Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Ravijnen (1922)

Informatie terzijde

Titelpagina van Ravijnen
Afbeelding van RavijnenToon afbeelding van titelpagina van Ravijnen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.45 MB)

Scans (3.14 MB)

ebook (2.95 MB)

XML (0.14 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Ravijnen

(1922)–Mathias Kemp–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 104]
[p. 104]

Wreed verlangen

 
Van de uitersten der donkerste eenzaamhetd
 
hoorde ik eenmaal dit wreed verlangen klinken:
 
Nu wilde ik wel, dat er een storm opstak
 
waardoor ik langs de wegen had te dolen.
 
Van hutten en kasteelen moesten deuren
 
geopend worden; grooten en geringen
 
moesten mij roepen, toch te komen schuilen
 
onder hun dak. Dan kon ik weigeren
 
wat ik begeerde.... En voorbijgaan.
 
Nu wilde ik wel met roem gevallen zijn,
 
eenzame held in hopeloozen strijd.
 
En uit de steden die mij eens verrieden,
 
moest er dan iemand komen aangeslopen,
 
die, ziende dat ik sterven ging, zou fleemen
 
van deernis diep. Met de allerlaatste kracht
 
joeg ik mij op, om dien mensch in 't gelaat
 
te spuwen.
 
Nu wilde ik wel dat iemand tot mij kwam
 
en smeekte: ‘Ik deed u eens groot onrecht aan,
 
door jaren van uw leven te verwoesten;
 
ik bid u, laat mij alles nu herstellen.
 
Stoot mij niet weg!’ Dan kon ik zeggen: ‘Nu
 
is het te laat!’ en heengaan, met den dood
 
wellicht in 't hart, omdat ik mijn geluk
 
moedwillig had verstooten.
 
Nu wilde ik wel dolen bij duistren nacht
 
in 't allerdiepste van onveilig land.
 
Daar dwalend, moest ik een klein kind ontmoeten,
 
dat schichtig schreide omdat het was verloren
 
geloopen in het schrikkelijke duister,
 
waarin het vreeselijke dingen duchtte.
 
Ik droeg het kind dan op mijn armen voort,
 
het troostende, vertellend schoone sproken,
 
het plagend tot het lachte door den nacht.
[pagina 105]
[p. 105]
 
Ik bracht de kleine naar een veilig klooster
 
met lichte ramen die den nacht verblijdden
 
Bij ouden wachter van de zwarte poort
 
zette ik het neder aan den warrnen haard.
 
En ging opnieuw weer dolen door het donker
 
weer dolen door den nacht,.... alleen....

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken