Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De zalenman (1960)

Informatie terzijde

Titelpagina van De zalenman
Afbeelding van De zalenmanToon afbeelding van titelpagina van De zalenman

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.05 MB)

Scans (4.00 MB)

ebook (3.67 MB)

XML (0.12 MB)

tekstbestand






Illustrator

Peter Vos



Genre

proza

Subgenre

verhalen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De zalenman

(1960)–Elisabeth Keesing–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

[De zalen]

was het ooit anders geweest?

Boven de wieg stond overdag bij elk ontwaken de muur der kirrende reuzen. Geur en geluid overstroomde hem - hen - zo zwaar dat onderscheiden onmogelijk was. Sommige handen voedden en verschoonden hem, het waren niet altijd dezelfde. 's Nachts stonden de reuzen niet overeind, maar in het duister hingen hun dampen nog en ademhaling en gesnurk omgaf hem. Soms bonsde rumoer van zijn vader die laat kwam. Gehuil van een ander kind. De ruggen van stoelen, de wanden van kasten, zwaarder zwart dan de nacht zelf, werden tot wezens. Hout werkte en piepte. Muizen hakkeldraafden hoog en laag. Tegen de ochtend rammelden buiten karren, in het lichter-worden verhieven de reuzengestalten hun massale bovenlijven. De moeder, altijd, zwaar en steunend. De vader schonkig en grommend. Ze kwamen van hun plaats, gedaanten namen gewoner vormen aan, een kraan liep, een deur ging open, stemmen vroegen en antwoordden. Tussen de vele benen scharrelde het kind. Eens werd er op hem - op haar - getrapt. Vier, zes, acht armen

[pagina 17]
[p. 17]

strekten zich toen het schreeuwde, het werd opgetild, drie, vier, vijf, zeven koppen van reuzen om hem heen. Zijn gehuil verzonk in hun raad, getroost, gepraat, gelach.

Op een dag bracht zijn moeder hem in een nieuwe zaal, waar de zoldering onveilig ver was. De ademhalingen en lichaamsgeuren om hem heen waren dichtbij. De slagorde der volwassenen boven hem had plaats gemaakt voor het gekrioel van even-kleinen om hem heen. Tijd voor bevreemding was er niet. De hel van plezier brak los. Trommels, blokken, platen, instrumenten werden hem in handen gestopt. Hij trommelde, kneedde, kraste zoals alle kleine handen om hem heen. Waar hij keek waren kleine stoelen, kleine kleren, kleine potten. Soms werden allen tegelijk op kleine pleetjes gezet, deuren open, een ongeduldige reus surveilleerde. Soms kregen allen jasjes aan zo ze die bezaten en liepen in een rij door een zaal waar het kouder was, groter, voller en de zoldering bijzonder hoog. Onoriënteerbaar. Hij keek naar geen zoldering meer, en zocht naar geen weg. Hij was verdoofd.

Het geluid verminderde nooit. De creche en de bewaarschool maakten plaats voor de grote school, waar grote jongens groter ruimten volholden, giechelende rijen grote meisjes achtervolgden. Kachels, stank van krijt, sponzen, nat goed. Gezamenlijk gedreun van lesjes. Veertig zingende stemmen en een open zomerraam. Vier keer zes is vierentwintig, vijf keer zes is...

Driehonderd zingende stemmen om een rode en gebaarde man met een raar grimassende en onwaarschijnlijk blauw geklede duivel naast zich. Wie zoet is krijgt...

Tachtig zingende stemmen in krakende bussen. Hitte, zand, brood met zand, een vreemd laag huis met een glazen zaal, een zaal vol bekers in het gelid. Dat was feest.

Zalen vol glazen in plaats van bekers, vol daverender geluid volgden, in tijd nabij de zaal met machines die volgde op de school. Het gezoef der machines overstemd door metalen stemmen, metalen muziek voor het moreel. Kopermuziek, zangers. Marsmuziek.

[pagina 18]
[p. 18]

Volgde de zaal met de britsen. Volgde het exercitieterrein. Soms pauze voor een volle zondag in de te klein geworden kamer die eens door reuzen bevolkt werd en waar nu de lijven uitpuilden. Trouwfeest van een jong paar, herdenkingsfeest van een oud paar. Zalen met papier versierd, mensen met papier versierd, luide stemmen, luider harmonika's. Pianogehamer. Terug in de trein tussen de lijven der anders geüniformeerden geklemd. Het zeedeinend gegons van slaapzaal en chambree. Het georganiseerd vermaak. De hakpiano en de humorist. Het slenteren op zondagavond samen met de anderen, een richting uit. In de vreemde vochtige halfbeslotenheid van een bos achter het sanatorium waar 's avonds ook zustertjes vrij hadden.

‘Ik heb nog eens een zuster...’

De blik in zijn ogen veranderde.

‘... In het bos.’

Voor Tinie brak de ban. Ze wist wat ‘in het bos’ betekende en een waarschuwingssein van een andere lijn in haar diepten verbrak het contact. Met schrik keek ze op en zag dat ze aan een patiënt haar tijd had verdaan. Een kerel. ‘In het bos.’ Zij wist hoe dat ging in het bos. als 's avonds de soldaten om gesticht en sanatorium draaiden. Soms wisten ze niet eens wie ze hadden...

Govert had niet geweten wie hij had en het meisje dat met hem paarde op het mos en moeder werd van zijn oudste kind, evenmin. Tien bomen verder vrijden anderen, het zomerbos was vol, een zwoele groene zaal. De grond was hard, de moslaag dun. Dat er een kind verwekt was wist hij niet en het kind wist niets van hem. De jongen bracht zijn eerste levensjaren door in de eet- en speelzaal van een zindelijk en noodlijdend tehuis voor ongehuwde moeders. Verder verliep zijn leven in de zalen van school, fabriek, kantoor, kazerne, stadion, autobus, feest en inwoning, steeds begeleid door stemmen, radio's en machinegebeuk, juist zoals dat van zijn vader. Het is daarom niet geheel zeker of dit de geschiedenis is van Govert dan wel die van zijn zoon.

[pagina 19]
[p. 19]


illustratie

[pagina 20]
[p. 20]

Maar wie het was, hij merkte niet dat Tinie wegglipte. Het zustertje van twintig jaar geleden zonk tussen de koortsbeelden terug in het groene bos. Spinnen. Paddestoelenstof, een barstende boleet. Een grijze golf gleed over hem heen, hij droomde en sliep.

Buiten de deur gleed routine en zaal weer om Tinie. Het werd ochtend, ze had gewaakt, ze moest moe zijn, ze geeuwde. Dit was de laatste dag van de wacht geweest. Straks zou ze een paar uur slapen, naar de middagbioskoop kunnen gaan en 's avonds uit. Over twee dagen vrouwen- of kinderzaal. Ze geeuwde nog eens, maar bracht snel de hand naar de mond toen dokter zaal binnen kwam; evenals zij op de laatste ronde voor de aflossing kwam.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken