Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Tot lering en vermaak (1976)

Informatie terzijde

Titelpagina van Tot lering en vermaak
Afbeelding van Tot lering en vermaakToon afbeelding van titelpagina van Tot lering en vermaak

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (21.91 MB)

XML (0.54 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/kunstgeschiedenis


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Tot lering en vermaak

(1976)–E. de Jongh–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Betekenissen van Hollandse genrevoorstellingen uit de zeventiende eeuw


Vorige Volgende
[pagina 236]
[p. 236]


illustratie

[pagina 237]
[p. 237]

62 Jan Steen
Leiden 1626-1679 Leiden.

Toneel van de wereld
Doek, 68,2 × 82 cm. Gesigneerd
Den Haag, Mauritshuis

Op dit schilderij, dat ten onrechte in verband is gebracht met de herberg of brouwerij van Jan Steen zelf, speelt zich opmerkelijk veel activiteit af. Allerlei details wijzen op betrokkenheid bij het wereldse, zinnelijke leven. In essentie heeft Steen een ‘tafereel van de belacchende werelt’ uitgebeeld ofwel, zoals een andere 17de eeuwse uitdrukking luidt, ‘het toneel van de wereld’.Ga naar eind1 Aan dit toneel-idee heeft hij niet alleen in overdrachtelijke zin gestalte gegeven, maar tot op zekere hoogte ook letterlijk, door middel van het enorme, bedrieglijk echte gordijn, dat is opgetrokken teneinde de beschouwer zicht te bieden op het levendige gedoe erachter.Ga naar eind2

De vergelijking van aardse bezigheden met een speeltoneel stamt uit de oudheid en groeide in de 16de en 17de eeuw internationaal uit tot een bijna spreekwoordelijke gemeenplaats. In Nederland vinden we het beeld enkele malen bij Vondel. Het meest bekend is zijn uit 1637 daterende, tweeregelige gedicht dat geschreven stond op de architraaf van de ingangspoort van de Amsterdamse schouwburg: ‘De weereld is een speeltooneel, Elck speelt zijn rol en krijght zijn deel’.Ga naar eind3

Steens veelkoppige gezelschap amuseert zich op gevarieerde wijze; de zintuigen die volgens een in de 17de eeuw nog gangbare opvatting de menselijke geest konden bezoedelen, worden hier geprikkeld in velerlei opzicht. Er wordt met animo gedronken en gegeten, gemusiceerd en getriktrakt, terwijl sommige figuren kennelijk op vrijage uit zijn.Ga naar eind4 Links op de achtergrond staat een oude vrouw die wij uit ander verband als koppelaarster kennen, en in het midden van de compositie maakt een oude man avances bij een zittende dame die zich weinig toeschietelijk betoont.Ga naar eind5 De

illustratie
62a Jan Steen, Toneel van de wereld (detail)


[pagina 238]
[p. 238]


illustratie
62b Hendrick Goltzius, Homo bulla (gravure)


grijsaard biedt de vrouw een oester aan, een lekkernij waaraan geen gebrek lijkt te zijn. Links op de voorgrond en iets meer naar achteren zijn een meisje en een man met de toebereiding van oesters bezig en rechts, achter de tafel, zit een zingende vrouw, die een duo vormt met een luitenist en een oester in haar uitgestoken hand houdt.

Behalve als lekkernij stond de oester in de 17de eeuw bekend als aphrodisiacum, dus als middel dat de geslachtsdrift stimuleert. Cats laat zich in zijn Houwelick misprijzend uit over het gebruik van ‘minne-kruyden’, waartoe hij ook het ‘siltigh oester-sap’ rekent. De Dordrechtse stadsdokter Johan van Beverwyck wist eveneens dat oesters ‘appetijt verwecken, en lust om te eten, en by te slapen, 't welck alle beyde de lustige en delicate luyden wel aenstaet’. Ripa tenslotte merkt op dat Plinius de oester in verband brengt met het gevoel, traditioneel het laagst gekwalificeerde zintuig dat op zijn beurt weer met de wellust werd geassocieerd.Ga naar eind6 Het is onmiskenbaar dat de oesters die de aanminnige grijsaard en de zangeres op zo'n in het oog vallende manier vasthouden, bedoeld zijn als tekens van erotische begeerte.

Steen heeft niet nagelaten deze collectieve demonstratie van menselijke ijdelheid van een ernstig tegenwicht te voorzien en er op te wijzen dat de diverse figuranten uiteindelijk door de dood, om met Vondel te spreken, ‘van het Toneel des Aertbodems achter de Gordijne wech gheruct’ zullen worden.Ga naar eind7 Boven het vrolijke gezelschap, aan de linkerzijde van de vliering, ligt een jongetje bellen te blazen en naast hem onderscheiden we een schedel (afb. 62a). Deze schedel die, evenals de jongen, op het eerste gezicht nauwelijks opvalt, vormt een ander onwaarschijnlijk element binnen de naturalistische context van de voorstelling. Wordt met dit macabere attribuut rechtstreeks naar de sterfelijkheid van de mens verwezen, het bellen blazen vormt een meer verkapt vanitasmotief. Daarmee heeft Steen het gezegde ‘homo bulla’, de mens is gelijk een luchtbel (of zeepbel) in beeld gebracht, zoals heel wat 17de eeuwse kunstenaars hebben gedaan, hetzij onbewimpeld allegorisch, hetzij vermomd in genrekledij (afb. 62b).Ga naar eind8

Ofschoon de bellenblazer lijfelijk minder gestalte kreeg dan elk van de andere personen in Steens ‘wereldtoneel’, moet hij stellig als een sleutelfiguur worden gezien. Deze paradox is typisch 17de eeuws en wordt bijvoorbeeld door Cats aanbevolen onder het argument dat de ‘bevindinghe ons leert dat veel dingen beter aert hebben alsse niet ten volle gesien, maer eeniger-maten bewimpelt en overschaduwet ons voorkomen’.Ga naar eind9

eind1
Tafereel van de belacchende werelt is de titel van een boek van Adriaen van de Venne uit 1635; de wereld in kwestie is die van de Haagse kermis.
eind2
Het gordijn heeft het effect van een trompe-l'oeil en lijkt tevens een verwijzing te zijn naar een antieke kunstenaarslegende die in de 17de eeuw algemeen bekend was: de Griekse schilder Parrhasios had op dermate natuurgetrouwe wijze een gordijn geschilderd, dat zelfs zijn befaamde collega Zeuxis (die de vogels met geschilderde druiven had weten te bedriegen) in de veronderstelling verkeerde dat het een werkelijk gordijn was (Ernst Kris en Otto Kurz, Die Legende von Künstler, Wenen 1934, 70). Verschillende 17de eeuwse kunstenaars hebben zichzelf geportretteerd met een opvallend gordijn, onder wie Dou en Cornelis Bisschop, die ongetwijfeld te kennen wilden geven dat ze voor de legendarische Parrhasios niet onderdeden. Zie voor dit ‘aangename bedrog’, zoals het in de 17de eeuw heette, Patrik Reuterswärd, ‘Tavelförhänget. Kring ett motiv i holländskt 1600-talsmåleri’, Konsthistorisk Tidskrift 25 (1956), 97-113, en de inleiding tot deze catalogus.
eind3
Ernst Robert Curtius, European literature and the Latin middle ages, ed. Harper Torchbooks 1963, 138-144. W. Barner, Barockrhetorik, Tübingen 1970, 86-134. Vondel, WB 3, 512; zie ook W.A.P. Smit, Van Pascha tot Noah I, Zwolle 1956, 34.
eind4
Zie voor de moralisatie van het triktrakspel, cat. nr. 22 (Duyster).
eind5
De Groot, 108-109.
eind6
Zie voor Cats, Van Beverwyck en Ripa: De Jongh 1971, 169.
eind7
Vondel, WB I, 165.
eind8
Zie voor de betekenis van de homo bulla, cat. nr. 4 (Boursse).
eind9
Cats I, 480 (voorrede tot Spiegel van den ouden en nieuwen tyt).

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

auteurs

  • Jan Baptist Bedaux

  • P.A. Hecht

  • Jeroen Stumpel

  • Rik Vos

  • Jochen Becker