Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Frank van Wezels roemruchte jaren & Notities van een landstormman (1969)

Informatie terzijde

Titelpagina van Frank van Wezels roemruchte jaren & Notities van een landstormman
Afbeelding van Frank van Wezels roemruchte jaren & Notities van een landstormmanToon afbeelding van titelpagina van Frank van Wezels roemruchte jaren & Notities van een landstormman

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.58 MB)

Scans (26.24 MB)

ebook (3.33 MB)

XML (1.17 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman
verzameld werk


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Frank van Wezels roemruchte jaren & Notities van een landstormman

(1969)–A.M. de Jong–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

XXII

Lezer, ik stel u voor, de mensheid te verdelen in twee, wel scherp onderscheiden kategorieën. Aldus: officieren en mensen. Ik geef toe, dat de heilloze mobilisatie ook in deze verwarring heeft gesticht. De toestand is nu zo, dat er officieren zijn, die heuselijk onder de mensen gerangschikt moeten worden, terwijl er van de andere kant wezens op twee benen rondlopen, die je, oppervlakkig beschouwd, voor mensen zou aanzien, terwijl ze toch (en zeer gruwzaam en ongeneeslijk!) behoren tot het genus officier. Als burger had ik daar vroeger zo geen erg in, maar tegenwoordig ruik ik de soorten al op een afstand en zet ze netjes in hun eigen vakje. En noch besterde kraag, noch burgerjas bedriegen mij meer!

U begrijpt mij niet goed, wel? Ja, ik mag niet ál te duidelijk zijn: ik ben geen burger.

Ik zou zo zeggen: een officier is een overblijfsel uit een lang vergane periode. De wereld is veranderd, de toestanden zijn ondersteboven gekeerd, maar hij is gebleven, die hij was. Soms is hij oud, soms is hij piep-jong, maar nooit is hij - modern. Hij verdeelt de wereld ook in kategorieën, op deze wijze: officieren (halfgoden), minderen (mensen), burgers (varkens). Een ding ter wereld kent hij in de grond: zijn vak. Maar 't is er dan ook een vak naar!

Laat ik eens met een voorbeeld trachten duidelijk te maken, wat ik bedoel. Denk niet, dat dit voorbeeld waar gebeurd is, lezer; u weet, ik verzin altijd maar zo wat. Ik fantaseer dus:

Daar is in een klein garnizoensstadje, aan de Noordrand van de Veluwe, een officier. Niet zo'n mens met sterren op z'n kraag, zo'n toevals-officier om zo te zeggen, maar een echte, onvervalste, een geboren, een ras-officier van beroep. Hij is jong, piepjong. Z'n gelaat is baardeloos, z'n arrogantie mateloos en z'n dienstijver grenzeloos. Z'n sleepsabel klettert indrukwekkender dan drie andere en hij kent maar één verdriet: dat Nederland niet meevecht. Hij is eigenlijk een miniatuur-kronprinzlein. Overigens teken ik geen portret: ik fantaseer maar.

In dat stadje nu, dicht bij de Zuiderzee, is een afdeling O. en O., dat wil zeggen Onderwijs en Ontspanning. De leidende luitenant - een mens met sterren! - organiseert kursussen in lager onderwijs, talen, boekhouden, hout-

[pagina 377]
[p. 377]

snijden, richt toneelclubs op, zangverenigingen, zet kunstavondjes in mekaar, waar muziek gemaakt wordt en zoekt mensen op die lezingen willen houden voor het meer ontwikkelde soldatendom. De leider spreekt onze officier aan: ‘Wil je een programma voor de kunstavond donderdag?’

De officier krult de baardeloze lippen tot een verachtelijk lachje: ‘Merci... M'n buik vol van O. en O.’

De ander lacht fijntjes terug.

‘Weet je al, dat er een schouwburgtent gebouwd zal worden voor de soldaten, een vaste, die ook na demobilisatie blijven kan?’

De officier verschiet van kleur. Hij slaat kletterend de hak tegen z'n sabel. Heilige toorn flikkert uit z'n heldenoog: ‘Een schandaal, zag!... Laat ze gadverdamme dat geld gebruiken om er kogels voor te kopen!’

Ach lezer! Kon ik u toch de verheerlijkte klank, de liefde, de aanbidding uitbeelden, waarmee dat woord ‘kogels’ wordt uitgesproken door dezulken! - En nu laat ik m'n fantasie nog verder gaan en vertel u, dat deze officier behoort tot een kringetje van sabeldragers, die uit principe (wat?) nooit gaan naar de lezing van een nietige korporaal, ook al is die korporaal eigenlijk doctor in de letteren of meester in de rechten. Want voor die mensen - pardon: officieren, bestaat er geen ontwikkeling, geen geest. Voor hen bestaan slechts - kogels en sabels. Stakkers - ze zullen er door vergaan!

Begrijpt u nu beter lezer, waaróm in de schietloods op Zeeburg een soldaat dichtte: ‘God schiep de mensen en de dieren, maar wie, voor den duivel, schiep d' officieren?’


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken