Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Tot lering en vermaak (1976)

Informatie terzijde

Titelpagina van Tot lering en vermaak
Afbeelding van Tot lering en vermaakToon afbeelding van titelpagina van Tot lering en vermaak

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (21.91 MB)

XML (0.54 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/kunstgeschiedenis


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Tot lering en vermaak

(1976)–E. de Jongh–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Betekenissen van Hollandse genrevoorstellingen uit de zeventiende eeuw


Vorige Volgende
[pagina 138]
[p. 138]


illustratie

[pagina 139]
[p. 139]

31 Salomon Koninck
Amsterdam 1609-1656 Amsterdam

De goudweger
Doek, 75,7 × 64 cm. Gesigneerd en gedateerd 1654
Rotterdam, Museum Boymans-van Beuningen

Dit schilderij van Salomon Koninck geeft een sober vertrek weer waarin een grijsaard goudstukken weegt. Op de tafel vóór hem liggen een zak met munten, een doosje met gewichten en enkele boeken. Halverwege de 17de eeuw was dit onderwerp geenszins nieuw. Reeds in de eerste helft van de 16de eeuw genoot het populariteit, vooral door toedoen van schilders als Quinten Metsijs en Marinus van Reymerswaele. In de regel gaat het om uitbeeldingen van goudsmeden, geldwisselaars en bankiers, beroepen die destijds niet scherp van elkaar werden onderscheiden.

Metsijs' bekende voorstelling van De geldschieter en zijn vrouw, geschilderd in 1514, kan als een iconografisch uitgangspunt worden genomen (afb. 31a).Ga naar eind1 De bezigheid van de goud wegende man is enerzijds geïnterpreteerd als een wereldse en dus laagstaande handeling, anderzijds - in het midden van de 17de eeuw - in verband gebracht met de vermanende tekst van Leviticus 19:35: ‘Een zuivere weegschaal, zuivere gewichten ... zult gij gebruiken’. Deze tekst stond, in het Latijn, op de lijst geschreven die het schilderij toen omvatte. Volgens sommigen moet de handeling van het wegen op het schilderij van Metsijs bovendien worden begrepen als een versluierde verwijzing naar het Laatste Oordeel.Ga naar eind2 Anderhalve eeuw later zou Johannes Vermeer deze parallel openlijk verbeelden.

Naar alle waarschijnlijkheid bezaten al dergelijke 16de en 17de eeuwse schilderijen bepaalde diepere, moraliserende betekenissen. Een verscheidenheid aan betekenissen aangaande personen met weegschalen

illustratie
31a Quinten Metsijs, De geldschieter en zijn vrouw. Parijs, Louvre


vinden we in elk geval in de 17de eeuwse emblematiek.Ga naar eind3 Opmerkelijk is daarbij dat in de boeken die in deze periode in Nederland bij uitstek populair waren, het geld of goud wegen vooral wordt geassocieerd met gierigheid en begeerte. Op de titelprent van de kleine folio-uitgave van Kruls Pampiere wereld uit 1644 is een geldweger afgebeeld die, wat uiterlijk en kleding betreft, een sterke overeenkomst vertoont met de oude man die door Koninck geschilderd is (afb. 31b). Deze afbeelding heeft betrekking op het eerste deel van het boek, dat gewijd is aan ‘de begeerlijkheden en wellusten der Menschen, met de tegenstrijd van dien’. Eén der ‘Aendachtige gezangen’ in dit deel draagt de kenmerkende titel ‘Rijkdommen beswaerlijk’ en parafraseert enkele ter zake doende bijbelteksten, zoals Lucas 12:20, waarin op de dood wordt gezinspeeld: ‘Wat baet al het goet, Schoon gy 't hebt in overvloed? Want gy 't hier doch laten moet ...’.Ga naar eind4

illustratie
31b Titelprent van: Jan Harmensz. Krul, Pampiere wereld, Amsterdam 1644


[pagina 140]
[p. 140]


illustratie
31c Embleem uit: Adriaen Poirters, Het masker van de wereldt afgetrocken, ed. Antwerpen 1649


Twee jaar na het verschijnen van Kruls boek in Amsterdam dook een dubbelganger van de wegende oude man op in Poirters' te Antwerpen uitgegeven Het masker vande wereldt afgetrocken (afb. 31c).Ga naar eind5 Deze figuur wordt door de auteur zonder meer gediskwalificeerd als gierigaard en vrek en volgens beproefd recept vergeleken met de ezel die een mand met kostelijke spijzen op zijn rug draagt, maar zich met niets anders dan met distels voedt. Analoog aan Krul wijst Poirters er bovendien op dat degeen die veel ‘heeft vergaert, en bewaert, moet sonder geld gaen onder d'aert’. Zulke mensen, zegt hij, komen in de hel terecht, in tegenstelling tot degenen die hun geld besteden ten behoeve van hun naasten; die hebben kans op de hemel.

De dood wordt op een voor het genre nogal uitzonderlijke manier, namelijk als evidente personificatie, ten tonele gevoerd in een schilderij van Jan Steen: een goud wegende oude man staat oog in oog met een kennelijk plotseling voor een venster verschenen

illustratie
31d Jan Steen, De goudweger. Kopenhagen, Statens Museum for Kunst


skelet (afb. 31d). De leidende gedachte is uiteraard dat het moment nabij is dat de oude man zelf zal worden gewogen, teneinde zijn laatste plaats, hetzij in de hemel, hetzij in de hel, te kunnen bepalen. Een soortgelijke associatie verwerkte Vermeer in zijn genoemde voorstelling van een vrouw met een weegschaal in een vertrek waar een schilderij met het Laatste Oordeel aan de wand hangt.Ga naar eind6

Dat het geld of goud wegen op schilderijen en prenten vrijwel altijd wordt gedaan door oude mensen is zeer opvallend, maar niet onbegrijpelijk als we weten dat het verband tussen ouderdom en gierigheid reeds in de oudheid was gelegd en tot een gemeenplaats uitgegroeid. Aristoteles rept ervan, zoals Cicero enkele eeuwen na hem. Cicero zegt niet te kunnen inzien welk doel de gierigheid van oude mensen dient: ‘... want is er iets dwazer dan een reiziger die zijn bagage uitbreidt naarmate het einde van de reis meer in het verschiet komt?’Ga naar eind7 Een uitspraak die zich goed laat vergelijken met de geciteerde, omgewerkte passage uit Lucas 12. In Ripa's Iconologia tenslotte, in het Nederlands verschenen in hetzelfde jaar als Kruls Pampiere wereld, wordt de personificatie van Avaritia.Gierigheyt ‘oud

[pagina 141]
[p. 141]

gemaelt [geschilderd], niet alleen om dat de Gierigheyt meest in alle Oude heerscht, maer zy wort genaemt Moeder van alle Schelmerye, gelijck Claudianus seght’.Ga naar eind8

Op grond van deze (en andere) gegevens is het zeer aannemelijk dat de wegende man op het schilderij van Salomon Koninck als een verbeelding van de gierigheid is bedoeld, met alle bijgedachten (aan de dood vooral) die deze ondeugd in de 17de eeuw placht op te roepen. Mocht de schilder het evenwel anders hebben bedoeld, dan zullen tijdgenoten die zijn werk onder ogen kregen en bekend waren met zulke boeken als van Krul en Poirters, deze negatieve betekenis er ongetwijfeld hebben ingelegd.

eind1
Zie over dit schilderij Ingvar Bergström, ‘Disguised Symbolism in “Madonna” Pictures and Still Life: II’, The Burlington Magazine XCVII (1955), 342-349, en cat. tent. De eeuw van Bruegel, Koninklijke musea voor schone kunsten, Brussel 1963, nr. 167.
eind2
Zie noot 1 en Heinrich Schwarz, ‘The mirror in art’, The Art Quarterly XV (1952), 97-118, i.h.b. 103.
eind3
Henkel-Schöne, 1430-1437.
eind4
I.H. Krul, Pampiere wereld, Amsterdam 1644, titelprent en 157. Lucas 12:20 luidt: ‘Maar God zeide tot hem: Gij dwaas, in dezen eigen nacht wordt uw ziel van u afgeëist en wat gij gereedgemaakt hebt, voor wien zal het zijn?’
eind5
Poirters, 95. Zie bijv. ook Joannes a Castro, De on-ghemaskerde liefde des hemels, etc., Antwerpen 1686, 136-138, een embleem met een goudweger, waarbij o.m. deze versregels staan:
Dan daer is noch een' soort van gierigaerts te vinden,
Die aen het blinckend' gelt, hun sinnen soo vast binden:
Dat het on-mog'lijck schijnt, dat hun begerigh hert,
Oock voor een' korten duer, daer van gescheyden wert.
eind6
Zie over het schilderij van Steen, De Groot, 120. Mensen met een geldbuidel of met een hoeveelheid munten, die met de Dood worden geconfronteerd, zijn vóór Steen ook wel geschilderd, in de 16de eeuw bijvoorbeeld door Jan Provost, in de 17de eeuw door Jan Lievens. Zie voor Vermeers Goudweegster, Albert Blankert, Johannes Vermeer van Delft 1632-1675, Utrecht-Antwerpen 1975, 62-64 en cat. nr. 15.
eind7
Aristoteles, Ethica IX, 16. Cicero, De Senectute, cap. 18, nr. 66. Vgl. Poot, Het groot natuur- en zedekundigh werelttoneel ... I, Delft 1726, 384-386 (‘Eigenbaet’). Voorts: Raymond Klibansky, Erwin Panofsky en Fritz Saxl, Saturn and Melancholy, Londen 1964, vooral 284-286, voor het verband tussen hoge leeftijd, gierigheid en het ‘saturnische’ temperament. Ook een gravure van Crispijn de Passe, die deel uitmaakt van een serie Leeftijden van de mens, toont aan dat het wegen van goud als een bezigheid van oude mensen werd gezien: de leeftijd van het echtpaar met de weegschaal bedraagt volgens het bijschrift zestig jaar. In deze tekst wordt trouwens ook weer verband gelegd met het Laatste Oordeel. Zie Hollstein, XV, nr. 483.
eind8
Ripa, 168-170.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

auteurs

  • Jan Baptist Bedaux

  • P.A. Hecht

  • Jeroen Stumpel

  • Rik Vos

  • Jochen Becker