Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Tot lering en vermaak (1976)

Informatie terzijde

Titelpagina van Tot lering en vermaak
Afbeelding van Tot lering en vermaakToon afbeelding van titelpagina van Tot lering en vermaak

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (21.91 MB)

XML (0.54 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/kunstgeschiedenis


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Tot lering en vermaak

(1976)–E. de Jongh–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Betekenissen van Hollandse genrevoorstellingen uit de zeventiende eeuw


Vorige Volgende
[pagina 240]
[p. 240]


illustratie

[pagina 241]
[p. 241]

63 Jan Steen
Leiden 1626-1679 Leiden

Doktersbezoek
Paneel, 60 × 48,5 cm
Den Haag, Mauritshuis

Van verscheidene 17de eeuwse kunstenaars kennen we schilderijen waarop een arts is afgebeeld die een jonge patiënte bezoekt. Soms is de reden voor zo'n visite gelegen in de zwangerschap van het meisje; hier echter, waar Jan Steen een duidelijke aanwijzing in die richting achterwege liet, is waarschijnlijk sprake van erotische melancholie of minnekoorts.Ga naar eind1 Anders dan tegenwoordig werd in de 17de eeuw dergelijk liefdesverdriet als een soort ziekte beschouwd. De oorzaak van deze aandoening zocht men in een uitwerking van de dierlijke hartstochten op de constitutie van het menselijk lichaam.

Het tafereel boven aan de trap - een reu die een teef besnuffelt - is een onmiskenbare toespeling op deze animale passie. Zo'n verwijzing is ook te vinden op het schilderij in het schilderij dat, zoals vaker in de 17de eeuwse kunst, belangrijk commentaar levert op de hoofdvoorstelling. Op dit stuk is de slag der Lapithen en centauren afgebeeld. Deze mythologische strijd, die

illustratie
63a Embleem uit: Achille Bocchi, Symbolicarum quaestionum ..., Bonn 155


[pagina 242]
[p. 242]


illustratie
63b Frans van Mieris, Doktersvisite. Wenen, Kunsthistorisches Museum


door een overwinning der Lapithen werd beslecht, zou zijn ontbrand op de bruiloft van Pirithous, toen dronken centauren zich aan de bruid wilden vergrijpen. De linkerhelft van het schilderij, waarop een centaur een vrouw wegsleurt, houdt net als het beeld van de twee hondjes, verband met de oorzaak van de ziekte van het meisje: de centaur genoot door de geschiedenis heen een slechte reputatie. Bij Van Mander staat hij gelijk aan de onkuise mens: ‘Den oncuysen Mensch’, schrijft hij, ‘wort by de Centaure beteyckent: want (segt een) alle Mensch is geen Mensch: want een die hem tot ondeught begheeft/is een Peerd Mensch’.Ga naar eind2

De rechterhelft van het schilderij, waarop een Lapith te zien is die een paard tracht te beteugelen, heeft een andere betekenis. De beteugeling van een paard was een beeld van de rede die de animale passie kan overwinnen. We vinden deze vergelijking terug in Achille Bocchi's embleem van de paardentemmer onder het motto ‘De rede overwint altijd de zinnelijke begeerte’ (afb. 63a).Ga naar eind3 Voor een Nederlands equivalent kan men weer terecht bij Van Mander: ‘Een Man der rede gehoorsaem wort beteyckent met 't gebreydelt Peerdt’.Ga naar eind4 De symbolische betekenis die Jan Steen aan deze mythologische scène gaf, wordt nu duidelijk. Links zien we de centaur als incarnatie van de dierlijke begeerte en rechts de Lapith als personificatie van de rede die de begeerte kan overwinnen.

Door een beroep te doen op haar gezond verstand kan het meisje van haar ziekte genezen. Dat dit een gangbaar recept was tegen minnekoorts of erotische melancholie blijkt bijvoorbeeld uit een passage in het veelgelezen boek Schat der Gesontheyt van Johan van Beverwyck, waar deze arts het heeft over twee beproefde remedies tegen de minnekoorts. ‘Het ghemeen ende principael remedie ... is sijn toevlucht tot Godt te nemen, als tot den oppersten Medicijn van alle kranckheyt’ (een remedie die we bijvoorbeeld in beeld gebracht zien op een Doktersvisite van Frans van Mieris, waar de jonge patiënte de bijbel leest; afb. 63b). ‘... Daerneffens moet den ghenen, die aldus met amoureusheyt ghequelt zijn, voor ogen gestelt werden, dat se van haer sinnen, verstant, ende oordeel berooft zijn ...’, een therapie die, zoals de auteur vermeldt, teruggaat op de Ethica van Aristoteles.Ga naar eind5

Of de dokter op het schilderij van Jan Steen bij de genezing van de jongedame daadwerkelijk baat kan bieden, is zeer de vraag. Naast moralisatie en pikanterie heeft de reeks doktersscènes nog een ander facet. Vaak betreft het een tegen de arts gerichte satire, waarin de dokter handelingen verricht, die althans door de intellectuele bovenlaag van de bevolking als achterhaald werden beschouwd. Verder is het opvallend dat hij in veel gevallen een tabbaard draagt van zo'n honderd jaar terug, een costuum dat in de 17de eeuw alleen nog

[pagina 243]
[p. 243]

door dokters op het toneel werd gedragen. De dokter bij Steen (en andere schilders) is een afstammeling van de arts uit de commedia dell'arte die via Frankrijk omstreeks 1660 op het Hollandse toneel verscheen. In zijn rol van charlatan, verlakker en geldwolf was hij daar het mikpunt van satirische spotlust.Ga naar eind6

Dit alles is niet zo verwonderlijk als men weet, dat het in die tijd wemelde van rondreizende kwakzalvers die zich uitgaven voor arts. Maar ook tussen de meer gevestigde doktoren bevonden zich charlatans die voor een som gelds hun bul hadden gekocht bij buitenlandse universiteiten en er alleen op uit waren geld uit de zakken te kloppen van onwetend volk. Van medische zijde werden ze krachtig gekritiseerd, door ze inderdaad op één lijn te stellen met de kluchtige doktoren op het schouwtoneel. ‘Want dese [doktoren]’, schrijft Van Beverwyck, ‘gelijcken de Comedianten; en gelyck die het wesen, en 't kleet wel hebben van de persoon, die sy spelen, maer evenwel die persoon niet en syn: evenalsoo zijnder oock vele Doctoren met de naem, maer seer weynighe met de daedt’.Ga naar eind7 Van Beverwyck had het over Steens doktoren kunnen hebben: hun voorkomen en attributen lijken professioneel, maar ernstig te nemen zijn ze niet.

eind1
Zie cat. nr. 30 (Van Hoogstraeten), 59 (Schalcken) en 61 (Steen); tevens Bedaux, 17-43.
eind2
Van Mander, Untbeeldinge, 128 verso.
eind3
Achille Bocchi, Symbolicarum quaestionum ..., Bonn 1555, 240: ‘Semper libidini imperat prudentia’. Over de animale passie, zie Edgar Wind, Pagan mysteries in the renaissance, Londen 1968, 145-147, en Erwin Panofsky, Problems in Titian: mostly iconographic, New York 1969, 118.
eind4
Van Mander, Untbeeldinge, 128 recto.
eind5
Van Beverwyck, Schat der gesontheydt, 44.
eind6
S.J. Gudlaugsson, De komedianten bij Jan Steen en zijn tijdgenoten, Den Haag 1945, 5-23.
eind7
Van Beverwyck, Schat der ongesontheydt, 9.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

auteurs

  • Jan Baptist Bedaux

  • P.A. Hecht

  • Jeroen Stumpel

  • Rik Vos

  • Jochen Becker