Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Frank van Wezels roemruchte jaren & Notities van een landstormman (1969)

Informatie terzijde

Titelpagina van Frank van Wezels roemruchte jaren & Notities van een landstormman
Afbeelding van Frank van Wezels roemruchte jaren & Notities van een landstormmanToon afbeelding van titelpagina van Frank van Wezels roemruchte jaren & Notities van een landstormman

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.58 MB)

Scans (26.24 MB)

ebook (3.33 MB)

XML (1.17 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman
verzameld werk


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Frank van Wezels roemruchte jaren & Notities van een landstormman

(1969)–A.M. de Jong–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

LXXIV

Ik zit te schrijven en ik heb de zeer sterke overtuiging, dat ik een paar voeten heb. Ze zijn onzichtbaar voor mijn ogen, maar ik weet zeker, dat ik ze heb. U ook? Nee, u denkt, dat u ze wel hebben zult, maar om u te overtuigen moet u er toch eerst even naar kijken. Dat is voor mij niet nodig. Want ik voel m'n voeten. Ze zitten daar onder de tafel en zo op 't gevoel zou ik zeggen, dat ze ietwat bijzonder van afmeting moeten zijn. Eigenlijk heb ik het idee, dat er onder de tafel niet veel anders zit dan een paar voeten, een paar enorme, afschuwelijk overdreven voeten. En niet alleen, dat ze kolos-

[pagina 443]
[p. 443]

saal groot, maar ze moeten bovendien uitermate afzichtelijk zijn. Ik voel er knobbels op als vuisten met gloeiende plekjes overdekt, en ook moeten er blaren op zitten als eieren en ontvelde plekken, waar het rauwe vlees te zien is. En de zolen zien er zeker ongeveer uit als een speldenkussen, want daar voel ik duizend stekende puntjes die allemaal iets betekenen en die met z'n allen iemand razend kunnen maken van dreinerige, treiterende pijn. En rond m'n enkels zit een gloeiende ijzeren band, dunkt me, die ook nog te nauw is en knelt. - Ik durf er niet naar te kijken, vrezend een soort verschijning uit een nachtmerrie te zullen zien. Ik heb inderdaad die hallucinatie, dat ik besta uit niet meer dan twee krankzinnig grote, afgrijselijke lelijke en ongelooflijk pijnlijke voeten. Al het andere is weg, bestaat niet meer, had ik vroeger wel eens, maar nu niet meer, nu heb ik enkel maar die twee vervloekte voeten, die monsters...

Lezer, dit is geen droom, geen visioen, geen schrikvoorstelling. Het is enkel maar de gewaarwording van iemand, die pas terug is van een veeldaagse mars...

't Is een prachtige wandeling geweest. Een wandeling die een burger zich niet kan voorstellen, en die hij ook nooit zal ondernemen, tenzij de sport hem in z'n hoofd geslagen is. Een wandeling van dagen achtereen, elke dag een flinke dertig kilometer ver. Met onderweg nog een spelletje oorlog, waarbij hoort: looppas, liggen, vuren, opstaan, door hakhout kruipen en weer hard lopen. En zo loop je dan ongemerkt een halve provincie in de rondte. ‘Ongemerkt’ dan bij manier van spreken. Want eigenlijk merk je het bliksems goed, zie je.

Je voeten namelijk zijn niet gebouwd voor zulke prestaties. Of ze zijn in elk geval door de beschaving zover ontaard, dat ze deze dingen niet meer dulden. Vooral niet de druk van de ‘modelbepakking’. De eerste uren gaat dat wel. Zo tot een uur of twee. Maar dan de rest! Met ontzetting kijk je telkens naar beneden, en stelt verbaasd vast, dat je voeten nog aan je benen zitten. En dat ze aldoor maar blijven gaan, de een voor de ander, de ander weer voor de een, ontelbaar vele malen achtereen. En zo voor 't uiterlijk zijn ze niet groter dan anders en er sijpelt geen bloed tussen de veters van je schoenen door. Er slaan ook geen vlammen, of tenminste vonken naar buiten.

Dan rust je weer eens een kwartiertje. Zalig strek je je uit, verlegt elke tien sekonden je voeten, telkens makkelijker. O, je voelt je weer kiplekker! Maar, ach lieve hemel! als je weer beginnen moet! Dan voel je duidelijk, dat er diepe sneden in je voeten zitten, wat zeg ik! dat je voeten aan stukken en brokken in je schoenen liggen. En je enkels willen niet meer buigen! Rondom je heen zie je pijnlijk verwrongen gezichten, angstige vraagogen, die informeren of jouw voeten ook te pletter zijn. Maar na een minuut of wat komt de lenigheid een beetje terug. De pijn wordt draaglijker, de pas zekerder.

[pagina 444]
[p. 444]

Het machinale rythme komt terug. Iemand begint te zingen, en de hele kompagnie valt in:

 
Daar komen de jongens Pan Holland an,
 
De gronden de huizen die trillen er van!

En je zingt mee. En dat helpt. Dat helpt wezenlijk...

Dan, tegen de avond kom je in het dorp of de stad, waar je wezen moet, en daar volgt de rust, de eindelijke rust. Je krijgt een biljet met een adres, en gaat logeren bij mensen die je nooit gezien hebt, en die je na morgen ook wel nooit meer zien zult. Het soldatenleven is wel vol afwisseling. Verbazend aardig. Maar o, die ellendige, die miserabele voeten!...


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken