Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Tot lering en vermaak (1976)

Informatie terzijde

Titelpagina van Tot lering en vermaak
Afbeelding van Tot lering en vermaakToon afbeelding van titelpagina van Tot lering en vermaak

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (21.91 MB)

XML (0.54 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/kunstgeschiedenis


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Tot lering en vermaak

(1976)–E. de Jongh–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Betekenissen van Hollandse genrevoorstellingen uit de zeventiende eeuw


Vorige Volgende
[pagina 246]
[p. 246]


illustratie

[pagina 247]
[p. 247]

65 Jan Steen
Leiden 1626-1679 Leiden

Na de drinkpartij
Paneel, 52,5 × 64 cm. Gesigneerd
Amsterdam, Rijksmuseum

De voorstelling op dit schilderij is opgevat als een scène uit de klucht Lichte Klaertje, waarin een overspelige vrouw door haar man en zijn knecht die als muzikanten verkleed zijn, in een herberg wordt betrapt. Door helderheid van geest weet Klaertje zich uit de situatie te redden. Deze identificatie is niet erg overtuigend, daar de vrouw die bij Steen de hoofdrol vervult, zwaar beneveld als ze is, het tegendeel van helderheid demonstreert. Muzikanten zijn inderdaad aanwezig, maar een oude vrouw die een jas pakt of waarschijnlijk steelt, zoals Steens tafereel laat zien, komt in het desbetreffende stuk niet voor.Ga naar eind1

Hoe het schilderij geïnterpreteerd moet worden, is aangegeven door de prent op het houten schot achter de kennelijk lallende man, die de laveloze vrouw tot steun dient. De prent toont een kaars, een uil en een bril en draagt als onderschrift het bekende spreekwoord: ‘Wat baeter kaers of bril, als den uijl niet sien en wil’.Ga naar eind2 Prenten met dit thema waren populair, en de 17de eeuwse grafiek kent er uiteenlopende voorbeelden van. Verscheidene schilders hebben bovendien, evenals Steen, de uitbeelding van het gezegde als detail in een schilderij opgenomen.Ga naar eind3 Steen had, wat beeldspraak betreft, wel een speciale voorkeur voor uilen. Ze komen ook als levende dieren herhaaldelijk in zijn oeuvre voor. Zo in een voorstelling van een wanordelijke schoolklas, waar een jongetje een uil, die op een stokje naast een brandende lantaarn zit, een bril aanreikt (afb. 65a).Ga naar eind4 Hetzelfde spreekwoord dus, nu echter als ‘tableau vivant’ opgevoerd.

De iconografie van de uil is rijk en gevarieerd. Volgens het in de symboliek gangbare principe van omkeerbaarheid gold de uil zowel als teken van wijsheid als van domheid en dwaasheid. Dit laatste omdat hij duisternis

illustratie
65a Jan Steen, De schoolklas. Edinburgh, National Gallery (bruikleen Earl of Ellesmere)


verkiest boven licht. Overdag is deze vogel ziende blind, een eigenschap die op overdrachtelijk niveau door vele schrijvers werd uitgebuit. Bij Rollenhagen symboliseert de uil de mens, die blind is voor het geloof (afb. 65b). Ridicule figuren, zoals Frans Hals' Malle Babbe, werden wel met een uil op hun schouder uitgebeeld.Ga naar eind5 Dat ook de uil bij Steen de dwaasheid vertegenwoordigt is evident - de strekking van de prent slaat op de dronken man en vrouw, voor wie ‘kaers of bril’ niet meer baten.

Werd de uil, vooral in de Nederlanden, dikwijls met de dwaasheid geassocieerd, hij werd eveneens met dronkenschap, tenslotte een vorm van dwaasheid, verbonden. Daarvan getuigden bijvoorbeeld zegswijzen als ‘hij is zo beschonken als een uil’ of ‘zo zat als een uil’.Ga naar eind6 De relatie tussen uil en alcohol moet door Steen zeer weloverwogen zijn aangebracht. Dit geldt ook voor zijn vriend Frans van Mieris, toen deze in 1664, in dezelfde tijd waarin Steens schilderij ontstond, een tekening van een beschonken vrouw maakte, welke later door Hendrick Bary in een prent werd omgezet onder de bijbelse titel ‘De wiin is een spotter’ (afb. 65c). Een uil torent daarin boven het tafereel uit.



illustratie
65b Embleem uit: Gabriël Rollenhagen, Nucleus emblematum ... Utrecht 1613


[pagina 248]
[p. 248]


illustratie
65c Hendrick Bary naar Frans van Mieris, De wiin is een spotter (gravure)


Het voorstellen van dronken mensen hing ten nauwste samen met de toenmalige realiteit. Dronkenschap is wel de nationale zonde van het 17de eeuwse Holland genoemd. Niet voor niets vaardigden stadsbesturen in die tijd zoogenaamde weeldewetten uit, die paal en perk aan het drankmisbruik (en aan andere uitspattingen) dienden te stellen.Ga naar eind7 Ook van de kansel werd onophoudelijk over de enorme alcohol-consumptie geklaagd en bovendien stelden diverse dominees hun afgrijzen daarover te boek. Een opmerkelijk specimen in dit genre, ongeveer gelijktijdig met Steens schilderij verschenen, is een werk van de Goudse dominee Jacobus Sceperus: Bacchus. Den ouden en huydendaegschen Dronckeman: ontdeckt uyt de Heydensche Historien, onderrigt uyt de Heylige Schriften (1665), waarin meer dan tweehonderd bladzijden lang gefulmineerd wordt tegen ‘Suypers’, ‘croeghen en drinck-cotten’, alsmede tegen het ‘santeen’, op de gezondheid drinken, een handeling die in gereformeerde kring in het algemeen als ‘een ijdel en onstichtelijk gedoe’ werd beschouwd.Ga naar eind8

De meeste predikanten waren ervan overtuigd dat dronkenschap aanleiding gaf tot onkuisheid; zoals Sceperus het formuleert: ‘Den mensche aenvoert tot Hoerery, Overspel, Ontucht, en Oneerbaerheydt’.Ga naar eind9 Met een beroep op de bijbel werd tegen dit kwalijke gevolg van alcoholgebruik dan ook veelvuldig gewaarschuwd. Nu was het verband leggen tussen drank en erotiek uiteraard een cliché, waarvan ook allerlei uitdrukkingen getuigen. Wijn werd wel ‘lac Veneris’ genoemd, melk van Venus, een term die van Aristophanes afkomstig is en door Erasmus in zijn Adagia werd overgenomen. Dat drank, met name wijn, amoureus maakte, werd in de 17de eeuw onder anderen door de bekende medicus Johan van Beverwyck verkondigd.Ga naar eind10

Het aspect van onkuisheid is ook door Steen beklemtoond, zij het vanuit een ander gezichtspunt dan door de rigoureuze predikanten werd ingenomen. Het opengeslagen bed aan de linkerzijde van zijn compositie, de oester- en mosselschelpen op de vloer, het stenen pijpje dat de vrouw precies in haar schoot laat rusten en de kat die naar dit pikante detail opkijkt, het zijn stuk voor stuk visuele toespelingen op de erotiek, die de tijdgenoot niet ontgaan zullen zijn. Ook de uil gold uiteindelijk als een beeld van de wellust, naast dat van dwaasheid en dronkenschap.Ga naar eind11 Steen heeft al deze attributen van zonde op subtiele manier van een tegenwicht voorzien. Links naast de uileprent, boven de twee zatladders, heeft hij op het houten schot quasi met krijt een galgje getekend waaraan een figuurtje bungelt. Deze bijzonderheid, die niet direct in het oog valt, wordt de beschouwer als punt van overweging aangeboden.Ga naar eind12

eind1
Lichte Klaertje, Amsterdam 1681. In 1645 voor het eerst opgevoerd. Gudlaugsson, 95-96.
eind2
Heinrich Schwarz en Volker Plagemann, ‘Eule’, in: Reallexikon zur deutschen Kunstgeschichte VI (1973), 267-322, i.h.b. 308 en afb. 28.
eind3
Prenten: als embleem bij Gabriel Rollenhagen, Nucleus Emblematum Selectissimorum II, Utrecht 1613, 95; Cornelis Bloemaert; zie Schwarz en Plagemann, a.w., afb. 27. Schilderijen van o.a. Hieronymus Francken de Oude en David Teniers de Jonge in resp. Antwerpen, Kon. Museum voor Schone Kunsten (cat. nr. 934) en Madrid, Prado (cat. nrs. 1809, 1810).
eind4
Cat. tent. Jan Steen, Mauritshuis, Den Haag 1958-59, nr. 52.
eind5
Seymour Slive, Frans Hals I, Londen 1970, 145-152.
eind6
Schwarz en Plagemann, a.w., 304, 307-308. Harrebomée III, 351. Slive, a.w., 151.
eind7
R.B. Evenhuis, Ook dat was Amsterdam II, De kerk der hervorming in de gouden eeuw, Amsterdam 1967, 96-99. M.J.A. de Vrijer, ‘XVIIe Eeuwsche sumptuositeit’, Nederlandsch Archief voor Kerkgeschiedenis 33 (1942), 1-48 en 73-92.
eind8
Ibidem 33-39. Tevens: 15 (Voetius).
eind9
Ibidem, 38.
eind10
Renger, 87-88. Van Beverwyck, Schat der gesontheydt, 45. Vgl. bijv. Jacob Westerbaen: ‘Veel meysjes hebben hier een jonghmans hert gestoolen / Daer Venus in de wijn haer selven had verschoolen’ (Avond- School voor Vryers en Vrysters, in: Het tweede deel der gedichten, Den Haag 1672, 671).
eind11
Oesters, zie cat. nr. 51 (Ochtervelt) en 62 (Steen); mosselschelp, o.a. WNT IX, 1165; voor de kat, zie cat. nr. 33 (Maes); voor de uil als wellust, Schwarz en Plagemann, a.w. 308-309.
eind12
De combinatie van uil en galg komt op meer schilderijen voor, o.a. in de school van Pieter Aertsen en Joachim Bueckelaer. Een voorbeeld, van een anonleme navolger van Aertsen, is afgebeeld in Old paintings 1400-1900 (illustrations), museum Boymans-van Beuningen, Rotterdam 1972, 36 (nr. 2288); zie ook D.Th. Enklaar, Uit Uilenspiegel's kring, Assen 1940, 23-24. De combinatie keert bij Steen in een tandarts-scène terug (veilingcat. Verzameling B. de Geus van den Heuvel I, Amsterdam 1976, nr. 66; II, afb. 66). Ter zake in dit verband zijn verder enkele dichtregels in Johan de Brune's Nieuwe wijn in oude le'erzacken, Middelburg 1636, 209:
 
Wat baet de spieghel, of den bril,
 
Voor die niet ziet, of zien en wil.
 
Een dief can nerghens beter zijn,
 
Als aen een galgh, of hennep-lijn.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

auteurs

  • Jan Baptist Bedaux

  • P.A. Hecht

  • Jeroen Stumpel

  • Rik Vos

  • Jochen Becker