Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Tot lering en vermaak (1976)

Informatie terzijde

Titelpagina van Tot lering en vermaak
Afbeelding van Tot lering en vermaakToon afbeelding van titelpagina van Tot lering en vermaak

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (21.91 MB)

XML (0.54 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/kunstgeschiedenis


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Tot lering en vermaak

(1976)–E. de Jongh–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Betekenissen van Hollandse genrevoorstellingen uit de zeventiende eeuw


Vorige Volgende
[pagina 222]
[p. 222]


illustratie
Reproduced by gracious permission of Her Majesty the Queen


[pagina 223]
[p. 223]

57 Godfried Schalcken
Made 1643-1706 Den Haag

Vroutje kom ten hoof
Paneel, 62,5 × 49 cm. Sporen van signatuur
Londen, Buckingham Palace, The Royal Collection

Arnold Houbraken heeft dit schilderij van Schalcken, dat tussen 1675 en 1680 in Dordrecht zal zijn geschilderd, beschreven in zijn veertig jaar later verschenen Groote Schouburgh der Nederlantsche konstschilders.Ga naar voetnoot1 Het stelt voor ‘zeker Spel dat de Jongeluiden te Dordrecht in dien tyd gewoon waren te spelen, wanneer zy met malkander om vrolyk te wezen in gezelschap kwamen, genoemt, Vroutje kom ten Hoof. Waar in hy [Schalcken] zig zelf verbeelt heeft zittende ontkleedt tot zyn hemd en onderbroek aan den schoot van een Juffrouw. De andere beeltjes zyn mee pourtretten [de andere figuren zijn eveneens portretten], en waren in dien tyd van elk bekent. Over het tapytkleed zeitmen dat hy een maand geschildert heeft’, aldus Houbraken die met zijn laatste opmerking, zoals vaak, belangstelling toont voor het schilderen zelf, maar verder niet ingaat op het hoe of wat van het spel ‘Vroutje kom ten hoof’.Ga naar voetnoot2

Dat blijft ons dan ook duister, ofschoon er bepaalde formele en mogelijk zelfs inhoudelijke overeenkomsten bestaan met hetgeen zich afspeelt in Ducks omstreeks 1630 geschilderde Vrolijk gezelschap (cat. nr. 18). Daar wordt het gevaar dat een man van de wereld loopt duidelijker in beeld gebracht door vrouwen die een man daadwerkelijk ontkleden. Zowel het tafereel van Duck als dat van Schalcken kan worden beschouwd als een uitloper van een reeds in de late middeleeuwen bekende thematiek, waarin het zich onderwerpen of laten onderwerpen van mannen aan vrouwen centraal stond. Binnen deze thematiek tekenen zich verscheidene varianten af. Eén daarvan was het vechten van vrouwen om een mannebroek, een voorstelling die vooral in de 16de en 17de eeuw een zekere populariteit genoot.Ga naar voetnoot3

Een tweede variant voert een groep vrouwen ten tonele die zich gezamenlijk op een slachtoffer van de andere kunne stort, in een poging hem de kleren van

illustratie
57a Jan Miense Molenaer, De man als slachtoffer van het zwakke geslacht. Verblijfplaats onbekend


zijn lijf te rukken. Jan Miense Molenaer heeft zo'n activiteit op boertige wijze vorm gegeven (afb. 57a), met voornamelijk jonge meisjes als figuranten, terwijl Duck en Schalcken in hun schilderijen de desbetreffende mannen op meer elegante manier het onderspit laten delven.

Als het overigens juist is dat Schalcken zichzelf op dit schilderij heeft afgebeeld, zoals Houbraken schrijft, dan deed hij daarmee niet anders dan bijvoorbeeld Jan Steen op vele van zijn genrestukken heeft gedaan. De voorstellingen krijgen daarmee uiteraard nog geen autobiografisch karakter, zoals in de 19de eeuwse kunstliteratuur wel is verondersteld.

voetnoot1
Houbraken III, 175-176.
voetnoot2
Het woord ‘hoof’ moet waarschijnlijk worden begrepen als ‘tuin’ of ‘hof’. Het spel wordt ook genoemd in J.L. van Dalen, Geschiedenis van Dordrecht I, Dordrecht 1931, 502, waar het merkwaardigerwijs in verband wordt gebracht met vastenavond en zwaarddansen.
voetnoot3
Zie Ernst Fuchs, Illustrierte Sittengeschichte..., Renaissance I, München 1909, 319 en afb. tussen 320 en 321; Ergänzungsband, 91. Voorts: Alfred Kind, Die Weiberherrschaft in der Geschichte der Menschheit, 4 dln., Wenen-Leipzig [1930-31].

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

auteurs

  • Jan Baptist Bedaux

  • P.A. Hecht

  • Jeroen Stumpel

  • Rik Vos

  • Jochen Becker