Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Roseliins oochies, ontleedt (1639)

Informatie terzijde

Titelpagina van Roseliins oochies, ontleedt
Afbeelding van Roseliins oochies, ontleedtToon afbeelding van titelpagina van Roseliins oochies, ontleedt

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.63 MB)

Scans (4.75 MB)

XML (0.19 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel
liederen/liedjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Roseliins oochies, ontleedt

(1639)–Daniel Joncktys–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

XXI.

 
EEn ouden vvrock stack Venus op de krop;
 
Die heftig hitsten op,
 
Haer hert, tot vvraeck, van't recht belach'lijck leet,
 
'T gêen sy van Phoebo lêed;
 
Wanneer God Mars, uyt onderling verdrag,
 
In hare armen lag.
 
'T vvas niet genoeg dat sy dien Klappert had
 
Soo door haer vlamm gevat,
 
Als dat hy most syn vvang bevvimpelen,
 
Met ouvve rimpelen.
[pagina 103]
[p. 103]
 
Noch hooger stêeg haer lust, tot vveder-hoon:
 
Sy greep hem na de kroon.
 
VVant daer den Rey der Goden vvas vergaert,
 
Riep sy, met spitsen aerd:
 
Koom gy, die steeds, tot ander-mans vervvijt,
 
Een preutsen Poccher zijt;
 
En pronckt, en ronckt op u verguld gevvaed,
 
En stralende gelaet:
 
Koom gy, en dael met u vermeten licht,
 
Eens op het aerd-gesticht:
 
En soo gy daer geen OOGEN sult sien staen,
 
Die d'uvv te boven gaen;
 
Soo heeft, te recht, een schell van eygen vvaen
 
Vvv Oogen vvel bela'en.
 
De Sonn en sag soo haest op't aerdrijck niet,
 
Of sag op syn verdriet.
 
'T vvas ROSELIIN, de Sonne van mijn Ziell,
 
VVaer op syn Oog eerst viel;
 
Alsoo haer Licht soo hell, by d'ander, barnt,
 
Als hy, by't kleyn gestarnt.
 
Hy sags', en svvêem; en deckte syn gelaet,
 
Flux met het vvolck-gevvaed:
 
En gaf, uyt schaemt, door syn gesicht, dat mael,
 
Noch hett, noch licht, noch strael.
[pagina 104]
[p. 104]
 
VVanneer Iupijn de flickerijge vlamm
 
Mé van haer OOG vernam;
 
Ey! laet (seyd' hy) die Sonnen, nu voortaen,
 
Aen onsen Hemel staen.
 
Maer Venus, die best kende haren gloed,
 
Sprack: Sooje sullicks doet,
 
Raeckt't gansche Hemel-vvulf, en, tot u schand,
 
Gy selver oock in brand.
 
Hoe, soo vvel eer door Phaëton de vlamm
 
In onse Zalen quam;
 
VVat stond ons min te vvachten van dien gloed,
 
Daer hy voor svvichten moet?


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken