Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het II. Deel vanden speel-hof der liefde Godts (1666)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het II. Deel vanden speel-hof der liefde Godts
Afbeelding van Het II. Deel vanden speel-hof der liefde GodtsToon afbeelding van titelpagina van Het II. Deel vanden speel-hof der liefde Godts

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.53 MB)

ebook (3.09 MB)

XML (0.21 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

liederen/liedjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het II. Deel vanden speel-hof der liefde Godts

(1666)–Zuster vanden Kerchove–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Van het Vosken, van ydel Glorie, den laetsten en den quaetsten.

Stemme: Sarabande bare.
Ofte: Ontwaeckt myn bruydt.
Ofte: 'k Was lest ghenoot op een seker feest.

 
WIe kan dit vosken doch ontloopen,
 
Ontgaen al sijne stricken loos:
 
Hy krijght de zielen met groot hoopen,
 
Door d'ydel glori'kranck en broos.
 
Ia selfs Godtvruchtighe goe li'en,
 
Exempel heeft men veel ghesien;
 
Wiens zielen in den lesten snick,
 
Hy heeft ghegrepen met veel schrick.
 
Dit vosken heeft stout derven commen,
 
By ons in't hooghste daer Godt stondt:
 
Heeft Lucifer seer hoogh gheklommen,
 
Ghesmeten inden helschen grondt.
 
d'Apostels daer Godt was regent,
 
Heeft oock ghequets dit instrument:
 
Welk goet gheselschap t'allen ty',
 
Men had' ghemeen te wesen vry.
 
Ioann' Chrisostomus met reden,
 
Seght: veel de wereldt heel versmaen;
 
Maer luttel 't neder dal betreden,
 
Langhst daer-men moet ten Hemel gaen.
 
Swart, wit, grau, blau, in allen staet,
 
Dit vosken sijnen klau in slaet;
 
Ia oock smert hy door sijn fenijn,
 
Die hem altijdt contrari' zijn.
 
Eylacen! die meent yet te wesen,
 
Is maer door Godt licht als een pluym:
 
Wee, wee, die gheren wort ghepresen;
 
Dien wensch is schyn, van deuchden schuym,
 
Nochtans aut, jonck, arem, en rijck,
 
Elck wilt in als, haelen ghelijck:
 
Meest licht elck d'oorekens op steeckt,
[pagina 24]
[p. 24]
 
En 't onghelijck soo gheren vreeckt.
 
Den vos van 's werelts hooveredye,
 
Sijn ouden vaer was noyt soo ergh,
 
Als sijn jonck, dese kleenen prye:
 
Dieder soo veel treckt vanden bergh.
 
Hy speelt sijn personagi' meest,
 
Door d'ydel glori' inden gheest;
 
Die verr' al d'alder arghste is,
 
Verborghen inden duysternis.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken