Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Tot lering en vermaak (1976)

Informatie terzijde

Titelpagina van Tot lering en vermaak
Afbeelding van Tot lering en vermaakToon afbeelding van titelpagina van Tot lering en vermaak

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (21.91 MB)

XML (0.54 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/kunstgeschiedenis


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Tot lering en vermaak

(1976)–E. de Jongh–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Betekenissen van Hollandse genrevoorstellingen uit de zeventiende eeuw


Vorige Volgende
[pagina 182]
[p. 182]


illustratie

[pagina 183]
[p. 183]

45 Jan Miense Molenaer
Haarlem ca 1610-1668 Haarlem

Musicerend gezelschap
Doek, 64,5 × 81 cm
Den Haag, Dienst Verspreide Rijkscollecties, in bruikleen bij het Frans Halsmuseum, Haarlem

Sommige voorstellingen op 17de eeuwse schilderijen nemen een grenspositie in, in die zin dat zij, iconografisch gezien, meer dan één categorie vertegenwoordigen. Een dergelijke dubbelfunctie lijkt het Musicerend gezelschap van Molenaer te hebben. Musicerende gezelschapen vormen een vast bestaanddeel binnen de genreschilderkunst - daarvan levert het werk van Pieter Potter (cat. nr. 53) een typisch voorbeeld, met personages in plaats van personen, waarbij uitsluitend de handeling van belang is en individuele fysionomie weinig ter zake doet. Anders is het met het schilderij van Molenaer. De mensen zijn hier bijna allen frontaal en met persoonlijke trekken weergegeven, zodat we ons niet aan de indruk kunnen onttrekken dat het om portretten gaat, om een familieportret met een genreachtig karakter. Wie de voorgestelden zijn, blijft overigens duister. De wel geuite veronderstelling dat de schilder zichzelf met familieleden heeft uitgebeeld, berust op tegenstrijdige gegevens en moet dus worden verworpen.Ga naar eind1

Niet iedereen musiceert op dit Musicerend gezelschap, de staande man rechts niet, de kinderen naast hem niet en de oudere heren, op de achtergrond links, spelen evenmin mee. De vijf overige leden van de groep vormen het ensemble: links een vrouw die een cister bespeelt, iets naar achteren een violist, verder een luitenist en een cellospeler en tenslotte, eveneens iets naar achteren, een zangeres, die in haar ene hand de sopraanpartij houdt (het woord ‘superius’ ofwel sopraan is juist leesbaar) en met haar andere hand de maat aangeeft. Op de vloer, tegen de cello aan, liggen twee boeken met de opschriften ‘tenor’ en ‘bassus’, de tenor- en baspartij, waarin we een verwijzing kunnen zien naar meerstemmige muziek.Ga naar eind2

Familieportretten waarop verscheidene mensen aan het musiceren zijn, kennen we al uit de 16de eeuw. De

illustratie
45a Frans Floris, Familieportret. Lier, Musea Wuyts-Van Campen en Baron Caroly


[pagina 184]
[p. 184]

harmonie van de muziek moest daarbij soms uiting geven aan de harmonie en eensgezindheid in het familieleven, Frans Floris vatte zijn portret van de zogeheten Familie van Berchem uit 1561, waarop een man een luit en zijn echtgenote een harpsichord bespeelt, in een lijst met een Latijnse tekst die de harmonie van huwelijk en familieleven centraal stelt (afb. 45a).Ga naar eind3 Lichter van toon, maar wat inhoud betreft uiteindelijk niet anders, is de voorstelling van een luiteniste en een vedelaar in een liedboek uit 1613, getiteld Cupido's lusthof (afb. 45b). Het onderschrift spreekt duidelijke taal: ‘Eij hemel vreucht wat Ieucht ons t'hert/als t'soet accoort vereenicht wert’.Ga naar eind4 Ook het omstreeks 1635 geschilderde werk van Molenaer moet in deze zin worden begrepen, als een verzinnebeelding van de harmonie, de vereniging van ‘t'soet accoort’ binnen het afgebeelde gezelschap.

Op eendracht en harmonie wijzen bovendien de minuscuul weergegeven ineengeslagen handen op de voorzijde van het harpsichord, waaronder nog een brandend hart, kruislings door twee pijlen doorstoken,

illustratie
45b Illustratie uit: Cupido's lusthof ..., Amsterdam 1613


is te zien. De handdruk is een veelvoorkomend beeld dat steeds de betekenis heeft van elkaar overlappen begrippen als trouw, eendracht en vriendschap; het brandende en doorstoken hart is een bekend beeld van de liefde.Ga naar eind5 Deze symboliek wordt aangevuld door het detail van het hondje dat, aan de voeten van de cisterspeelster, ineengerold op een kussen ligt. In een kader als dit heeft de hond betrekking op huwelijkstrouw. Op nagenoeg identieke wijze heeft de catulus, het hondje van de trouw, een plaats gekregen in de houtsnede die het huwelijk verbeeldt in de Emblemata van Alciati.Ga naar eind6

Naar toenmalig inzicht eiste een harmonisch (familie) leven behalve trouw en eendracht, eveneens matigheid. Deze veel aangeprezen deugd wordt in Molenaers schilderij uitgedrukt door het zangeresje dat de maat aangeeft.Ga naar eind7 Het maathouden om op de juiste wijze te kunnen musiceren, dient op ethisch niveau te worden begrepen als het betrachten van matigheid ten behoeve van een harmonieuze samenleving. De betekenis van de opgeheven hand van de vrouw wordt daarenboven versterkt door de klok die achter haar aan de wand hangt. Vanwege de regelmaat van haar omloop werd de klok als een beeld van matigheid opgevat. Sedert de late middeleeuwen droeg de personificatie van de Temperantia (matigheid) dan ook wel een klok als attribuut. Van Pieter Bruegel kreeg deze figuur een klok op het hoofd, Ripa gaf haar een uurwerk in de hand.Ga naar eind8

Enkele details in Molenaers schilderij wijzen, naar beproefd 17de eeuws gebruik, op de vergankelijkheid van het menselijk leven. Het bellenblazende jongetje aan de rechterzijde van de compositie is niets anders dan een in keurige kledij vermomde homo bulla, die moet herinneren aan de vergankelijkheid van het menselijk bestaan en dikwijls in 17de eeuwse taferelen optreedt. Een dergelijk jongetje schilderde Molenaer korte tijd eerder in een schilderij waar de doodssymboliek een nadrukkelijker rol speelt.Ga naar eind9

Achter het jongetje op de muziekpartij ziet men Vrouw Justitia als relief op het basement van twee pijlers afgebeeld en ook zij kan hier worden opgevat als vanitassymbool, omdat zij met haar weegschaal en zwaard herinnert aan het Laatste Oordeel. In Molenaers tijd was deze associatie niet nieuw. Ruim een eeuw eerder bijvoorbeeld had de Duitse schilder Melchior Feselen een allegorie ontworpen, waarin Justitia op de voorgrond is gesitueerd en de Christus van het Laatste Oordeel op de achtergrond in de lucht zweeft.Ga naar eind10

Aan de andere zijde van de compositie wordt opnieuw aan de dood gerefereerd en wel door één van de twee oudere mannen achter het harpsichord, die een portretje van zijn overleden vrouw vasthoudt. Een soortgelijk accent vinden we in de grote portretten aan de achterwand, waarop de man een schedel in de hand

[pagina 185]
[p. 185]

houdt en de vrouw een zandloper naast zich heeft staan. Tenslotte is het niet onwaarschijnlijk dat ook op het binnendeksel van het harpsichord, waar een jong paar en verspreid liggende bloemen zijn geschilderd, een vingerwijzing naar de kortstondigheid van het menselijk leven is verwerkt.

eind1
Indien we hier te doen zouden hebben met een portret van de familie Molenaer, dan zou het gezien de aanwezigheid van de beide kinderen omstreeks 1650 moeten worden gedateerd; op grond van de costuums en de stijl van het schilderij is dit uitgesloten. Vgl. H.F. Wijnman, ‘Het geboortejaar van Judith Leyster’, Oud-Holland 49 (1932), 62-65.
eind2
Zie C.C.J. von Gleich, ‘Huismuziek in de gouden eeuw. Bij een schilderij van Jan Miense Molenaer (ca. 1610-1668)’, Openbaar Kunstbezit 10 (1966), 9. Vgl. Berthold Hinz, ‘Das Familienbildnis des J.M. Molenaer in Haarlem. Aspekte zur Ambivalenz der Porträtfunktion’, Städel Jahrbuch 4 (1973), 207-216.
eind3
B.W. Meijer, Niccolò Frangipane collectanea, Amsterdam 1974 (diss.), 84-85. Carl van de Velde, Frans Floris (1519/20-1570). Leven en werken I, Brussel 1975, 290-292 (nr. 150). Vergelijkbaar zijn schilderijen van Frans Pourbus de Oude (Familie Hoefnagel), Cornelis de Vos en Gottfried van Wedig (Familie van Christoph Winzler). Zie voorts Hinz, a.w., noot 13.
eind4
Cupido's lusthof ende der amoureusen boogaert ..., Amsterdam 1613, 110.
eind5
Zie bijv. Alciati, 138 en Henkel-Schöne, 1016-1018 voor de handdruk en Henkel-Schöne, 1028-1029 voor het hart.
eind6
Alciati, 138.
eind7
P.J.J. van Thiel, ‘Marriage symbolism in a musical party by Jan Miense Molenaer’, Simiolus 2 (1967-68), 91.
eind8
Zie Emile Mâle, L'art religieux de la fin du moyen age en France, ed. Parijs 1949, afb. 168, 173 en 175. Louis Lebeer, Beredeneerde catalogus van de prenten naar Pieter Bruegel de Oude, Brussel 1969, nr. 37. Ripa, 317.
eind9
Zie voor muziekinstrumenten als vanitassymbolen: Pieter Fischer, ‘Music in paintings of the low countries in the 16th and 17th centuries’, Sonorum Speculum 50-51 (1972), 3-128, i.h.b. 56-98; voor de homo bulla, cat. nr. 4 (Boursse) en 43 (Molenaer).
eind10
Het schilderij van Feselen bevindt zich in het Poesjkinmuseum te Moskou (inv. nr. 1841).

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

auteurs

  • Jan Baptist Bedaux

  • P.A. Hecht

  • Jeroen Stumpel

  • Rik Vos

  • Jochen Becker