Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Latijnse gedichten 1607-1620 (2004)

Informatie terzijde

Titelpagina van Latijnse gedichten 1607-1620
Afbeelding van Latijnse gedichten 1607-1620Toon afbeelding van titelpagina van Latijnse gedichten 1607-1620

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.47 MB)

Scans (16.68 MB)

ebook (3.94 MB)

XML (1.16 MB)

tekstbestand






Editeur

Tineke ter Meer



Genre

poëzie

Subgenre

studie
gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Latijnse gedichten 1607-1620

(2004)–Constantijn Huygens–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

97 ←04 09 1613 Ged., dl. 1 p. 53

Toelichting

Beide gedichten zijn uitgegeven door J.P.N. Land in een bijlage bij zijn artikel uit 1885 over Huygens-handschriften in de British Library (‘Over papieren van Constantijn Huygens en zijne zonen’, p. 66-67). Land laat de mogelijkheid open dat Huygens' oudste zoon (Constantijn jr.) de auteur van het zesregelige Pro lepido insulsum is geweest (a.w., p. 55 n. 2 en p. 67; Boot, ‘Hugeniana’, p. 105). De ondertekening bevat namelijk wel naam en leeftijd, maar geen jaartal. Er is evenwel geen reden het auteurschap van het versje ter discussie te stellen, gezien de hand waarin het is geschreven.

Achter ‘Johannes Couperus, Anglus’ gaat volgens Bachrach John Cooper schuil, die zichzelf in Italiaanse trant John Coprario noemde (Sir Constantine Huygens and Britain, p. 67-69; over Coprario: Field, ‘John Coprario’). In het voorjaar van 1613 maakte deze Engelse musicus deel uit van het gezelschap dat Frederik van de Palts en Elizabeth Stuart begeleidde naar Duitsland na hun huwelijk in Engeland (a.w., p. 68). Zijn gedicht heeft wellicht betrekking op de terugreis daarna.

Bachrachs identificatie is door de muziekwetenschap overgenomen, allereerst door Thurston Dart in een bespreking van Bachrachs boek in het tijdschrift Music & Letters (1963). Dezelfde auteur wees in 1970 op een in 1613 gepubliceerd verslag van het zojuist bedoelde huwelijk en de gebeurtenissen daaromheen (Beschreibung der Reiß - vgl. toel. bij nr. 93); daarin wordt Coprario vermeld bij de personen die met het paar meereisden naar Duitsland (Dart, ‘Two English musicians in Heidelberg’).

In zijn artikel ‘Autographs of John Coprario’ uit 1975 komt Richard Charteris op grond van vergelijking met een brief uit 1607 tot de conclusie dat het

[pagina 309]
[p. 309]

manuscript met het gedicht van Coprario geen autograaf is. Charteris trekt de identificatie van ‘Johannes Couperus, Anglus’ met John Coprario niet in twijfel, ook niet in de ‘Biographical introduction’ die hij vooraf laat gaan aan de catalogus van het werk van Coprario die hij publiceerde in 1977 (John Coprario. A thematic catalogue, p. 23-24).

Land typeert de maker van het epigram als een navolger van Martialis (a.w., p. 67). Bachrach omschrijft het als een ‘hyper-modest’ epigram (a.w., p. 67).

Metrum

Elegisch distichon.

Datering

Voorjaar of zomer 1613 (zie boven), vóór 4 september 1613.

Overlevering

H British Library Add. ms 22953, fol. 26 (microfilm Koninklijke Bibliotheek Den Haag).
  Huygens noteerde zijn versje naast het gedicht van Coprario.

Commentaar

1 Post varios casus: Verg. Aen. 1,204: per varios casus ...
3 pelagoque remenso: Verg. Aen. 2,181.
7 Arion: zanger uit de Griekse oudheid, die op zee werd beroofd door de bemanning van het schip waarmee hij voer. Met de dood voor ogen vroeg hij toestemming om nog één lied te zingen. Het lied kon de zeelui niet vermurwen, maar lokte wel een dolfijn naar het schip, die Arion vervolgens aan land bracht.
12 si qua fides: Verg. Aen. 3,434.
13 dit verwijst naar het geval van Arion.
14 vota precesque: Verg. Aen. 6,51: ... cessas in vota precesque; 11,158: vota precesque ...
3 Cape - nummos: in het handschrift gemarkeerd door een ander type schrift.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken