Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De planeeten (1869)

Informatie terzijde

Titelpagina van De planeeten
Afbeelding van De planeetenToon afbeelding van titelpagina van De planeeten

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.04 MB)

ebook (3.17 MB)

XML (0.30 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De planeeten

(1869)–J.J.L. ten Kate–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 147]
[p. 147]

Achtste zang
Intermezzo
Het lied der planeetenaant.



illustratie

[pagina 149]
[p. 149]
 
Zoo was de Reis volbracht! Geen enkle der Planeeten
 
Mocht dan de Meerdere der Moederaarde heeten
 
In aart en samenstel, door 't Menschelijk verstand
 
Beschouwd met 's Menschen lot en roeping in verband.
 
'k Sloot peinzend de oogen, met een legioen van vragen
 
In 't hart; maar eer ik hoe of waarom durfde wagen,
 
Gevoelde ik, dat op nieuw de wiekslag zich bewoog -
 
En 't was me, als zag ik, met nog steeds geloken oog,
 
Die Wandelwaerelden zich tot een cirkel scharen.aant.
 
En 'k hoorde een murmlen als het neuriën der baren,
[pagina 150]
[p. 150]
 
Wanneer ze, duikende uit den diepen Oceaan,
 
Geheimen fluistren, door den zeeman half verstaan.
 
Vreemd was de taal, en snel de maatslag - toch gevoelde
 
't Instinkt mijns harten wat dat Geesten-Choor bedoelde.

Het lied der planeeten.
Choor.

I Zang.
 
U een Jubelgeschal,
 
Die 't ontzachlijk Heelal
 
Met een wijsheid regeert,
 
Die van wanklen niet weet;
 
Die Uw levendig kleed
 
In 't oneindig' schakeert,
[pagina 151]
[p. 151]
 
Alle heemlen doorstraalt
 
En met wondren bestrooit,
 
Maar ten tweedenmaal nooit
 
Één gedachte herhaalt!
 
Al Uw werk, ieder deel,
 
Heeft zijn recht van bestaan,
 
En het sluit in 't Geheel
 
Als een schakel zich aan.
 
Wat er komt, wat er gaat,
 
Heeft zijn cijfer en maat;
 
Zij het klein, zij het groot,
 
Stof of Geest, Goed of Kwaad,
 
Zij het Leven of Dood, -
 
Aller Éénheid zijt Gij,
 
En uw naam - Harmony!
I Tegenzang.
 
Eer op 't blauwende spoor
 
De eerste morgenstar dreef,
[pagina 152]
[p. 152]
 
Eer, de oneindigheid door,aant.
 
God een cirkel beschreef,
 
Stond de Wijsheid omhoog
 
Reeds gezalfd voor Gods oog!
 
Toen de bloeiende hof
 
Aller zonnen ontlook,
 
Was de Wijsheid er ook;
 
En zij stemde Gods lof,
 
En zij wandelde er om,
 
Zijn vermaking en trots,
 
Lieflijk spelende alom
 
Door de Scheppingen Gods!
II Zang
 
Heeft de vlam, die daar snort
 
En ten hemel zich spoedt,
 
Iets gemeen met den vloed,
 
Die in d' afgrond zich stort?
 
Toch, één wet der natuur,
[pagina 153]
[p. 153]
 
Regelt Water en Vuur!
 
Die de bergen omwolkt,
 
Bootst elk korrelken zand;
 
Die den dierenriem spant,
 
Heeft den droppel bevolkt!
 
Al wat is, naar zijn aart,
 
Op zijn plaats, in zijn sfeer,
 
Maar in 't Godsplan gepaard,
 
Geev' d' Oneindige de eer!
II Tegenzang.
 
Gist het spraaklooze volk,
 
Dat daar zwemt door zijn kolk,
 
Hoe de vogel in 't ruim
 
Zingt en drijft op zijn pluim?
 
In het land zonder zon
 
Stroomt uit ándere bron
 
Levenslicht, levensgloed,
[pagina 154]
[p. 154]
 
Door den Mensch nooit vermoed.
 
Waar de Mensch, ver' van de Aard',
 
Slechts een reiswoestijn ziet,
 
Bloeit voor àndren een gaard,
 
Waar men rust en geniet!
 
Waar de Mensch van den storm
 
De vernietiging vreest,
 
Geeft de Almachtige Geest
 
Aan een waereld haar vorm!
 
Die hèm hette is en hel,
 
Straalt verkwikking en kracht
 
Voor een ànder geslacht;
 
Die hij sprakeloos dacht,
 
Heeft haar stemme toch wel,
 
Maar door ander orgaan
 
Dan zijn hooren verstaan!...
 
Wat omhoog of beneên
 
Ooit van God wordt gekend,
 
Kent elk schepsel alleen
 
In zijns-zelfs element.
[pagina 155]
[p. 155]
Slotzang.
 
U een jubelgeschal,
 
Wet en Ziel van 't Heelal,
 
In uw duizendvoud Rijk
 
Steeds U-zelven gelijk!
 
Allen waerelden saam',
 
In heur roeping en lot,
 
Zijt Gij 't Ééne in het Al, o onwraakbare God!
 
Harmony, Harmony is Uw naam!


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken