Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Frank van Wezels roemruchte jaren & Notities van een landstormman (1969)

Informatie terzijde

Titelpagina van Frank van Wezels roemruchte jaren & Notities van een landstormman
Afbeelding van Frank van Wezels roemruchte jaren & Notities van een landstormmanToon afbeelding van titelpagina van Frank van Wezels roemruchte jaren & Notities van een landstormman

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.58 MB)

Scans (26.24 MB)

ebook (3.33 MB)

XML (1.17 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman
verzameld werk


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Frank van Wezels roemruchte jaren & Notities van een landstormman

(1969)–A.M. de Jong–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

XXVIII

De landstormers van 1918 zijn in de verte te herkennen. Ze zien er ontoonbaar slachtofferachtig uit. Met infame wellust demonstreren ze hun rampzaligheid en, ze zijn zeker van hun sukses: heel Nederland hééft medelijden met de armen. Ze laten baarden groeien; ze dragen onredelijk lange en dikke snorren; ze zijn groot en zwaar-uitgegroeid; ze kweken opzettelijk zorglijke trekken in d'r tanige gezichten; ze spreken bij voorkeur over hun gezin, dat immer met afschuwelijk veel kinderen gezegend is; ze hebben zieke vrouwen in menigte en ze klagen zo hartverscheurend, dat er al vele kompagnies-kommandanten mal geworden zijn van narigheid. Eens heb ik een hoge officier in arren moede en met een furieus handgebaar horen verklaren, dat Bosboom zijn val, en meer dan dat, verdiend had, met deze ellendelingen in ons onvergelijkelijk leger in te voeren. De lichting acht werkt als een gif in de gelederen. Ze sturen alles in de war, en als ze uitgescholden worden, rechtvaardigen ze zich met een edel gebaar: ‘ik ben van landstorm acht... ik denk te veel an me zoveel kinderen luit'...’ Wat moet je daartegen beginnen? Men is ietwat bang voor de landstormers van 1908. Let eens op de houding van een jong luitenant tegenover zo'n zwaargesnord individu, en vermei u in de onzekerheid van de meerdere en in het onverschillig gevoel van eigenwaarde des landstormers.

Stel u voor een troep soldaten. De geweren staan aan rotten. Een heuse overste loopt langs de geweren en ziet er een, dat vies en stoffig, z'n meester een honend getuigenis van slordigheid is. De overste haalt een smetteloos witte zakdoek te voorschijn, hult die om z'n zacht-rose aristokratische wijsvinger en - veegt over de loop van het wapen. Nieuwsgierige soldaten sluipen naderbij, zien met kennelijk genoegen de weemoedige blik van de overste naar de afgrijselijk bevlekte zakdoek. Ernstig geval.

‘De drager van dit geweer!’ dondert des overstes stem.

‘Present, overste!’ Een enorme korporaal, breed en met angstig dikke knevels, springt naar voren. De overste aarzelt. Dan zegt-ie iets zachtmoediger: ‘Wat ben je voor een vuilpoets, korporaal?’

[pagina 385]
[p. 385]

‘Ik ben van de lichting acht, overste’, antwoordt de korporaal, zwaar beledigd. Men ziet de overste lichtelijk verbleken. Wat nu? Echter, hij heeft A gezegd, dient dus ook B te zeggen. Hij krijgt een lumineuze inval, zal een pedagogische straf opleggen.

‘Korporaal, geef jij tegenover mij theorie over het geweer, net alsof je voor rekruten staat. Over het onderhoud van het geweer.’

Soldaten grinniken. Kapitein kijkt angstig, overste triumfeert! De korporaal, ontaard kalm, neemt het geweer en steekt van wal, spreekt de overste aan: ‘Zie je, jó, da's nou een spuit. Die mot je altijd keurig in orde houen, doe je met een klodder geweervet en een ouwe lap. Maar wees nou nooit zo kafferachtig, om met een witte zakdoek de loop af te vegen onder een mars, want dan veeg je mét 't stof ook 't vet er af en as 't dan gaat regenen, roest je spuit en dan krijg je nog een douw op de koop toe...’

Hij zei nog meer, maar dat was onverstaanbaar. De overste, vol ontzetting, sprakeloos, verslagen, was weggelopen, de soldaten stonden stuipachtig te lachen, de kapitein was lijkbleek achter de overste aangestrompeld. Alleen de landstormplichtige korporaal bleef bedaard.

O, die landstorm acht! Die liederlijke lichting Bosboom!


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken