Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het bijenboek. Practisch handboek der bijenteelt (1941)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het bijenboek. Practisch handboek der bijenteelt
Afbeelding van Het bijenboek. Practisch handboek der bijenteeltToon afbeelding van titelpagina van Het bijenboek. Practisch handboek der bijenteelt

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (20.44 MB)

Scans (41.79 MB)

ebook (24.94 MB)

XML (0.89 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

monografie
non-fictie/natuurwetenschappen/biologie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het bijenboek. Practisch handboek der bijenteelt

(1941)–Joh. A. Joustra–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 387]
[p. 387]

Hoofdstuk XVIII.
De bijenstand.

Men kan de bijenwoningen zgn. ‘vrij’ opstellen, doch ook in een stal onderbrengen. Wat de voorkeur verdient, is niet met enkele woorden te zeggen; de smaak speelt hierbij een grote rol, evenals de beurs.

De voordelen van een vrije opstelling zijn gelegen in het feit, dat men geen stal nodig heeft, dus kosten voor bouwmateriaal uitspaart. Of dit werkelijk voordeel is, staat te betwijfelen, daar bijenwoningen, in een stal ondergebracht, een langere levensduur hebben. Zo'n vrije opstelling heeft haar bekoring. Beschikt men over een grote tuin, dan kan men de kasten overal 2 aan 2 naast elkaar, tussen heesters, in bloemperken e.d. opstellen en heeft men aldus een keurig bijenpark.

Een bezwaar is weer, dat men zijn gereedschappen van kast naar kast moet slepen, de kans op inwateren groot is (vocht is een van de ergste bijenvijanden) en men door het behandelen in de open lucht gemakkelijker roverij uitlokt. Vooral voor ons klimaat is een vrije opstelling niet aan te bevelen, en kan men beter de bijenwoningen onder dak brengen.

Hoe men de stal wil maken, hangt vaak van verschillende omstandigheden af.

In de eerste plaats de windstreek, waarnaar de vlieggaten gekeerd zullen worden.

Een Zuidstand is warm, doch de bijen zitten des winters minder rustig, terwijl de kasten des zomers gloeiend heet worden en de bijen soms bij trossen aan de vlieggaten hangen, ja vaak de gehele voorkant van de woning bedekken.

Brengt men beschuttend struik- of boomgewas enige

[pagina 388]
[p. 388]

meters vóór de stand aan, dan valt dit laatste nadeel weg. Stelt men de bijen op het Westen of Zuid-Westen, dan hebben zij in de regel veel last van regen- en windvlagen, staan dus vochtig en in de ‘trek’.

Een Noord-Oost-richting is vooral in het voorjaar met zijn scherpe Noord-Oosten-winden af te raden.

Blijft nog een Noord- en een Zuid-Oost-richting.

Wie niet vermeerderen wil en beschutting voor gure winden aanbrengt, zal veel profijt hebben van een opstelling op het Noorden.

De bijen worden des winters niet door enkele zonnestralen naar buiten gelokt en zitten rustig.

Is het werkelijk lekker weer, dan houden zij haar reinigingsvlucht, waarbij het verlies aan bijen gering is, terwijl ‘Noordvolken’ in de regel honingvolken zijn.

Een nadeel is, dat de bijen 's morgens niet al te vroeg op dracht uitgaan.

Een Z.-O.-stand is aanbevelenswaardig.

Vroege morgenzon en geen hete middagzon, maakt, dat de bijtjes steeds druk in de weer zijn, terwijl zij zich ook des winters kunnen reinigen door het houden van reinigingsuitvluchten.

Het gevaar voor te vroege uitvluchten, zoals op het Zuiden, blijft, zij het in geringere mate, bestaan.

In het algemeen kan men aannemen, dat volken welke de morgenzon hebben en beschut staan voor de brandende middagzon, goed gedijen.

Korfbijenstanden, waar zwermteelt hoofdzaak is, zette men echter op het Zuiden. Echter, men kan de bijen niet steeds plaatsen zoals men voor haar wenselijk vindt.

Het kan b.v. voorkomen, dat bij een voor de bijen gunstige windrichting, de vlucht genomen moet worden over buurmans: grond, of over een breed water, of anderzins. Zo heeft men bij het maken van een bijenstand met allerlei mogelijkheden rekening te houden.

Is eenmaal de vliegrichting bepaald, dan kan men beginnen te bouwen. Hierbij neemt men het volgende in acht.

De regels waarop de bijenwoningen moeten komen te staan, moeten volkomen waterpas liggen. Vóór de stand

[pagina 389]
[p. 389]

zorge men voor een plm. 1 m. brede strook, welke liefst bestrooid wordt met riviergrint; gras en onkruid verdelgt men.

Nog beter is het indien hij op een betonnen vloer komt te staan, welke 1 m. vóór de stand uitsteekt.

Een nette bijenstand is een sieraad voor de tuin.

Meestal heeft men in ons land bijenstanden in 2 etage's. Boven staan korven, beneden kasten; soms ook wel boven en beneden kasten. Achter de kasten of korven is een plm. 1 à 1½ m. brede ruimte, waar men de bijen kan behandelen, Soms is het daar erg donker, zodat men òf in de achterwand, òf in het dak ramen aanbrengt, welke men liefst draaibaar maakt, opdat de bijen welke in de stand tegen de ruiten vliegen, gemakkelijk weer vrij gelaten kunnen worden. Wil of kan men de ramen niet draaibaar maken, dan make men de ruiten 1 c.m. korter dan het raam, zodat de bijen gelegenheid hebben aan de onderkant te ontsnappen.



illustratie
A is glas; B is open ruimte; C is raamlijst. (De blokjes dienen als steun).


Kan men het bekostigen, dan make men een stenen of cementen voet, waarin de stijlen komen.

Hoe minder stijlen hoe beter; echter mag dit geen oorzaak zijn, dat de dwarsliggers gaan doorzakken.

Een eenvoudige bijenstal kan men maken van rietmatten, al of niet in houten ramen bevestigd.

[pagina 390]
[p. 390]

Hiertoe slaat men enige vierkante of ronde palen in de grond, nadat men tevoren de ondereinden heeft aangepunt, met carbolineum heeft ingestreken, of even in het vuur gelegd, opdat zij minder spoedig verrotten.

De palen moeten minstens 50 c.m. diep in de grond worden geslagen. Ongeveer 25 à 30 c.m. van de grond worden dwarsbalken bevestigd, waarop de regels komen te liggen, welke met niet te dunne planken betimmerd en met asphalt overtrokken, een uitstekende bodemplank bieden voor ronde- of boogkorven.

Wil men een 2e verdieping, dan make men de palen voldoende lang, zodat zij aan de achterzijde van de stal minstens 1.60 m. boven de begane grond uitsteken.

Het dak kan men maken van hout, riet of stro en wordt afgedekt met asphaltpapier. Is de stro- of rietlaag minstens 1 handbreedte dik en vakkundig bevestigd, dan is bedekking met asphaltpapier overbodig.

De achterzijde sluit men af met riet- of stromatten.



illustratie

[pagina 391]
[p. 391]

Zo'n stand is alleen van voren open en uitsluitend geschikt voor korven en boogkorven.

Wie stallen voor kasten wil bouwen, moet rekening houden met de hoogte der kasten en met de constructie.

Zo kan men bij uitsluitend van achter te behandelen kasten keurige paviljoentjes bouwen, terwijl de kosten binnen ieders bereik blijven.

Moeten de kasten van boven behandeld worden, dan is het ook mogelijk die in de paviljoentjes onder te brengen, doch de kosten zullen dan aanmerkelijk hoger worden.

Heel aardige stalletjes voor b.v. Simplexkasten kan men maken van houten schroten, terwijl men het dak van voren opklapbaar maakt, waardoor een goede behandeling der bijen mogelijk wordt, zonder de kasten van haar plaats te moeten halen.

Zeer voordelige kast-bijenstanden maken vaak onze Oostelijke naburen.



illustratie

[pagina 392]
[p. 392]


illustratie

[pagina 393]
[p. 393]


illustratie



illustratie
Stal voor korven en kasten.




illustratie
Stal voor kasten.


[pagina 394]
[p. 394]


illustratie



illustratie

[pagina 395]
[p. 395]

TOELICHTING BIJ VORENSTAANDE PLATEN.

A.Vooraanzicht van een bijenstand.
De bodem ligt 17 c.m. boven de grond, de tweede plank 80 c.m. boven de eerste. De hoogte aan de voorzijde bedraagt in 't geheel 1.75 m. Een plank van 18 c.m. breed aan het dak aangebracht, beveiligt voor slagregens. De afstand van stijl tot stijl bedraagt 3 m. Tussen de stijlen is ter versterking een kortere met dwarsrip aangebracht.
Dikte der stijlen bedraagt 10 × 10 c.m.
Het dak is van riet en ± 12 c.m. dik.
B.Gedeelte van de platte grond.
De achterwand bestaat uit rieten matten, welke stevig tussen de stijlen worden bevestigd.
C.Deze doorsnede behoeft geen verklaring (blz. 392).
[pagina 396]
[p. 396]

Verschillende bijenkasten worden op en naast elkaar gestapeld op b.v. een tweetal houten regels, zgn. twee- en drieën.

Boven de stapel komt een eenvoudig afneembaar dak.

De gehele stal bestaat derhalve uit voetstuk en dak en de kasten zijn toch voldoende beschut tegen regen.

Het is volstrekt overbodig kostbare stallen te maken.

Hoofdzaak is, dat de bijen warm en droog staan en die imker zonder veel moeite de bijen kan behandelen.

Staan de bijen op de heide, koolzaad e.d., dan maakt men veelal gemakkelijk verplaatsbare veldstallen.

Een paar palen in de grond geslagen, de ‘smacht’ (een gevlochten stromat, zoals men die wel bij hooibergen aantreft) uitgerold, stro op de grond en de veldstal is gereed.

Inplaats van stromatten, gebruikt men tegenwoordig ook wel rietmatten.

Voor veldstallen zijn deze stro- of rietmatten voldoende. Voor een vaste stal gebruikt men liever deugdelijker materiaal.

Overigens kan men de bijenstal net zo eenvoudig of luxueus maken als men zelf wil, als maar rekening gehouden wordt met de grondeisen.



illustratie
Op de bijenstand heerst orde en netheid.



Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken