Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Tot lering en vermaak (1976)

Informatie terzijde

Titelpagina van Tot lering en vermaak
Afbeelding van Tot lering en vermaakToon afbeelding van titelpagina van Tot lering en vermaak

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (21.91 MB)

XML (0.54 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/kunstgeschiedenis


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Tot lering en vermaak

(1976)–E. de Jongh–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Betekenissen van Hollandse genrevoorstellingen uit de zeventiende eeuw


Vorige Volgende
[pagina 112]
[p. 112]


illustratie

[pagina 113]
[p. 113]

23 Isack Elyas
Werkzaam ca 1620, waarschijnlijk in Haarlem

Feestend gezelschap
Paneel, 47 × 63 cm. Gesigneerd en gedateerd 1620
Amsterdam, Rijksmuseum

De personen in deze voorstelling van Elyas zijn in twee groepen te verdelen, enerzijds het staande paar aan de rechterkant van de compositie dat rechtstandig het beeldvlak uitkijkt, anderzijds de in het algemeen meer actieve figuren rondom de tafel. Gezien hun diverse handelingen moet van deze personages worden aangenomen dat ze de vijf zintuigen vertegenwoordigen. Ze doen dit op de karakteristiek vermomde manier die in deze tijd, rond 1620, gangbaar was.Ga naar eind1

Het Gehoor wordt vertegenwoordigd door de luitenist, het Gezicht door de oudere, zingende (?) man die een papier met tekst in zijn rechterhand houdt, de Smaak door de man met het omgekeerde glas (die een duo vormt met het meisje naast hem), het Gevoel door de staande jongen die zijn hoed afneemt en de Reuk door de vrouw met het hondje op haar schoot. Geheel duidelijk is de verdeling niet. De Smaak en het Gevoel laten zich hier eventueel verwisselen. Op zichzelf is dat niet uitzonderlijk - de manieren waarop de zintuigen in de 17de eeuw werden uitgebeeld, waren divers en soms, in onze ogen althans, vergezocht. Dit in tegenstelling tot de iconografie van de zintuigen in de 16de eeuw, die door min of meer vaststaande personificaties en attributen werd gedragen.Ga naar eind2

Een treffend contrast met Elyas' in vele opzichten natuurlijk aandoende voorstelling vormt een bijdrage aan het thema van de graveur Adriaen Collaert (afb. 23a). Deze voor het laat 16de eeuwse beeldidioom zo typerende prent vertoont de zinnen in de gedaanten van vijf grotendeels naakte vrouwen, alle voorzien van traditionele attributen en bovendien in gezelschap van de personificatie van de Mens. Op zijn schoot heeft het Gevoel plaats genomen, het zintuig dat doorgaans het laagst werd aangeslagen omdat het gevoel het meest rechtstreeks verbonden werd geacht aan de libido.Ga naar eind3

Sedert de oudheid tot in de 17de eeuw werd over de zintuigen overwegend in ongunstige termen geschreven. Niet alleen in de leer van Plato werden de zintuigen als onbetrouwbaar veroordeeld, ook andere wijsgerige systemen hebben het waarnemen, in feite elke vorm van waarneming, als bedrieglijk opgevat. In de middeleeuwen en renaissance beschouwde men de zintuigen vanuit christelijk standpunt als de verbindingswegen waarlangs alle mogelijke slechtheid en zonden de menselijke geest binnendrongen. In de loop van de 17de eeuw evenwel zou er in deze argwanende houding enige verandering optreden onder invloed van het zich ontwikkelende empirisme, dat alle kennis wilde funderen in de ervaring. Voor deze wijsgerige richting golden de zintuigen niet zozeer als zondig, maar eerder als leveranciers van informatie en bewijsmateriaal.Ga naar eind4

Op het tafereel van Elyas lijkt van een dergelijke waardering geen sprake te zijn. De zintuigen worden hier onmiskenbaar vertegenwoordigd in een sfeer van

[pagina 114]
[p. 114]


illustratie
23a Adriaen Collaert, De zintuigen (gravure)


mondain genoegen. Ze hebben, met andere woorden, tot lichtzinnig gedrag geleid, een gedrag waartegen tegelijk op beproefde wijze wordt gewaarschuwd door middel van de twee schilderijtjes die aan de muur achter het gezelschap hangen. Het ene stuk stelt de Zondvloed voor, dat wil zeggen: de vernietiging van de mensheid na een zondig leven, terwijl het andere, ovalen, stuk vagelijk een gevechtsscène weergeeft, hetgeen in deze context de associatie rechtvaardigt met de zowel door katholieken als protestanten dikwijls geuite gedachte dat het leven van de mens op aarde een strijd is, een strijd ook tussen lichaam (zintuigen) en geest.Ga naar eind5

Door de Antwerpse jezuïet Jan David bijvoorbeeld is deze gedachte in 1602 aldus verwoord: ‘Het leven vanden mensche opder aerden/is eenen strijdt. Deze weerelt is het veldt/daer den strijdt en slagh ghelevert wordt: ons leven/is den tijdt van vechten/ende de croone te verdienen: ende dan volght den tijdt van ghecroont te werden/veur die wel ghevochten sal hebben’.Ga naar eind6

Een demonstratie van ‘wel vechten’ wordt door de overwegend jonge mensen bij Elyas, slachtoffers van hun eigen zinnen, niet gegeven. In combinatie met de zwaarwichtige tekens aan de wand fungeren ze als een visuele preek tegen de gevaren des levens, ten behoeve van het terzijde staande paar, dat niet in de wereldse genoegens betrokken is, en uiteindelijk ten behoeve van elke beschouwer van dit schilderij.Ga naar eind7

eind1
J. Richard Judson, Dirck Barendsz. 1534-1592, Amsterdam 1970, 97, noot 6, geeft een specificatie van twee zintuigen, het Gezicht en de Reuk. De Jongh 1971, 148, geeft geen specificatie.
eind2
Zie Hans Kauffmann, ‘Die Fünfsinne in der niederländischen Malerei des 17. Jahrhunderts’, in: Kunstgeschichtliche Studien. Dagobert Frey zum 23. April 1943, hrsg. von Hans Tintelnot, Breslau 1943, 133-157. Chu-tsing Li, The Five Senses in art. An analysis of its development in Northern Europe, State University of Iowa 1955 (ongepubl. diss.), 23-34. Zie ook Seymour Slive, Frans Hals I, Londen 1970, 78-79.
eind3
Hollstein IV, nr. 465. Het Gezicht heeft een spiegel en een (scherpziende) adelaar tot attributen; in haar hand draagt zij een flambouw, wat duidt op het element vuur, waarmee het Gezicht in verband wordt gebracht. Het Gehoor bespeelt een luit en naast haar zit een (scherphorend) hert. De Smaak draagt een mand met vruchten en een drinkschaal, terwijl boven haar hoofd een (snoeplustig) aapje zit. De Reuk draagt bloemen en is vergezeld van een hond. Het Gevoel tenslotte wordt - ook dat was traditioneel - door een vogel in haar vingers gepikt. De schildpad aan de voeten van deze personificatie verwijst naar het element aarde.
eind4
Vgl. het overzicht bij Chu-tsing Li, a.w., 81-96. Zie ook Fokke Veenstra, Ethiek en moraal bij P.C. Hooft. Twee studies in renaissancistische levensidealen, Zwolle 1968, 130-167. De eigenlijke grondlegger van het empirisme was de Engelsman Francis Bacon (1561-1626), wiens ideeën in de Republiek o.a. door bemiddeling van Constantijn Huygens bekendheid kregen.
eind5
Dergelijke waarschuwingen in beeld komen meer voor. Vgl. in dit verband een prent naar Dirck Barendsz. (Judson, a.w., 126-131, afb. 41 en 42) en het detail dat zichtbaar is van de strijdscène die als schoorsteenstuk voorkomt op De weigering van het glas (cat. nr. 9 en De Jongh 1971, 147-148). Op de kas vóór het schilderij met de Zondvloed staat een beeldje van een boogschutter. Dit kan, op grond van een traditionele koppeling van temperamenten, leeftijden en sterrenbeelden, in verband worden gebracht met het volbloedige gezelschap dat de zintuigen symboliseert (De Jongh 1971, 150). Volgens een bepaalde indeling werden sanguinici geassocieerd met de jeugd en tevens met het sterrenbeeld van de Sagittarius, de boogschutter, maar volgens een andere indeling ontbreekt het verband tussen boogschutter en het sanguinische temperament.
eind6
Jan David, Christeliicken waerseggher, Antwerpen 1602-03, 106. Woorden van gelijke strekking bij de calvinist De Brune, 163.
eind7
Deze constructie is meer toegepast, o.a. door Jan Miense Molenaer; zie cat. nr. 44 en De Jongh 1971, 148 en noot 24.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

auteurs

  • Jan Baptist Bedaux

  • P.A. Hecht

  • Jeroen Stumpel

  • Rik Vos

  • Jochen Becker