






Editeur

J.A. Worp



Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/brieven


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Briefwisseling. Deel 4: 1644-1649

(1915)–Constantijn Huygens–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

4925. Anna BeeckGa naar voetnoot3). (L.B.)

Ick hebbe my op t hoochste verwondert, dat U Ed. sich met andre lieden saecken soo verre bemoeit, omme imant een kint thuys te senden, sonder deselve alvoren de behoorlycke kennisse daervan te geven; de wet van caritaet en is myn, godt loff, niet onbekent; hebbe oock tot noch toe niet ledich geweest omme deselvege in t werck te stellen, oock in t regart van degene, die haer naecomelinge soo schandelyck abandonneert ende t enemael desart laet loopen. Wat ons maeghschap aengaet, soo langh daer naerder vrinden syn, ende oock van vermogen, soo en behoort men myn niet moeyelyck te vallen, insonderheyt daer ick by de grootvaeder ende hare barbarisch ontrouwe grootmoeder sooveel schade geleden hebbe, dat het op het houden van een kint of twee niet aenkomt. De deucht, die uw Ed. aen t selvige kint gedaen hebt, obligeert my tot danckbaerheyt ende wenste wel, dat ick sulcx mochte refonderen, maer en kan myn niet bewegen, om in een last te treden, die ick niet en ben geresolveert myn van imant in de werelt te laten opdringen. U Ed. vergeve my, soo de scherpigheyt van myn penne den fuer ende colere van myn herte wat breeder wtdruckt, als myn naturel ende myn conditie andersins wel medebrengt, want indien uwe Ed. sich het minste conde inbeelden van t gene my van haer gebeurt is, ick durve my verseeckeren ende soovele van uwe discretie, die alle menschen bekent is, wel beloven ende vertrouwen, dat men nooyt en soude gepoocht hebben met sulcken alteratie te laten overvallen eene, die voor de reste bereyt is te toonen, dat se is en blyft ..... Dordrecht, 1649, den 19 Martius.

voetnoot3)
Zie beneden.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

auteurs

  • over C. Barlaeus

  • over Marcus Zuerius van Boxhorn

  • over Johan van Brosterhuyzen

  • over Henrick Bruno

  • over Jacob van der Burgh

  • over P.C. Hooft

  • over Christiaan Huygens

  • over Constantijn Huygens jr.

  • over Lodewijk Huygens

  • over Marin Mersenne


Over dit hoofdstuk/artikel

datums

  • 19 maart 1649