Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Schatten uit de volkstaal (1887)

Informatie terzijde

Titelpagina van Schatten uit de volkstaal
Afbeelding van Schatten uit de volkstaalToon afbeelding van titelpagina van Schatten uit de volkstaal

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.07 MB)

ebook (2.85 MB)

XML (0.45 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

taalkunde/algemeen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Schatten uit de volkstaal

(1887)–Amaat Honoraat Joos–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Eenige duizenden volksspreuken gerangschikt en verklaard


Vorige Volgende

En zoo voort.

Op de laatste bladzijde van de meeste boeken leest ge: einde of uit, en hier staat: en zoo voort.

En zoo voort, ja, zoo moet het heeten.

Kent gij, Beminde Lezers, den man die, straks sedert dertig jaar, stout en boud, voor de oogen van heel Vlaanderen, de wapperende vane der volkstaal opstak?.... Kent gij hem die, in onze taal, verhalen en liederen dichtte – zoo los als de vogel in de wijde lucht, zoo zoet als het babbelen der beke, zoo sappig als de plantjes in de volle Lente?... Kent gij hem die ons Vlaamsch zoo geerne ziet als eene moeder haar kind en voor wien alles weerde heeft, het minste woordeken en het kleinste letterken?... Kent gij hem die zoo fijn de woorden, hoe diep zij verdronken en verzonken liggen, weet te visschen en op te halen?.... Kent gij hem, den reizenden man, die van 't Noorden naar 't Zuiden rotst om deugdelijke maar ongekende waren op te koopen, niet geboekte woorden en lieve uitdrukkingen?... Kent gij hem die altijd en overal te loeren en te luisteren zit en iederen Vlaming waar hij bijkomt, eerlijk en loffelijk besteelt?.. Kent gij dien priester?.. Kent gij Guido Gezelle?

In gindschen hoek van ons Vlaanderen waar de zee blinkende schelpen en glansende perels op het strand werpt, daar vooral heeft hij dertig jaar lang geluisterd, gezocht en – gevonden. En hij ook heeft schatten uit de volkstaal, en ze zijn nog zoo schoon als de mijne.

Eens liet hij ze mij zien en ik keek mijne oogen uit van verwondering en ik stond stom.....

– Die moet gij de Vlamingen in handen geven, zei ik.

– Neemt gij die liever, sprak hij eenvoudig, en drukt ze bij de uwe.

[pagina 213]
[p. 213]

– Ik, voor het mijne doen doorgaan wat gij, in dertig jaren zoekens en snuffelens, bijeenbracht?... Nooit of nooit!

Hij twijfelde.

– Wij zullen nog wat wachten, sprak hij dan.

– Wachten? en tot wanneer?.. Het vuur kan komen en, gulzig en wreed, dat werk verslinden waaronder uwe haren grijs wierden en uitvielen!... De dood! o zij ook kan komen en uwe hand koud en stijf maken!

– Het zij dan zoo, antwoordde hij eindelijk, mijne schatten komen aanstonds achter de uwe uit.

Om deze reden al, Beminde Lezers, schreef ik en zoo voort.

Ook nog om eene andere.

Hebt gij, bij het lezen mijner verzameling, niet dikwijls half kwaad uw voorhoofd gerimpeld, omdat ik, ongelukkige, deze of die spreuk uwer streke niet heb opgeteekend en uitgeleid?... Hebt gij niet dikwijls spijtig uw hoofd geschud, omdat ik onwetende, 't een of 't ander gezegde van uw dorp of land verkeerd uiteengezet heb?...

O! ik bid u en, als 't noodig is, ik smeek u: herleest mijne spreuken, teekent zorgvuldig aan al wat volgens u ontbreekt of verdraaid is, en zendt mij wat gij schreeft.

Al haddet gij maar éene spreuk, nog zou ik er u hertelijk om bedanken in den naam van gansch het Vlaamsche volk.

Aan 't luisteren, aan 't zoeken en 't opschrijven! gij vooral vurig studentenvolk, bloem en krone van Vlaanderen!

Veel kleintjes maken een groot, veel beekskens maken een groot water..... Ei! ziet gij, vrij en mild, dien wijden stroom daar henendrijven?... Ziet gij zijne baren tintelen door 't helder licht der glansende zonne?.... Hoort gij het kabbelend en babbelend, het hotsend en klotsend lied dat zijne wateren al dansende zingen?...

Die stroom is de vergaarde dichtende en schilderende volkstaal, los en onbedwongen als 't vloeien van 't water, zoo rijk als de zee diep is en vonkelend van leven gelijk de

[pagina 214]
[p. 214]

Schelde op den heldersten zomerdag. Dat lied is de taal onzer schrijvers die, gansch doorweven, doordrongen en doortrokken van des volks poëzie, zoetjes en zachtjes zal zingen gelijk het beeksken langs zijn keien bed; of krachtig en inachtig, gelijk de zee bij storm en onweer!

 

God zij geloofd.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken