Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Houten kappen in Nederland 1000-1940 (1989)

Informatie terzijde

Titelpagina van Houten kappen in Nederland 1000-1940
Afbeelding van Houten kappen in Nederland 1000-1940Toon afbeelding van titelpagina van Houten kappen in Nederland 1000-1940

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (22.17 MB)

Scans (67.90 MB)

XML (1.20 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/geschiedenis-archeologie
non-fictie/architectuur


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Houten kappen in Nederland 1000-1940

(1989)–Herman Janse–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 306]
[p. 306]

5. Driescharnierspant

Bij het ontwerpen van moderne constructies ging men de principes van de statica steeds meer benutten. Trekkrachten en drukkrachten werden op de geëigende wijzen toegelaten en wringende momenten zoveel mogelijk vermeden. Hout laat zich daardoor gemakkelijk vervormen als de afmetingen niet overmatig groot zijn. Een ideale situatie is het aanwezig zijn van gelijk gerichte krachten, waarbij het buigend moment nul is, zodat onderdelen als het ware alleen tegen elkaar ‘leunen’.

Een andere ideale omstandigheid is het, als op de plaats, waar de constructie op de onderbouw of op de ondergrond rust, alleen een verticale kracht wordt uitgeoefend. Van deze beide omstandigheden wordt gebruik gemaakt bij een driescharnierspant. Wanneer twee stijve spantbenen, bijvoorbeeld uitgevoerd als vakwerk of in gelamineerd werk, aan de bovenzijde beweeglijk aan elkaar zijn verbonden door middel van geboute ijzeren platen en aan de onderzijde niet zijn ingeklemd, spreekt men van een driescharnierspant. Dit kan zowel symmetrisch als asymmetrisch zijn uitgevoerd (afb. 610, 611).

Wanneer tussen de schuine (dak)lijn en het verticale gedeelte een knik zit, wordt gesproken van een driescharnierkniespant. De lijn kan, met name bij schenkelspanten en gelamineerde spanten, ook vloeiend verlopen.

Bij een driescharnierspant wordt op het verbindingspunt van de beide spantdelen boven in de kap alleen een reactiekracht uitgeoefend, waarmee beide delen tegen elkaar rusten en elkaar in evenwicht houden. Dit punt is doorgaans in ijzer uitgevoerd.



illustratie
610. Schema van een symmetrisch kniespant (driescharnierspant).




illustratie
611. Schema van een asymmetrisch kniespant (driescharnierspant).



Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken