Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Tot lering en vermaak (1976)

Informatie terzijde

Titelpagina van Tot lering en vermaak
Afbeelding van Tot lering en vermaakToon afbeelding van titelpagina van Tot lering en vermaak

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (21.91 MB)

XML (0.54 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/kunstgeschiedenis


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Tot lering en vermaak

(1976)–E. de Jongh–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Betekenissen van Hollandse genrevoorstellingen uit de zeventiende eeuw


Vorige Volgende
[pagina 134]
[p. 134]


illustratie

[pagina 135]
[p. 135]

30 Samuel van Hoogstraeten
Dordrecht 1626-1678 Dordrecht

De zieke dame
Doek, 69,5 × 55 cm. Gesigneerd
Amsterdam, Rijksmuseum

De 17de eeuw heeft een lange reeks schilderijen voortgebracht waarin de dokter een belangrijke rol speelt. Vooral de dokter die een visite aflegt bij een jonge vrouw, zoals op dit schilderij van Samuel van Hoogstraeten, is een populair onderwerp geweest. Meestal is de arts doende de pols van zijn patiënte te voelen of haar urine te onderzoeken. Uit expliciete toespelingen in een aantal van deze schilderijen, onder andere van Jan Steen en Godfried Schalcken, valt te concluderen dat de aandoening waaraan deze vrouwen lijden, hetzij minnekoorts, hetzij (ongewenste) zwangerschap is.Ga naar eind1

Omdat er op de doktersvisite van Van Hoogstraeten sprake is van een urineonderzoek, is het zinvol dit schilderij te bekijken in verband met de toenmalige diagnostiek. In de tijd dat het werd gemaakt, stond het zogenaamde piskijken al lang niet meer in aanzien, zeker niet in de meer geavanceerde medische kringen. Aan het einde van de 16de eeuw had de Delftse arts Pieter van Foreest er scherpe kritiek op uitgeoefend in een Latijnse verhandeling, die in 1626 in een Nederlandse vertaling verscheen onder de veelzeggende titel Het onzeker ende bedrieghlick oordeel der wateren: het welcke de pis-besienders tot verderf van veel siecken ghebruycken.Ga naar eind2 De bewering van ‘quacksalversche Pis-besienders’ dat zij uit urine konden aflezen of een vrouw bevrucht was, doet Van Foreest categorisch als leugenachtig af. En hij was niet de enige scepticus.

In 1642 acht de befaamde Dordrechtse arts Johan van Beverwyck het kennelijk nog noodzakelijk om - in zijn Schat der ongesontheyt - opnieuw op het misbruik van uroscopie te wijzen. Ook hij laakt het waanidee dat urine uitsluitsel over zwangerschap geeft. Er zijn mensen op uit, zegt Van Beverwyck, ‘... om te weten, of een nieugetroude Vrou swanger is. En sulx en gebeurt niet weynigher van jonge dochters, die bevreest zijn, dat haer de kermis, die sy met vreugt gehouden hebben, wel sonder vreught mochte vergaen, en met schande uytbersten. Maer ick sal klaer bewijzen, dat uyt het water niet gesien en kan werden ... of een vrouw swaer gaet ... sulcx uyt het water te oordeelen, is een groote lichtveerdigheyt, en streckt meesten-tijt om het gemeen volck te bedriegen’.Ga naar eind3

Het is zeer twijfelachtig of Van Hoogstraeten, gezien de reputatie van het piskijken in zijn tijd, zijn in ouderwetse kledij gestoken dokter wel ernstig heeft genomen. Wat zijn patiënte betreft, anders dan van de patiënten op de genoemde schilderijen van Steen en Schalcken valt van deze vrouw niet zonder meer te zeggen dat zij zwanger is. Wel kunnen we vaststellen dat de schilder een aantal indirecte toespelingen in deze richting heeft gemaakt, waarmee hij overigens een voorschrift uit zijn eigen theorieboek volgde, inhoudende dat het prijzenswaardig is een voorstelling te versieren met ‘bywerk dat bedektlijk iets verklaert’.Ga naar eind4

Tot zulk bijwerk zou men de kat kunnen rekenen, die naast de vrouw op de grond zit, aangezien de kat traditioneel als een beeld van de wellust gold.Ga naar eind5 Ook de twee naaktfiguren die in het tafelkleed zijn geweven, en het schilderij boven de deur, Venus met eroten voorstellend, zouden verwijzingen kunnen zijn naar het driftleven van de hoofdpersoon. Verder is het niet zonder belang dat Van Hoogstraeten, in een uitweiding over handgebaren in zijn Hooge schoole der schilderkonst, het gebaar zoals de vrouw op zijn schilderij maakt (‘de vingers en handen in malkander geslooten’), op een bepaalde manier met zwangerschap in verband brengt.Ga naar eind6 Zwangerschap, zo kan geconcludeerd worden, komt dus stellig in aanmerking als de clou waar het in deze scène om draait. Niettemin moeten we de mogelijkheid open

illustratie
30a Samuel van Hoogstraeten, De zieke dame (detail)


[pagina 136]
[p. 136]


illustratie
30b Giorgio Ghisi naar Rafael, De school van Athene (gravure)


laten voor een andere diagnose, te weten die van de erotische melancholie (‘minnepijn’), een ziekte die in de schilderkunst in de meeste gevallen door middel van het polsvoelen wordt vastgesteld.Ga naar eind7

Hoogstraetens compositie behelst nog een detail waarmee het principe van het ‘bedektlijk’ verklarende bijwerk in de praktijk is gebracht, namelijk het schoorsteenstuk in de opkamer (afb. 30a). Dit stuk, waarvan slechts een deel zichtbaar is, is bij uitstek niet frivool van karakter en blijkt, zoals we zullen zien, een christelijke betekenis te hebben. Het stelt een detail voor dat overeenkomt met het beroemde fresco van Rafael in het Vaticaan, De school van Athene (1508-1510), waarin talrijke filosofen rondom Plato en Aristoteles zijn gegroepeerd. Merkwaardigerwijs verloor dit fresco in de loop van de 16de eeuw zijn oorspronkelijke betekenis en verdween het profane karakter ervan ten gunste van een geheel of gedeeltelijk christelijke interpretatie.Ga naar eind8 De vroegste blijken van deze verschuiving dateren van 1550. In dat jaar verscheen er een door Giorgio Ghisi gemaakte gravure naar het fresco (afb. 30b), die blijkens een Latijns bijschrift De school van Athene inlijfde bij de christelijke iconografie. Dit bijschrift presenteert de voorstelling namelijk als Paulus, prekend op de Areopagus te Athene. Of Van Hoogstraeten deze prent onder ogen heeft gehad, moet een open vraag blijven. Hij kan ook andere reprodukties van Rafaels werk hebben gekend. Bovendien was hij zelf, in 1652, in Rome geweest, waar hij Rafaels fresco mogelijk met eigen ogen heeft aanschouwd.Ga naar eind9

In hetzelfde jaar waarin Ghisi's gravure verscheen, in 1550, kwam de eerste druk van Vasari's Vite uit, levensbeschrijvingen van Italiaanse kunstenaars, waarin ook de nodige aandacht wordt besteed aan Rafael en zijn School van Athene. Vasari beziet het werk anders dan Ghisi, maar ook hij doopt heidense figuren in christelijke om. In ons verband is vooral ter zake dat hij een aantal figuren, die op Rafaels compositie links op de voorgrond zijn gesitueerd, als evangelisten interpreteert.Ga naar eind10 Want het zijn juist deze figuren die Van Hoogstraeten voor zijn schoorsteenstuk van de Italiaanse meester overnam.

Op toeval kan dit niet berusten. Van Hoogstraeten was zonder twijfel op de hoogte van de ‘evangelisteninterpretatie’, alleen al door zijn lectuur van het Schilderboeck van Van Mander, waarin Vasari, wat De School van Athene betreft, letterlijk is nagevolgd.Ga naar eind11 Door zijn christelijke betekenis fungeert het schoorsteenstuk als

[pagina 137]
[p. 137]

richtingwijzer voor de juiste levenswandel, en als positieve tegenpool van de pikante aspecten van Van Hoogstraetens voorstelling. Een dergelijke contrastering in het bijwerk werd in de 17de eeuw wel meer toegepast, bij voorkeur, zoals hier, met schilderijen-in-schilderijen.

Van Hoogstraeten staat met deze specifieke ontlening aan Rafael overigens niet alleen. Ook Pieter de Hooch gebruikte Rafaels fresco, dat hij kende van Ghisi's gravure, als bijwerk voor een van zijn schilderijen (afb. 30c).Ga naar eind12



illustratie
30c Pieter de Hooch, Musicerend gezelschap. Leipzig, Museum der bildenden Künste


eind1
Uitgebreid over deze materie: Bedaux, 17-43. Op sommige doktersbezoeken van Steen komen onthullende teksten voor, zoals: ‘Als ik mij niet verzind, Is deze meid met kind’ (H.d.G. 146). Zie voor Schalcken cat. nr. 59.
eind2
Zowel de Latijnse als de Nederlandse editie werd opnieuw uitgegeven in: Opuscula selecta neerlandicorum de arte medica VIII, Amsterdam 1930, 138-313.
eind3
Van Beverwyck, Schat der ongesontheyt, 8-9. Doktoren die zich aan dit soort praktijken schuldig maakten worden ook aan de kaak gesteld in Roemer Visschers Sinnepoppen, 128: ‘Dese lieve Doctoren met haer langhe Tabbaerts ... handelen het Urinael met sulcke verwaentheyd, en oordelen daer uyt veel stoutter, als de oude vervaren Doctoren souden derven bestaen’.
eind4
Samuel van Hoogstraeten, Inleyding tot de hooge schoole der schilder konst..., Rotterdam 1678, 90.
eind5
De Jongh 1968-69, 47-48.
eind6
Van Hoogstraeten, a.w., 119.
eind7
Zie cat. nr. 61 (Steen).
eind8
Zie voor het interpretatieverloop van De school van Athene: Anton Springer, Raffael's Schule von Athen, Wenen 1883; Harry B. Gutmann, ‘The medieval content of Raphael's School of Athens’, Journal of the History of Ideas 2 (1941), 420-429; Carl Gustaf Stridbeck, Raphael studies I, Stockholm 1960. Luiptold Dussler, Raphael: a critical catalogue of his pictures, wall-paintings and tapestries, Londen-New York 1971, 73 en 74. Volgens Springer (36) en Stridbeck (42) is de christelijke interpretatie waarschijnlijk onder invloed van de Contra-Reformatie ontstaan.
eind9
Van Hoogstraeten, a.w., 169.
eind10
Giorgio Vasari, Le vite ..., ed. Milanesi IV, Florence 1879, 331.
eind11
Hoogstraetens bekendheid met Van Manders Schilderboeck blijkt uit verschillende plaatsen in zijn eigen theorieboek. Van Mander over De school van Athene, zie Het leven der ... Italiaensche schilders, fol. 118 recto.
eind12
Ook in dit schilderij van De Hooch in Leipzig fungeert De school van Athene als christelijke tegenpool van het profane deel in de voorstelling. Bovendien is er een relatie tussen De school van Athene als ideaal kunstwerk en het interieur dat geïnspireerd is op een van de galerijen van Jacob van Campens stadhuis op de Dam. Volgens toenmalige klassicistische opvattingen beantwoordde dit gebouw aan ideeën omtrent de ideale ruimte.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

auteurs

  • Jan Baptist Bedaux

  • P.A. Hecht

  • Jeroen Stumpel

  • Rik Vos

  • Jochen Becker