1928: |
In memoriam matris (Opwaartsche Wegen, 5e jg.: 11) |
1929: |
Legende (Opwaartsche Wegen, 6e jg.: 12)
Biddende vrouw (Opwaartsche Wegen, 7e jg.: 1)
Avonturier (Opwaartsche Wegen, 7e jg.: 5) |
1936: |
Gedicht (Jan H. Eekhout: Werk)
En deze dag (Werk)
Meisje (Werk) |
1937: |
O, stilste plek van mijn verlangen (De Werkplaats: 5)
Hij was een dichter, die de dingen (De Werkplaats: 5) |
1930: |
Biddende vrouw (A.J. van Dijk en Jan H. de Groot: Stille Opvaart)
Legende (Stille Opvaart) |
1938: |
Vers (P.J. Risseeuw: Christelijke dichters van dezen tijd)
Bij moeders graf (Christelijke dichters van dezen tijd)
Amundsen (Christelijke dichters van dezen tijd) |
1949: |
Het landhuis (Ontmoeting, 3e jg.: 5)
Reünie (Ontmoeting, 3e jg.: 5)
Mijn moeder heeft een kind (Ontmoeting, 3e jg.: 5)
Hoe goed zal 't zijn (Ontmoeting, 3e jg.: 5)
Mijn vader en ik (Ontmoeting, 3e jg.: 9) |
1950: |
In memoriam Kees van Duinen (Ontmoeting, 4e jg.: 7)
Wie des nachts (Ontmoeting, 4e jg.: 10) |
1951: |
Kees van Duinen: De trap (dichtbundel, met Lidy van Eijsselsteijn samengesteld uit het nagelaten werk van Kees van Duinen) |
1952: |
Kritiek op Okke Jagers Poëzie en religie (Ontmoeting, 6e jg.: 1) |
1953: |
Dichtbundel Het Landhuis
Luister toch naar de bron (Ontmoeting, 6e jg.: 4)
De gestorvene (Ontmoeting, 6e jg.: 4)
Avondlied (Ontmoeting, 6e jg.: 6)
Voor een biochemicus (Ontmoeting, 6e jg.: 7)
Antwoord op enquête psalmberijming (Ontmoeting, 6e jg.: 11/12
Dogmacidum (Ontmoeting, 7e jg.: 3) |
1954: |
Mijn vader en ik (J. Das, J. van Doorne en P.J. Risseeuw: Vloedlijn)
De gestorvene (Vloedlijn)
Wie in steen slaapt (Vloedlijn)
Trein nul uur nul (Vloedlijn)
Wie des nachts (Vloedlijn) |