3
Elke seconde dat ik ademhaal
wordt wat ik was en ben en zijn zal tot
een kleiner factor van de integraal:
leven en laten leven tot een batig slot.
Totdat de rekensom van mij maal God
is uitgekomen op nul komma nul,
zal ik nog zuchten om mijn dagelijks lot.
Nadien word ik zonder formule ingevuld.
Maar ik verbaas mij over Zijn geduld
waarmee hij mijn berekening verdraagt.
Tussen Zijn levenstekens staat mijn schuld
in zwart op wit dat naar geen cijfer vraagt.
(gepubliceerd in ‘Kentering’, 5e jg.: 4, oktober 1963).