Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het kleine bijenboek (1950)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het kleine bijenboek
Afbeelding van Het kleine bijenboekToon afbeelding van titelpagina van Het kleine bijenboek

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.43 MB)

Scans (20.45 MB)

ebook (4.00 MB)

XML (0.14 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/natuurwetenschappen/biologie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het kleine bijenboek

(1950)–Joh. A. Joustra–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 8]
[p. 8]

Hoofdstuk II.
We maken stal en woning gereed.

Ons besluit staat vast: we gaan bijen houden! En we willen alles zo goed mogelijk doen. We hebben al eens bij een oudere imker gekeken hoe of hij het zaakje voor elkaar heeft en ons besluit is genomen.

De een zal met korven beginnen, de ander heeft zijn hart verpand aan kasten. Korven moeten in een stal worden ondergebracht, kasten kúnnen het zonder een stal stellen, doch ze hebben minder van het weer te lijden als we ze eveneens in een stal plaatsen.

Het maken van een stal valt vaak tegen, omdat dit de aanvankelijk gedachte uitgaven zo verhoogt. Op den duur is het echter voordeliger de woningen in een stal onder te brengen.



illustratie
Stal voor korven en kasten




illustratie
Stal voor kasten


[pagina 9]
[p. 9]

Zo'n stal behoeft niet duur, doch moet wel doelmatig zijn. Sommigen behelpen zich met een klein afdakje met asphaltpapier bedekt, anderen maken fraaie, kostbare stalletjes. Dat is een kwestie van smaak en portemonnaie.

Hoe men de zaak ook wil inrichten, er zijn enkele grondeisen waaraan alle bijenstallen moeten voldoen. Ze moeten n.l. de woningen tegen regen en sneeuw beschutten, voldoende ruimte bieden en de bijenwoningen moeten gemakkelijk te behandelen zijn. Bovendien moet de bodemplank zuiver waterpas liggen.

Van tevoren heeft men een hoekje in zijn tuin uitgezocht. Als windstreek wordt gewoonlijk het Z.-O. genomen, d.w.z. de vlieggaten zijn naar het Z.-O. gericht Noodzakelijk is dit niet. Ook andere windstreken zijn geschikt, doch bij een N.- en N.O.-richting moeten zij door enig struikgewas beschut worden en bij een Z.W.-richting heeft men veel last van regenvlagen.

We trachten de bijen een vrije uitvlucht mogelijk te maken, dus b.v. niet met het vlieggat vlak tegen een struik of iets dergelijks aanzetten.

Hoewel bijen als regel geen overlast bezorgen, dient men er toch rekening mede te houden, dat zij niet direct over buurmans grondgebied vliegen. Ook zet men ze niet vlak bij een openbare weg. In sommige gemeenten is dat zelfs verboden.

Is de plaats uitgezocht en is men het over de aard van de stal eens, dan wordt met bouwen begonnen. Bij korven moet de bodemplank van de stal geen kieren vertonen. Doet hij dit wel, dan wordt hij overtrokken met asphaltpapier of worden de kieren gedicht.

Voor meerdere houdbaarheid kunnen de planken met carbolineum bestreken worden of van een kleurig verfje voorzien.

Is de stal gereed, dan worden bijenwoningen gekocht of gemaakt.

Het maken van bijenwoningen is niet ieders werk; zelfs een timmerman heeft enige leiding nodig om een doelmatige bijenwoning te vervaardigen. Kunnen we een werktekening bekomen, dan zijn we al een heel eind op streek, doch is men geen handige knutselaar, dan laten we liever het vervaardigen van een bijenkast aan een deskundige over. In de handel zijn goede bijenwoningen verkrijgbaar.

[pagina 10]
[p. 10]

Het vlechten van een strokorf is ook een werk, dat geleerd moet worden. Men kan er beter een kopen.

We kunnen het beste beginnen met twee gelijke woningen. Beginnen we met één volk, dan ondervinden we daarvan de nadelige gevolgen als het met dit volk mis gaat. Hebben we echter nog een ander volk, dan is er veel te redden.

Om de bijenwoningen bestand te doen zijn tegen weersinvloeden, worden ze geschilderd of met carbolineum bewerkt. Gebruik goede buitenverf, liefst geel, blauw of grijs. Doordat er binnen in de kast veel vochtvorming plaats heeft, wil de verf n.l. wel eens gaan bladderen, niet alleen een lelijk gezicht, maar de beschuttende laag verdwijnt op den duur.

Daarom gaan verschillende imkers er toe over om hun kasten in de carbolineum te zetten. Ze gebruiken daarvoor meestal groene carbolineum. Het is bij gebruik wel wenselijk de kasten na het carbolineren geruime tijd te laten luchten voordat er bijen inkomen. Ze houden n.l. niet van carbollucht.

De daken worden beschermd door een zinken bedekking, doch we kunnen er ook asphaltpapier, rubberoïd, zeil of iets dergelijks op spijkeren.

Sommige imkers verven hun korven ook en wel aan de voorkant. Als ze buiten staan, b.v. in de boomgaarden of op de heide, worden ze tegen regen beschut door ze in een z.g. veldstal (smacht) te plaatsen of ook wel door ze af te dekken met asphaltpapier of heideplag.

Staan kasten of korven buiten, dan moeten de eerste op latten (z.g. twee en drieën) staan en onder de korven leggen we planken of desnoods stro. Op de thuisstand hebben ze minder van het weer te lijden.

Is de stal en zijn de kasten klaar, dan kunnen de laatste bevolkt worden.

Welke bijenwoning?

En nu rest ons nog de vraag welke bijenwoning we zullen aanschaffen. De korfimker bedient zich van de gewone ronde strokorf, doch de kastimker heeft een moeilijker keus. Er bestaan n.l. verschillende systemen.

[pagina 11]
[p. 11]

Wij houden ons aan de in ons land meest voorkomende bijenwoning, n.l. de Simplexkast met zijn variëteiten. Het is een goede woning, waarvan vooral de beginner-imker plezier zal beleven, al kleven er ook fouten aan. Deze woning is een veranderde W.B.C.-kast, welke laatste geschikt is om apart in de tuin te worden opgesteld. De Simplexkast is geschikt gemaakt om er mede te reizen.



illustratie
De zwerm trekt uit


Wil men de Simplex ook apart in de tuin opstellen, dan kan men dit het best doen door haar op een stellage van z.g. twee en drieën te plaatsen. Ze staat dan wat van de grond en heeft minder last van het rottingsproces.

Wenselijk is het ook een of meer kastjes aan te schaffen waarin slechts een 3- tot 6-tal raampjes passen. Zij kunnen gebruikt worden om afleggertjes te maken of koninginnen te laten bevruchten. Ze zijn bovendien geschikt om de overtollige ramen op te bergen of als transportkistje dienst te doen. Nemen we 6-raams kastjes, dan kunnen zij tevens dienen om bijen te verzenden.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken