Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Ravijnen (1922)

Informatie terzijde

Titelpagina van Ravijnen
Afbeelding van RavijnenToon afbeelding van titelpagina van Ravijnen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.45 MB)

Scans (3.14 MB)

ebook (2.95 MB)

XML (0.14 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Ravijnen

(1922)–Mathias Kemp–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 106]
[p. 106]

De droomer en zijn honden

 
Zijn tuinen lagen heel veilig aan 't stille hart der aarde,
 
maar 't was de wind die hun wonder aan steden en dorpen verried,
 
die lokte de aromen mede uit des droomers blauwe gaarde
 
en joeg ze in zwoele wolk door der menschen ruchtig gebied.
 
 
 
Een maaier verliet zijn koorn, hij moest die hoven aanschouwen;
 
een scheper sloop weg van zijn kudde, hij wilde die heerlijkheidzien;
 
daarna kwam een joelende troep van kinderen, knapen en vrouwen,
 
ook daagden er wijzen op en andre vernuftige liên.
 
 
 
Zoo dromden allen tesamen achter de bloeiende hagen
 
en kwelden den stillen man, onthutst van zooveel gerucht,
 
met duizend wijze woorden in honderd dwaze vragen,
 
naar waarde van schaduw en zon en gesteldheid van grond en lucht.
 
 
 
Daarop begon een delver met de ziel van een lelie te spotten;
 
een wiedster wist wat te lachen met het hart van een wilde roos;
 
der geleerden bedillende raad was erger dan 't babbelen dier zotten
 
toen is de droomer ontwaakt, zijn oogen fonkelden boos.
 
 
 
Hij floot door een lage poort in een krocht met galmende wanden
 
en riep het duistere heir zijner slapende honden uit,
 
zij doken de dagklaarte in, met achter de trillende tanden
 
de grove noot van hun toorn, die kraakte met kregel geluid.
 
 
 
Daar zag men honden rank, van lenige, dartele boosheid
 
en dieren log en zwaar, vaardig tot davrend gebas,
 
daar slopen er anderen rond in loensche gluiprige loosheid
 
of toonden ontembaren moed van stadigen-strijd-minnend ras.
[pagina 107]
[p. 107]
 
Toen plots uit den luiden hoop der lieden een steen werd geworpen
 
stoven de honden tot wraak op de kwelzieke zwetsers los:
 
zij beten er velen geducht en joegen hen na door de dorpen
 
tot de wegen over de heuvels en de dellingen achter het bosch.
 
 
 
Met ieder die raakte in de streek dier wondere, lokkende gaarde
 
joegen de honden hun jacht, zij deden het sierlijk en schoon,
 
het werden dieren van strijd, kampers van hooge waarde,
 
zij vonden den aanval een spel en werden het wonden gewoon.
 
 
 
Maar toen, door den nieuwen roep der schoone, geduchte hoven,
 
de dieren veel dagen lang hunkerend huilden door 't land,
 
stootte in hun duistre begeerte een heete prooilust boven:
 
toen hebben de hondeo tesaam hun meester aangerand.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken