Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Tot lering en vermaak (1976)

Informatie terzijde

Titelpagina van Tot lering en vermaak
Afbeelding van Tot lering en vermaakToon afbeelding van titelpagina van Tot lering en vermaak

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (21.91 MB)

XML (0.54 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/kunstgeschiedenis


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Tot lering en vermaak

(1976)–E. de Jongh–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Betekenissen van Hollandse genrevoorstellingen uit de zeventiende eeuw


Vorige Volgende
[pagina 284]
[p. 284]


illustratie

[pagina 285]
[p. 285]

75 Adriaen van der Werff
Kralinger-Ambacht 1659-1722 Rotterdam

Jongen met muizeval
Paneel, 19,2 × 13,3 cm. Gesigneerd
Londen, The National Gallery

Het schilderijtje van een Jongen met een muizeval is een goed voorbeeld van het vroege, niet-klassicistische werk van Adriaen van der Werff. Het onderwerp past binnen de traditie van het Nederlandse genre, de uitvoering is nog geheel in de geest van de Leidse fijnschilders en van de tweede Rotterdamse leermeester van Van der Werff, Eglon van der Neer. De schilder nam later afstand van dit soort jeugdwerk, en in een lijst van schilderijen die door zijn schoonzoon werd samengesteld komt geen schilderij van dit type meer voor.Ga naar eind1 Uit 18de eeuwse catalogi weten we dat de Jongen met een muizeval oorspronkelijk een tegenhanger had. Daarop was te zien hoe een kind een vogeltje in een kooi stopt, terwijl een ander kind met een poes toekijkt (afb. 75a).Ga naar eind2

Het beeld van muis en muizeval leent zich voor velerlei zinnebeeldig gebruik. In de klassieke oudheid vinden we de gevangen muis reeds als algemene metafoor van gestrafte onmatigheid. Een gedichtje in de zogenaamde Griekse anthologie vertelt van een muis die zich in haar overdreven gulzigheid aan een oester waagde, daarin bekneld raakte en zo levend begraven werd.Ga naar eind3 Deze ongewone geschiedenis kwam ongewijzigd

illustratie
75a Prent naar: Adriaen van der Werff, Jongen met vogelkooi


terecht in het eerste embleemboek, de Emblematum liber van Andrea Alciati uit 1531.Ga naar eind4 Door een misverstand ging het verhaal van de muis en de oester in de eerste editie echter vergezeld van een plaatje met een muizeval. In volgende uitgaven werd dat gecorrigeerd, en zo is het nog te vinden in Vondels Vorstelijcke Warande der dieren.Ga naar eind5 Toch werd ook de gewone muizeval een dankbaar onderwerp voor emblematici, zij het dikwijls meer in amoureuze zin gebruikt. Het lijkt aannemelijk dat ook de beide paneeltjes van Van der Werff de gevaren van de begeerte in de liefde tot onderwerp hebben.

In Cats' embleem ‘Fit spolians spolium’ - de dief wordt buit - betaalt een man een gestolen kusje met zijn hart, zoals de muis haar snoepen met het leven moet bekopen.Ga naar eind6 Daniël Heinsius vergelijkt in zijn Emblemata amatoria de man die niet mét en ook niet zonder liefde kan, met een muisje dat tussen een val en een poes in zit (afb. 75b).Ga naar eind7 ‘Cupido siet dat het muysjen zal/zijn voor de kat of voor de val’ is de vereenvoudigde samenvatting van Heinsius' tekst op een laat 17de eeuwse kinderprent, Speelen van Cupido, die verschillende amoureuze emblemen verkort heeft overgenomen.Ga naar eind8

Ook in de schilderkunst zijn voorstellingen te vinden waarin de man gewaarschuwd wordt om niet als een muis in de val van zijn begeerte te lopen. Op een schilderij van Gerard Dou houdt een meisje met een demonstratief gebaar een muizeval aan de toeschouwer voor, terwijl zij zelf, ter adstructie van haar geile natuur, vergezeld gaat van een poes. Een vergelijkbaar schilderij van Abraham Snaphaen draagt, wellicht ten overvloede, het opschrift ‘kamer te huer’.Ga naar eind9

Het ziet er naar uit dat het in rijk fantasie-costuum

illustratie
75b Embleem uit: Daniël Heinsius, ‘Emblemata amatoria’, Nederduytsche poemata, Leiden 1621


[pagina 286]
[p. 286]

gestoken jongetje bij Van der Werff de dode muis waarschuwend voorhoudt aan de begeerte van poes en toeschouwer tegelijk.Ga naar eind10 Hij is daarmee een van de vele kinderen van half-allegorische natuur die het 17de eeuwse genre zo'n bedrieglijk aanzicht geven.Ga naar eind11 Welke betekenis aan de opvallend in zijn omgeving geplaatste vlinders moet worden toegekend is niet erg duidelijk. Vlinders behoren tot de vaste gasten op vele vanitas-stillevens, misschien om met hun korte leven een verder accent te leggen op de algemene vergankelijkheid, maar misschien ook wel om met de bekende gelijkenis van de rups die vlinder is geworden te herinneren aan de mogelijkheid van de opstanding die de ziel aan het lichaam laat ontstijgen.Ga naar eind12

Net als de Jongen met de muizeval was ook het verdwenen pendant, de Jongen met een vogelkooi, een bekend thema in de 17de eeuwse liefdessymboliek; de minnaar wordt hier met een gevangen vogel vergeleken. Zowel Cats als Heinsius levert weer voorbeelden van deze beeldspraak. Cats doet dat in zijn embleem ‘Amissa libertate laetior’ - door hemzelf vertaald als ‘Bly, door slavernij’ - waarin de minnaar zich, gevangen als een vogel in een kooi, gelukkig acht in deze situatie. Heinsius hanteert een hoofser concept, en laat de minnaar

illustratie
75c François Eisen, Jongen met muizeval. Verblijfplaats onbekend


om zijn verloren vrijheid klagen als de vogel onder toezicht van Cupido uit vrije wil de kooi invliegt.Ga naar eind13 De reeds genoemde kinderprent neemt de illustratie van Heinsius' embleem over met het vereenvoudigde onderschrift ‘Cupido sit vast met verlangen, om het vogeltje te vangen’. Wat daarvan de gevolgen zijn wordt in het midden gelaten, net als op het schilderij van Van der Werff, hoewel daar in elk geval de vogel buiten het bereik van de poes blijft.

Meer expliciet zijn de gevolgen van overgave aan de liefde uitgebeeld op een stel schilderijen uit 1763 van de Franse schilder François Eisen (afb. 75c en 75d).Ga naar eind14 Enerzijds treffen we hier het beeld van de jongen met de muis en muizeval ongewijzigd aan, anderzijds is er ditmaal geen jongetje maar een meisje te zien, dat schrikachtig haar vogeltje uit de kooi ziet ontsnappen. Dat nu is weer helemaal als Cats en zijnsgelijken: ‘De doos is opgedaen, de vogel uyt-gevlogen;/Ach! maegdom, teer gewas, dat ons so licht ontglijt!/Met soecken raeckt'et wech, met vinden is'et quijt’.Ga naar eind15

Zo duidelijk zijn Van der Werffs tafereeltjes niet, maar de toon is stellig nauw verwant en het is verrassend te zien dat deze tot laat in de 18de eeuw kennelijk nog tot het Europese gemeengoed behoorde.



illustratie
75d François Eisen, Meisje met vogeltje. Verblijfplaats onbekend.


eind1
Vgl. D.P. Snoep, ‘Adriaen van der Werff (1659-1722)’, in cat. tent. Adriaen van der Werff, Historisch Museum, Rotterdam 1973, 5-10.
eind2
Neil MacLaren, The Dutch school, National Gallery Catalogues, Londen 1960, 451-52 (nr. 3049). Beide paneeltjes afgebeeld in Recueil d'estampes ... d'après les tableaux du cabinet de Ms. le duc de Choiseul, Parijs 1771, nr. 52 en 53.
eind3
The Greek anthology, with an English translation by W.R. Paton III, Londen-Cambridge 1948, 44-45 (boek IX, nr. 86).
eind4
Andrea Alciati, Emblematum liber, Augsburg 1531, E3 verso (‘Capitus ob gulam’).
eind5
Vondel, WB I, 652-653 (‘Huys-ratte en oester’). Ook Jacob Cats heeft de geschiedenis van de oester gebruikt, maar in een kleine concessie aan de waarschijnlijkeid de muis door een meeuw vervangen, terwijl hij de moraal veranderde door meeuw en oester gelijkelijk als slachtoffer van hun acties te beschouwen. Cats I, 50 (‘qui captat, capitur’; wie pakt, die wordt gepakt).
eind6
Cats I, 24.
eind7
Daniël Heinsius, ‘Emblemata amatoria’, in: Nederduytsche poemata, Leiden 1621, 44 (‘Il mal mi preme, & mi spaventa il peggio’). Het motto is de eerste regel van een sonnet van Petrarca, vgl. M. Praz, Studies in seventeenth-century Imagery, Rome 19642, 97.
eind8
Uitgegeven door Margareta van Bancken, Haarlem 1694.
eind9
Voor de schilderijen van Dou en Snaphaen, zie De Jongh 1968-69, 43-46.
eind10
De negatieve betekenis van de kat uitvoerig bij twee schilderijen van Maes (cat. nrs. 33 en 34).
eind11
Vgl. hiermee bijvoorbeeld de Bellenblazers van Boursse (cat. nr. 4) en De hengelaar van De Moor (cat. nr. 46).
eind12
De uitdrukking ‘vlinderen’ was synoniem met ‘haastig bewegen’ of ‘wegijlen’; zie WNT XXI, 2146-47; de vlinder als opstandingssymbool o.a. bij Cats I, 104. Beide mogelijkheden lijken soms even aannemelijk, zoals op een uitvoerige Vanitas van Maria van Oosterwijck uit 1668 (Kunsthistorisches Museum, Wenen), waar een vlinder op een in 't oog vallende plaats op een boek is gezet dat het opschrift ‘Rekeningh’ draagt, met daaronder het motto ‘Wij leeven om te sterven/En sterven om te leeven’. Afb. in cat. tent. IJdelheid der IJdelheden, Stedelijk Museum de Lakenhal, Leiden 1970, nr. 20. In literatuur en emblematiek komt het beeld van de vlinder als slachtoffer van zijn begeerte ook veelvuldig voor, maar dan steeds in combinatie met kaars of vlam. Verblind door de schoonheid van het licht vliegt hij in het vuur en komt om. Zo bij Vaenius, 102-103 (‘Brevis et damnosa voluptas’); hetzelfde bij Heinsius met muggen, Heinsius, a.w., 32.
eind13
Cats I, 28; Heinsius, a.w., 46 (‘Perch'io stesso mi strinsi’).
eind14
De schilderijen van Eisen in cat. veiling Sotheby 26 juni 1963, The René Fribourg collection II, nr. 86. Een andere 18de eeuwse voorstelling met muizeval, met een contemporaine toelichting, besproken in Ella Snoep-Reitsma, ‘Chardin and the bourgeoisideals of his time’, Nederlands Kunsthistorisch Jaarboek 24 (1973), 179.
eind15
Cats I, 42; vgl. ook cat. nr. 58 (Schalcken).

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

auteurs

  • Jan Baptist Bedaux

  • P.A. Hecht

  • Jeroen Stumpel

  • Rik Vos

  • Jochen Becker