Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Frank van Wezels roemruchte jaren & Notities van een landstormman (1969)

Informatie terzijde

Titelpagina van Frank van Wezels roemruchte jaren & Notities van een landstormman
Afbeelding van Frank van Wezels roemruchte jaren & Notities van een landstormmanToon afbeelding van titelpagina van Frank van Wezels roemruchte jaren & Notities van een landstormman

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.58 MB)

Scans (26.24 MB)

ebook (3.33 MB)

XML (1.17 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman
verzameld werk


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Frank van Wezels roemruchte jaren & Notities van een landstormman

(1969)–A.M. de Jong–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

VI

De dagen draaien en ze zijn allemaal even warm. De Entos-zon brandt en schroeit onverbiddelijk voort. De mannen beginnen er ietwat ontveld en gebakken uit te zien. Vandaag hoorde ik, hoe er een de ander z'n voorhoofd vergeleek met beschimmeld roggebrood. De vergelijking was niet vleiend, maar volkomen realistisch.

De dagen draaien, maar ze draaien langzaam. Och god, ze draaien toch zo langzaam. Van 's morgens half zes tot 's middags twaalf uur, da's zes-en-eenhalf-uur. En een uur is een allerverschrikkelijkst taai ding, als je het de hals om moet draaien. En dat moet. Dat moet, meedogenloos. Soms is het gruwelijk. Dan exerceer je in het gezicht van de korpsklok. En daar zijn vele horloges op de soldatenarmen bevestigd in leren banden. Ah! die tergende korpsklok. Hij schenkt je geen minuut, geen enkele sekonde. Met een weerzinwekkende nauwgezetheid telt hij ze alle af, één voor één... één voor één... één voor één... Je kijkt, je tuurt, je staart... Hij gaat niet meer vooruit, die beroerde wijzer! Staat de tijd stil? Is het al niet erg genoeg? ‘Rechts uit de flank!’ ‘Links om!’ ‘Knielen!’ en bij dat alles nog stilstand van de tijd?! Dan wend je je ogen af. Je kijkt een tijd lang niet, om zekerheid te krijgen of het ontzettende waar is, of de tijd werkelijk stilstaat. Je spant je in. Je houdt je gretige ogen moeizaam in bedwang. Een reuzentijd kijk je niet op de klok, een eeuwigheid. Dan, hoopvol - 't is al zó lang geleden! het uur moet al een heel eind om zijn! - dan loer je even, glimlachend tegen de klok, die wel goeie tijding geven zal. Maar de glimlach verstijft om je mond. Wat! Drie minuten?... Onmogelijk! Je rukt je mouw omhoog, een blik op je horloge: 't is zo... Drie minuten, drie onnozele minuten! Je hadt in die tijd een hele krant vol kunnen schrijven of een gebeeldhouwde boekenkast maken, al naar je vak is. Drie minuten! En dan zeggen ze nog, dat de tijd arendsvleugelen heeft! Arme onnozelaars, die zo'n spreekwoordje in mekaar knutselen. Laat ze eens een paar dagen op Entos als rekruut komen staan! En exerceren. In het gezicht van de korpsklok.

[pagina 355]
[p. 355]

En als het dan avond is en je maakt je berekening: wat hebben we nou gedaan vandaag? Dan ontsnappen je uren, waaraan je geen herinnering meer hebt. Waarvan je met geen mogelijkheid kunt zeggen, hoe je ze hebt doorgebracht. En ze duurden toch zo eindeloos, zo mens-onterend lang.

Ik heb ze met hemden zien sjouwen. Kolossale hemden, omvangrijk als de befaamde kleren van de dikke juffrouw. Passen hoef je niet. Je krijgt ze zo van de stapel. Want het wonderlijke van die militaire hemden is, dat ze altijd passen. Een van de bezitters verzekerde het me, z'n sergeant had het gezegd: ‘die hemden passen altijd!’ En dan zou je met je lekenverstand nog denken, dat het dekkleden voor olifanten waren!


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken