Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Frank van Wezels roemruchte jaren & Notities van een landstormman (1969)

Informatie terzijde

Titelpagina van Frank van Wezels roemruchte jaren & Notities van een landstormman
Afbeelding van Frank van Wezels roemruchte jaren & Notities van een landstormmanToon afbeelding van titelpagina van Frank van Wezels roemruchte jaren & Notities van een landstormman

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.58 MB)

Scans (26.24 MB)

ebook (3.33 MB)

XML (1.17 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman
verzameld werk


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Frank van Wezels roemruchte jaren & Notities van een landstormman

(1969)–A.M. de Jong–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

LXIX

De troep staat vrolijk aangetreden. Verscheidene gymnastiekschoentjes zitten onder de draagbanden gestoken: er zal een ochtend van athletiek komen. 't Is een prachtige zomermorgen. De mogelijkheid van flink en degelijk lijntrekken licht over al de soldatentronies. Ze zijn naar verhouding nog al in een tevreden stemming. Het wordt wel een geschikte dag.

Edoch...

De bataljonskommandant had 's morgens een onwelriekend ei bij z'n ontbijt gehad, gevolgd door een min of meer levendig gesprek met z'n ega, en bij zijn driftige aftocht was hij gestruikeld over z'n sabel en zeer onbevallig door de gang gerold. En toen hij op het terrein verscheen, irriteerde de tevredenheid van de landstorm hem blijkbaar nog al hevig. De kommanderende luitenant had iets afwijkends aan z'n tenue en kreeg een schrobbering onder uit de zak. De sergeants keken mekaar onthutst aan en wij minderen, in onze onnozelheid, grinnikten zo'n beetje voor ons heen, geamuseerd. Wij, sukkels, hadden we maar niet gelachen!

Er kwam ineens een vreemd bevel: afmarcheren naar A... Wat? En we zouden... Geen praatjes, gehoorzamen.

De luit' met de bataljonskommandant naar binnen en wij de weg op. De barometer van het humeur der sergeants vertoonde bedenkelijke schommelingen. Na een uur, rust. Wachten op de luit', die op de fiets nakomt. We zitten amper of daar komt-ie al aan. Hij zwaait met z'n hand, stoot allerlei ongearticuleerde geluiden uit, kijkt woedend. Sergeants verbleken. De troep wordt al meer en meer ongerust. De witte schoentjes verdwijnen in de ransels. Algemeen dringt het begrip door: 't is mis, 't wordt donderen vandaag.

[pagina 437]
[p. 437]

Toen begon het. Marcheren en veiligheidsdienst. Door het beroerdste terrein, dat je je bedenken kunt. En al sneller. Gevechtsoefeningen: looppas, liggen... verspreiden, oprukken in verkorte marskolonne, looppas. De sergeants konden geen goed doen. Kregen uitbrander op uitbrander. Donderden op hun beurt tegen de manschappen. De troep wordt zenuwachtig en als er ‘verzamelen’ gekommandeerd wordt, is er een hele afdeling spoorloos in het ruigbegroeide terrein verdwenen. De luitenant kettert, maakt smalende opmerkingen. Laat de mars voortzetten en verklaart ijskoud, dat dit een geheime mars is, waarbij geen woord mag worden gesproken. Hij luistert nauwkeurig en telkens als hij meent een stem te horen, grijnst hij, vertelt, dat hij vele foefjes weet om ons te dwingen en te pesten. Geeft het teken: looppas! En dan sjouwen we weer voort, een paar honderd meter door het rulle zand, over stukgereden wegen, door hakhout. Dan: liggen!... Je denkt: even uitblazen! Mis! Looppas voorwaarts!

Kilometers na kilometers verslind je op die manier. Je zweet ontzettend. En dan het gekanker. De sergeants hebben het lelijk te pakken. Ze razen al tegen mekaar. En de korporaals hebben het het beroerdst van allemaal. Worden toegesnauwd door hun meerderen en gebrutaliseerd door hun minderen. De peststemming stijgt van ogenblik tot ogenblik.

En als eindelijk de grote rust komt, breekt de spanning in een kabaal. De mannen kunnen mekaar niet meer luchten of zien. Ze vinden mekaar onverdraaglijk, zitten te vitten, beledigen mekaar, schelden mekaar uit voor dienstklopper en koekebakker. En het eind is een kloppartij tussen twee ruziemakers, waarin partij gekozen wordt en die ontaard zou zijn in een ware veldslag, als de luit' niet tussenbeide gekomen was en douwen had uitgedeeld.

Zo kunnen kleine oorzaken grote gevolgen hebben - in dienst. Nu zijn we allemaal bekaf, hebben woest de pest in over ons beulenwerk, en dat alles omdat de bataljonskommandant... misschien...


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken