Er is niets nieuws onder de zon

[p. 65]

Hoofdstuk 21
Waar gaan we naar toe

De berichten in de kranten van de laatste tijd noopte me weer eens iets aan u voor te leggen om over na te denken. Bijna dagelijks lees je in de krant dat er iemand vermoord is. En het erge is dat we bijna niet meer onder de indruk raken. Iemand heeft eens gezegd: in het verleden ligt het heden. In het nu wat worden zal. Vooral dat laatste baart me ernstige zorgen. Vandaag was het een juwelier die beroofd werd en gelijk maar eventjes dood geschoten, dan is er een zoon die zijn vader doodsteekt en ga zo maar door. Het geweld grijpt steeds verder om zich heen. 't Begon al met Kain, die zijn broer doodde uit jaloezie. Sedert dien zijn er vele Kains die menen een ander te moeten doden en ook nog proberen hun snode daad te rechtvaardigen maar Gods wet zegt onverbiddelijk: Gij zult niet doden. Leven we nog wel bij die universele wetten? Iemand schreef in de kerkbode over het zendingsbevel maar vergat daarbij een belangrijk deel van de tekst n.l.: lerende hen onderhouden alles wat ik u geboden heb. Daaronder valt ook het gebod: Gij zult niet doden en de Heer Jezus heeft het nog versterkt door te zeggen: Hebt uw vijanden lief en doe wel degenen die haten. Als uw vijand hongert..... enz.

Nu is het meestal niet zo dat er in het wilde weg gemoord wordt. Heel vaak is er een aanleiding toe: haat, hebzucht, gebroken beloften, overspel, niet betaalde schulden, jaloezie ect. Soms, bij een roofoverval bijv. vermoordt men het slachtoffer om niet herkend te worden. Ook alcohol misbruik, drugs (zowel gebruik als dealer) en dobbelen om geld kan leiden tot moord. Een heel scala van ongerechtigheden kan de oorzaak zijn tot moord. Nu kunt u wel zeggen: ik heb nooit iemand doodgemaakt, dus ben ik niet schuldig maar is dat wel zo? Haat gevoelens koesteren, jaloezie, laster e.d. heeft al de kiem tot doodslag in zich en wordt door God ook als zodanig schuldig bevonden.... Ik zou het nog verder willen doortrekken: Onlangs stond er een jongeman bij m'n poort en vroeg of hij even binnen mocht want hij werd achtervolgd. Hij beefde als een riet. Ik vroeg zijn naam ect. en

[p. 66]

liet hem binnen. Hij heeft toen een taxi gebeld om hem thuis te brengen. Toen ik dit later aan iemand vertelde, zei de persoon: dat moet je nooit doen want.... Ik heb geantwoord: en als ik het niet gedaan had en z'n achtervolgers hadden hem op de volgende hoek ingehaald en neergestoken dan zou ik medeschuldig zijn aan zijn dood want ik had het kunnen voorkomen. Vrees is een slechte raadgever. Bovendien, als men zich inzet voor een rechtvaardige zaak hoeft men geen vrees te hebben want God staat naast je. Niet ver weg, in de hemel maar vlak naast je. Er zijn zoveel aspecten aan dit onderwerp dat ik daarop niet allemaal kan ingaan. Wel nog dit: Niet alleen de dader van de moord is schuldig maar ook de opdrachtgever. Ik denk bijvoorbeeeld aan de 2e wereldoorlog waarbij miljoenen ongewapende mensen de dood vonden, inclusief ouden van dagen, kinderen en babies. De processen van Neurenberg zullen u wel bekend zijn. Zelfs nu nog worden de beulen opgespoord en berecht. Dan denk ik ook aan de twee moordenaars aan het kruis die met Jezus gekruisigd werden. De ene wilde z'n straf niet ondergaan en zei: Als u dan God bent help ons dan van het kruis af maar de andere zei: Vreest gij ook God niet? Wij ondergaan de straf die we verdiend hebben maar deze is onschuldig. En tot Jezus zegt hij: Heer gedenk mijner... Hij vraagt dus wel om vergeving maar niet om kwijtschelding van zijn gerechtelijke straf als gevolg van zijn misdaad. Het ergste wat men een medemens kan aandoen is hem/haar van het leven te beroven want dat kan nooit meer goedgemaakt worden. Jezus zegt: Als iemand u op de linkerwang slaat, keer hem ook de rechter toe. Maar wat zeggen wij? Ik zal het hem wel betaald zetten. Niettemin mag een moord nooit in de doofpot gestopt worden maar moet de dader op eerlijke wijze berecht worden. Spreuken 17 vers 15 zegt: Een schuldige vrijspreken of een onschuldige veroordelen. Van beide heeft de Heer een afschuw. In psalm 85 staat: Gerechtigheid en Vrede omstrengelen elkaar. D.w.z. als er recht gedaan wordt in een land kan er vrede heersen. Met geweld krijgen we geen vrede. We mogen echter geen eigen rechter spelen. Daarvoor heeft God rechters aangesteld. Intussen gaat een golf van geweld en moord om van te rillen. Zelfs

[p. 67]

in ons geliefd Suriname. Wat doen we eraan? Staan we op voor recht en gerechtigheid of laten we het kwaad oogluikend toe? Doen we dat, dan zijn we mede schuldig (zie Ezechiel 2 v.a. vers 17). We moeten ons meer bezinnen op wat Jezus van ons vraagt waar het onze levenshouding t.o.v. anderen betreft. Liefde tot de naaste is niet alles maar goedvinden, maar liefde voor de naaste houdt ook in de ander op zijn/haar verkeerde levenshouding te wijzen zonder vrees. Het is onze picht. Zo is dan de liefde de vervulling der wet.