Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Tot lering en vermaak (1976)

Informatie terzijde

Titelpagina van Tot lering en vermaak
Afbeelding van Tot lering en vermaakToon afbeelding van titelpagina van Tot lering en vermaak

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (21.91 MB)

XML (0.54 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/kunstgeschiedenis


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Tot lering en vermaak

(1976)–E. de Jongh–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Betekenissen van Hollandse genrevoorstellingen uit de zeventiende eeuw


Vorige Volgende
[pagina 172]
[p. 172]


illustratie

[pagina 173]
[p. 173]

42 Frans van Mieris
Leiden 1635-1681 Leiden

Officier in een stoffenwinkel
Paneel, 54,5 × 42,7 cm. Gesigneerd en gedateerd 1660
Wenen, Kunsthistorisches Museum

‘... een Konststukje... waar in hy verbeeldde een schoon Vroutje, staande in een Zyde Stoffewinkel, en nevens de zelve een Ruiter, kwansuis om eenige stoffen te koopen, dog die meer op die schoonheit als op de Winkelwaren scheen te gluren’. Aldus beschreef Arnold Houbraken dit schilderij van de Leidse schilder Frans van Mieris een zestig jaar na het ontstaan. De kunstenaarsbiograaf vermeldt nog dat het werk in opdracht was gemaakt van Leopold Wilhelm, de kunstlievende aartshertog van Oostenrijk, die er zo verguld mee was dat hij er duizend gulden voor betaalde en de kunstenaar uitnodigde aan het hof in Wenen te komen wonen.Ga naar eind1 Bij deze mededelingen heeft Houbraken het gelaten, hoewel over dit ‘Konststukje’ bepaald wel iets meer valt te zeggen.

Om te beginnen kunnen we vaststellen dat het niet het interieur van een gewoon winkeltje weergeeft. Weliswaar liggen op enkele plaatsen balen stof (hoog opgestapeld zelfs, in de hoek achter het meisje), maar het geheel - het cassettenplafond, de kostbare marmeren schouw en het grote schoorsteenstuk dat er boven hangt - doet eerder denken aan een fraai huis van welgestelde burgers dan aan een winkel. In feite is hier sprake van een mengvorm, mogelijk bedoeld om de buitenlandse vorst zowel een idee te geven van Hollandse voornaamheid als van de functie van Leiden als lakenstad.

Onder de schouw zit een oude man die een onduidelijk gebaar maakt, waarbij hij naar de officier kijkt die met zijn ene hand de verkoopster onder de kin strijkt en met zijn andere hand tussen duim en wijsvinger een lap stof bevoelt. Het gebaar van de oude man zou opgevat kunnen worden als een vermanende of pseudo-vermanende verwijzing naar het schoorsteenstuk, waarop Adam en Eva treurend bij het lijk van Abel zijn voorgesteld, Adam staande, zijn armen in smarthouding opgeheven, Eva geknield, met haar handen in het haar (vgl. afb. 42a).Ga naar eind2

De moord van Kaïn op Abel was een gebeurtenis die het begin van het menselijk lijden inluidde, nadat hun ouders door het proeven van de verboden vrucht de zonde in de wereld hadden gebracht. ‘Met Abel is het leet van 't heyligh zaat [volk Gods] begonnen’, schreef Jacob Cats in zijn ‘Geestelick Houwelick’, daaraan onder andere toevoegend: ‘... Wie siet men op den Heer en sijn beveelen passen?/Wie vint men die de wet en sijn gemoet bewaart?/Het vleesch dat gaat den gang van sijn ongueren aart.’Ga naar eind3 Vooral deze laatste zin lijkt van toepassing op de handeling van de officier, in wie kennelijk de oude Adam is ontwaakt.

Een ander treffend detail vinden we op de tafel die rechts op de voorgrond staat. De schilder heeft hier niet alleen lappen stof neergelegd, maar eveneens een vaandel, dat dusdanig in plooien valt dat de figuratie ervan slechts ten dele zichtbaar is. Onder enig voorbehoud kan het als volgt worden gereconstrueerd: aan de bovenzijde bevindt zich het wapen van Holland, met een leeuw in een ovalen cartouche, aan weerszijden waarvan een putto met blauwe veren staat.Ga naar eind4 Daaronder een schild met het wapen van de stad Leiden (twee gekruiste sleutels), geflankeerd door twee leeuwen en daar om heen de woorden [LU]GDUNUM [BATAVORUM], de Latijnse benaming voor Leiden. Verder onderscheiden we nog drie Latijnse woorden, die op één banderolle blijken te staan en klaarblijkelijk in samenhang ontcijferd moeten worden, namelijk COMPARAT CUI VULT.Ga naar eind5

Noch deze spreuk, noch het vaandel als geheel, heeft waarschijnlijk in werkelijkheid ooit bestaan, al komt het vaandel in zekere mate overeen met bekende 17de eeuwse Leidse schuttersvendels. Aannemelijk is dat de spreuk, die een quasi-spreuk zal blijken te zijn, voor de gelegenheid werd gemaakt, mogelijk met behulp van iemand van de Leidse universiteit. Daarbij is met name te denken aan de beroemde professor François dele Boe Sylvius, een erudiet medicus die als geestig bekend stond en met wie Van Mieris op vriendschappelijke voet verkeerde. Sylvius was in elk geval een groot bewonderaar van Van Mieris' werk en het was door zijn bemiddeling, zegt Houbraken, dat de kunstenaar gelegenheid kreeg dit schilderij voor de aartshertog te schilderen.Ga naar eind6

Van de op het vaandel aangebrachte woorden is de werkwoordsvorm ‘COMPARAT’ het duidelijkst zichtbaar. Het is bovendien het enige woord dat horizontaal werd geplaatst, zonder twijfel met de opzet om als blikvanger te dienen. Nu wordt de onderkant van de laatste letter - de T - precies door een schuin naar boven lopende plooi oversneden, hetgeen ons noodzaakt rekening te houden met de mogelijkheid dat er achter de T nog andere letters moeten worden gedacht, zoals wij ook ‘GDUNUM’ dienen aan te vullen tot ‘LUGDUNUM’.Ga naar eind7

Het werkwoord ‘comparare’ heeft diverse betekenissen, waarvan in dit bestek vooral ‘kopen’ en ‘vergelijken’ relevant zijn.Ga naar eind8 De vorm ‘comparat’ echter levert in combinatie met ‘cui vult’ geen zinvolle mededeling op. Wordt het woord daarentegen aangevuld tot ‘comparatur’, de passieve vorm van ‘comparat’, dan ontstaat een geheel dat in de context van het schilderij begrijpelijk is. ‘Comparatur cui vult’ kan immers worden vertaald als ‘er wordt gekocht, voor wie [zien] wil’, dan wel, minder letterlijk als ‘wie er een koop in wil zien, die gaat zijn gang’. Bij vertaling van ‘comparatur cui vult’ in de tweede betekenis krijgen we als resultaat ‘er wordt vergeleken voor wie wil [zien]’; en een enigszins vrije vertaling resulteert in ‘voor wie ogen heeft, bevat dit schilderij een vergelijking’.Ga naar eind9

[pagina 174]
[p. 174]


illustratie
42a Jan Lievens, De bewening van Abel. Verblijfplaats onbekend


In Van Mieris' scène is inderdaad sprake van kopen en wel in tweevoudige zin. De zwierige officier is niet alleen gekomen om zich een stofje aan te meten, zo te zien probeert hij tegelijk de verkoopster in bezit te krijgen, een dubbele behoefte waarvan hij getuigt door middel van parallelle handgebaren: door het voelen van haar kin met zijn ene hand en het voelen van de aangeboden textiel met zijn andere. Het formuleren van zijn bezigheden leidt vanzelf naar de tweede vertaling - het vergelijken dringt zich als het ware op, de zachtheid van de kin van het meisje met de zachtheid van de zijde die ze te koop aanbiedt.

Nu is ‘comparare’ in de betekenis van ‘vergelijken’ in dit tafereel ook nog op een andere wijze toe te passen. Hierboven werd betoogd dat het vage handgebaar van de grimmig kijkende grijsaard een vermaning of pseudo-vermaning kon inhouden: hij wijst half naar de officier en het meisje, half naar het schilderij boven zijn hoofd.Ga naar eind10 In dit stadium zou gesteld kunnen worden dat de oude man de toeschouwer - onder het motto ‘voor wie zien wil, wordt er vergeleken’ - uitnodigt de opkomende hartstocht van de beide hoofdpersonen te vergelijken met de gevolgen van hartstocht uit het eerste bijbelboek, uitgebeeld in het schoorsteenstuk. Bekijkt men het schilderij op deze wijze, dan impliceert dit dat men de vier hoofdmomenten: de oude man, het amoureuze duo, de Latijnse quasi-spreuk en het thema van Abels dood, zinvol met elkaar combineert.

Duidelijk is dat Van Mieris zijn grapje rondom het woord ‘comparat...’ nauwkeurig heeft afgestemd op het gevoel voor humor en spitsvondigheid, dat in zijn dagen opgeld deed, en hij daarom nauwgezet vermeden heeft ondubbelzinnig te zijn. Voor de enigermate ontwikkelde 17de eeuwer, zoals zijn opdrachtgever geweest zal zijn, moet de essentie van de voorstelling voornamelijk hebben gelegen in de tweevoudige ‘dobbele geestigheid’: twee manieren van kopen, naast twee manieren van vergelijken.Ga naar eind11

eind1
Houbraken III, 3. Het schilderij is uitvoeriger beschreven in de inventaris van de verzameling van Leopold Wilhelm. Deze inventaris is 1659 gedateerd maar werd in de daarop volgende jaren nog aangevuld - vandaar dat er ook werken uit 1660 in voorkomen. Zie Adolf Berger, ‘Inventar der Kunstsammlung des Erzherzogs Leopold Wilhelm von Österreich’, Jahrbuch der kunsthistorischen Sammlungen des allerhöchsten Kaiserhauses I (1883), lxxix-clxxvii, i.h.b. clv (nr. 294, ‘Original von Francisco Miris’). Na voltooiïng moet het schilderij rechtstreeks van het atelier naar Wenen zijn gebracht. Waarop Houbraken zijn incomplete, maar niet onjuiste beschrijving baseerde, is onduidelijk; mogelijk is hem een copie onder ogen gekomen.
eind2
De bewening van Abels dood is een vrij zeldzaam thema. Voorbeelden zijn bekend van Jan Lievens, Bartholomeus Breenbergh en Jan Saenredam naar Abraham Bloemaert (gravures). Rembrandt heeft tekeningen van dit onderwerp gemaakt.
eind3
Cats II, 221 (‘Lof-sangh op het Geestelick Houwelick van Godes Soon’, deel uitmakend van Cats' Trou-ringh uit 1637).
eind4
Gegevens voor de reconstructie van het vaandel ontvingen wij van mej. drs. I.W.L. Moerman, conservator van de historische afdeling van het museum De Lakenhal te Leiden.
eind5
Zie ook noot 9. Te constateren valt dat de c van cui ietwat anders gevormd is dan de c van comparat[ur], waarschijnlijk als gevolg van de gesuggereerde plooi op de plaats in kwestie.
eind6
Houbraken, a.w. Voor Sylvius zie Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek VIII, Leiden 1930, 1290-1294; E.D. Baumann, François dele Boe Sylvius, Leiden 1949; en C. Louise Thijssen-Schoute, Nederlands Cartesianisme, Amsterdam 1954, 246-249.
eind7
De stam van de T blijkt in het midden een minuscuul, naar rechts lopend dwarslijntje te vertonen, hetgeen wellicht een vervolg moet suggereren of desnoods een ligatuur.
eind8
C. Lewis & C. Short, A Latin Dictionary, Oxford 1966, s.v. ‘comparare’.
eind9
Informatie over de mogelijkheden tot vertaling die het Latijn hier biedt, werd ons vriendelijkerwijs verstrekt door dr. R.C. Engelberts. Niet geheel mag worden uitgesloten dat ‘comparat’ onafgekort moet blijven en alle zichtbare woorden in één verband moeten worden gelezen, waarbij Lugdunum Batavorum onderwerp is: ‘[Lu]gdunum [Batavorum] comparat cui vult’ hetgeen te vertalen valt als ‘Leiden levert aan wie wil’. ‘Comparare’ betekent namelijk ook ‘gereedmaken’, ‘bereiden’ (wij zeggen dat speciaal van laken), of ‘verschaffen’. De zin ‘Leiden levert aan wie wil’ (m.b.t. kunst of laken) zou men kunnen opvatten als een boodschap van de schilder aan de opdrachtgever; alleen lijkt deze vertaling ten dele voorbij te gaan aan de voorstelling van het schilderij.
eind10
Opzettelijk lijkt de tegenstelling tussen de volbloedige officier en de uitgebluste oude man.
eind11
Voor ‘dobbele geestigheid’, zie Johan de Brune de Jonge, ‘Jok en Ernst’, in Alle volgeestige werken, ed. Amsterdam 1681, 144 (CXVII. Puntreden); zie tevens de inleiding tot deze catalogus.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

auteurs

  • Jan Baptist Bedaux

  • P.A. Hecht

  • Jeroen Stumpel

  • Rik Vos

  • Jochen Becker